Dark
Light

De Oudheid, waarom?

Wahibre-em-achet en andere Grieken – Jona Lendering
4 minuten leestijd
Detail van de boekcover van 'Wahibre-em-achet en andere Grieken'
Detail van de boekcover van 'Wahibre-em-achet en andere Grieken'
Historicus Jona Lendering vertelt in ‘Wahibre-em-achet en andere Grieken’, het themaboekje van de Week van Klassieken 2019, over de tienduizenden migranten in de Oudheid. De Griek Wahibre-em-achet was er daar één van. Het verhaal van deze landverhuizers wordt geschetst aan de hand van zowel antieke verhalen over migratie en archeologisch onderzoek als sociale wetenschappen en de meest recente DNA-vondsten. Op Historiek een fragment, over nomadisme in de Oudheid en (nieuwe) vragen van oudheidkundigen.


De Oudheid, waarom?

Het sjabloon waarmee mensen in de Oudheid vertelden over migratie, illustreert dat ze het niet vreemd vonden als een volk voor hongersnood of oorlogsgeweld wegvluchtte. Ze keken er evenmin van op dat in een bepaald gebied meer dan één etnische groep verbleef. Nu de archeologie is verrijkt met DNA- en isotopenonderzoek, blijkt migratie normaler dan verwacht. De verplaatsing van de Romeinse legionairs (of een functionaris als Wahibre-em-achet) was niet uitzonderlijk. Nomadisme was in de Oudheid een gebruikelijke levenswijze: boeren konden hun vaste woonplaatsen opgeven om met kuddes op pad te gaan, en omgekeerd konden nomaden sedentair worden. Kortom, de mensen waren destijds heel mobiel. En ze wisten het: in het antieke wereldbeeld stamde iedereen af van landverhuizers, en de antieke talen kenden dan ook geen woorden die geheel met ons begrip “migratie” overeenkomen.

“Het is lastig een hedendaagse Vergilius aan te wijzen die bootvluchtelingen presenteert als degenen die beschaving komen brengen.”

De vorige alinea is een samenvatting van dit boekje, maar eigenlijk wordt het pas hier interessant. De antieke manier van denken – iedereen stamt af van allochtonen – is immers nogal anders dan die in de huidige samenleving, waarin iedereen een vaste woon- of verblijfplaats heeft en een landverhuizer geldt als afwijkend. Het is lastig een hedendaagse Vergilius aan te wijzen die bootvluchtelingen presenteert als degenen die beschaving komen brengen.

Contrast

Het contrast tussen toen en nu is verrassend. Het is als conclusie ook voldoende. Een belangstelling voor het verleden behoeft immers net zo min rechtvaardiging als een fietstochtje, een concertbezoek of een computerspelletje. Dat laat onverlet dat het tevens zinvol is te begrijpen dat de hedendaagse, westerse visie op migratie precies dat is: een hedendaagse, westerse visie. Je kunt ook op een andere manier over migratie denken – of er geheel niet over denken – en de confrontatie daarmee helpt je scherper te zien dat jouw visie plaats- en tijdgebonden is. Wat uiteraard niet wil zeggen dat ze onjuist is. Onze visie is immers die van een (post)industriële, bureaucratische samenleving en niet die van een agrarische samenleving zonder groot staatsapparaat. Seizoensmigratie maakte plaats voor arbeiderswijken en maakt nu plaats voor een samenleving vol flexwerkplekken.

Naast het plezier dat je kunt beleven aan het verrassende verleden is er dus een tweede waardevol aspect aan de bestudering van de Oudheid: dat je het eigene van je eigen denkbeelden beter herkent. Dit geldt niet alleen voor migratie. Maak kennis met conglomeraties als het Egyptische Memfis, het Perzische Persepolis of het Romeinse Nijmegen, en je begrijpt dat onze ideeën over steden niet de enig mogelijke zijn.

Bestudeer de reeks Romeinse forten langs de Eufraat, Donau en Rijn en je ziet dat moderne opvattingen over territoriaal begrensde staten anders zijn dan hoe de Romeinen naar hun imperium keken. Kijk naar de verering van Christus in de vierde eeuw, constateer dat mensen heidens en christelijk tegelijk konden zijn en je herkent hoe betrekkelijk het moderne uitgangspunt is dat je maximaal één godsdienst kunt hebben. Lees Herodotos’ verhaal over Solon en Kroisos of neem Aristoteles’ definitie van geluk, en je begrijpt dat geluk niet per se de subjectieve ervaring hoeft te zijn die het bij ons is.

Lacunes

En omgekeerd: kijk naar wat je weet over het verleden, vergelijk het met onze ideeën en je herkent lacunes. Waarom zagen de oude volken migratie niet, zoals wij, als iets ongebruikelijks? Eén verklaring is genoemd, namelijk dat onze samenleving niet langer agrarisch is maar (post)industrieel. Zou het echter niet ook kunnen zijn dat het ermee samenhangt dat het bestuur destijds in handen was van zeer welvarende oligarchen, die geen idee hadden van wat het betekende om als dagloner te moeten concurreren met nieuwkomers? Zou het kunnen dat de gewone mensen destijds meer dachten zoals wij, maar dat de steenrijke auteurs van de antieke bronnen er een blinde vlek voor hadden?

Wahibre-em-achet en andere Grieken - Landverhuizers in de Oudheid
Wahibre-em-achet en andere Grieken – Landverhuizers in de Oudheid
Als dit zo is, wordt bijvoorbeeld de eerder in dit boek vermelde opstand van de door Alexander in Baktrië achtergelaten huurlingen interessant: hier weerklinken de stemmen van mensen die tegen hun zin landverhuizer waren geworden. Minstens even interessant is het genoemde conflict tussen het Joodse garnizoen in Zuid-Egypte en zijn buren: de papyri, niet geschreven door voorname heren maar door ambtenaren en officieren, bewijzen dat er allerlei spanningen konden zijn. Of neem de naam Wahibre-em-achet: óf de man zelf óf zijn ouders voelden de noodzaak op een bijna geforceerde manier zijn Egyptische gezindheid aan te geven. Helemáál vanzelfsprekend was zijn succesvolle carrière niet.

Nieuwe vragen

Door op dit soort details te letten, herkennen we welke informatie niet is overgeleverd. Unknown unknowns worden known unknowns, en een boekje als dit is een aanleiding om nieuwe vragen te stellen aan het bewijsmateriaal, lettend op andere details. De oudheidkundige loopt altijd rond in cirkels, en het slot van een boek is het begin van een nieuw. Oudheidkunde is er dus niet slechts om je te laten verrassen of om scherper te begrijpen dat hedendaagse ideeën plaats- en tijdgebonden zijn. Er is een derde waardevol aspect: het vak biedt een training in het denken over ontbrekende informatie. Het is geen toeval dat inlichtingendiensten lange tijd graag oudheidkundigen rekruteerden.

Boek: Wahibre-em-achet en andere Grieken – Landverhuizers in de Oudheid
Ook interessant: Waarom we allemáál afstammen van de Romeinen

×