Dark
Light

De Turkse militaire inval op Cyprus (1974)

Auteur:
4 minuten leestijd
Satellietfoto van Cyprus (Publiek Domein - wiki)
Satellietfoto van Cyprus (Publiek Domein - wiki)

De twintigste juli 2019 zal het precies vijfenveertig jaar geleden zijn dat Turkse troepen Cyprus binnenvielen en het noordelijk deel van het eiland gewapenderhand innamen. Zoals zo vaak liet de internationale gemeenschap betijen en keek vrijwel machteloos toe, waardoor Cyprus nu nog altijd is opgesplitst in een Grieks en Turks gedeelte. Een relaas van de gebeurtenissen:

Een kijk op wat voorafging

Makarios III van Cyprus
Makarios III van Cyprus
Begin juni 1878 ondertekende de Ottomaanse sultan Abdülhamit II (1842-1918) een overeenkomst waarin hij het dagelijks bestuur van Cyprus overdroeg aan de Britten, die hun aanwezigheid in de Middelandse Zee wilden versterken. In ruil hiervoor beloofde het Verenigd Koninkrijk militair tussenbeide te komen mocht het Ottomaanse Rijk aangevallen worden door de Russische tsaar Alexander II (1818-1881). Toen de Turken zich echter kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog aan de zijde van Duitsland schaarden, beschouwde Engeland zich niet langer gebonden aan de gemaakte afspraken en annexeerde na afloop van de oorlog boudweg het eiland, dat tot dan officieel nog tot Turkije behoorde. Met het in 1923 afgesloten Verdrag van Lausanne werden de grenzen van het verslagen Turkije vastgelegd waarna enige tijd later Cyprus een Britse kroonkolonie werd.

Eind jaren vijftig klonk zowel bij de Griekse als de Turkse Cyprioten de roep naar onafhankelijkheid steeds luider door. Op 16 augustus 1960 werd na langdurig diplomatiek overleg de Republiek Cyprus uitgeroepen. De charismatische aartsbisschop Makarios (1913-1977) werd de eerste president en de Turks-Cypriotische Vasil Küçük (1906-1984) vicepresident.

Donkere wolken aan de horizon

Algauw zorgden tal van meningsverschillen voor grote onenigheid tussen beide bevolkingsgroepen. Zo waren de Griekse Cyprioten van mening dat de Turken onredelijk veel grondwettelijke rechten hadden verkregen in verhouding tot hun aantal dat op dat moment ongeveer twintig procent van de eilandbewoners bedroeg, terwijl deze laatsten net het tegenovergestelde dachten. Het sluimerend ongenoegen groeide binnen de kortste keren uit tot openlijke schermutselingen, om uiteindelijk in wederzijds geweld te ontaarden tussen aanhangers van EOKA1, een Grieks-Cypriotische nationalistische organisatie, en het TMT, de Türk Mukavemet Teskilati, een Turkse paramilitaire verzetsbeweging.

Scheidingslijn door de Cypriotische stad Nicosia. Op de achtergrond het Turkse deel van de stad. (CC BY-SA 3.0 - wiki)
Scheidingslijn door de Cypriotische stad Nicosia. Op de achtergrond het Turkse deel van de stad. (CC BY-SA 3.0 – wiki)

Toen het conflict dreigde uit te draaien op een heuse burgeroorlog, werd besloten een gezamenlijk contingent van Griekse, Turkse en Britse troepen naar Cyprus te sturen. Eenmaal ter plaatste splitste de Britse generaal Peter Young (1912-1976) in een poging de strijdende partijen te scheiden het eiland op in een Griekse en Turkse zone. Hij deed dat op zijn zachtst uitgedrukt nogal op een vrij arbitraire wijze. Op een landkaart trok hij in één korte beweging met een groene viltstift, dwars door de hoofdstad Nicosia heen, een scheidingslijn die beide zones afbakende. Vandaag de dag bestaat deze “Green line”, die het eiland in tweeën verdeelt, nog steeds en vormt het de bijna honderdtachtig kilometer lange grens tussen de ‘Republiek Cyprus’ in het zuiden en de door de Turken zelf uitgeroepen ‘Turkse Republiek Noord-Cyprus’.

De verdere escalatie

Young’s demarcatielijn bood echter slechts korte tijd enig soelaas. Al snel braken zowat overal opnieuw gewelddadige incidenten uit. Omdat zowel Griekenland als Turkije ermee dreigden militair tussenbeide te komen werd begin maart 1964 door de VN-Veiligheidsraad beslist een NAVO vredesmacht op het eiland te stationeren. Maar ook die internationale troepenmacht kon de situatie nauwelijks de baas. De toestand verergerde nog toen op 21 april 1967 Georgios Papadopoulos (1919-1999) in Athene een staatsgreep pleegde en een militaire junta installeerde. Het nieuwe regime was niet alleen uitgesproken anticommunistisch maar tevens voorstander van het Enosis-gedachtegoed2 dat streefde naar een aansluiting van Cyprus bij Griekenland.

Makarios zag hier helemaal nies in en ijverde daarentegen voor een autonome en ongebonden ééngemaakte Cypriotische republiek. De vijftiende juli 1974 bestormden in opdracht van de junta in Athene enkele legerdetachementen onder leiding van Griekse officieren het aartsbisschoppelijk paleis in Nicosia met de bedoeling Makarios te doden en Nikos Sampson (1935-2001), een obscure tweederangsfiguur, als stroman tot president uit te roepen. Makarios wist echter gebruik te maken van de algemene verwarring om te ontsnappen en kon met behulp van de Britten vluchten naar Engeland. Toen het nieuws bekend raakte, barstte overal op het eiland het geweld in alle hevigheid los.

De Turkse inval

Atatürk-plein in Noord-Nicosia (CC BY 2.0 - wiki)
Atatürk-plein in Noord-Nicosia (CC BY 2.0 – wiki)
Nauwelijks vijf dagen later, op 20 juli, vielen Turkse troepen Cyprus binnen. Het was het begin van een lange reeks gruwelijkheden. Dorpen werden platgebrand, jonge mannen standrechtelijk geëxecuteerd en vrouwen verkracht. De wreedheden mogen echter niet alleen op het conto van de Turken geschreven worden. Ook de Grieks sprekende eilandbewoners en vooral de Nationale Garde maakten zich schuldig aan flagrante schendingen van de mensenrechten. De wederzijdse excessen brachten al vlug een ware volksverhuizing teweeg. De Griekse Cyprioten in het noorden van het eiland lieten have en goed achter om zich in veiligheid te brengen, terwijl de Turkse bevolking in zuidelijk Cyprus uit vrees voor represailles de vlucht nam naar het noorden.

Geschat wordt dat in totaal om en bij de honderdvijftigduizend Cyprioten noodgedwongen ontheemd werden door het etnisch geweld. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties reageerde met het opstellen van een resolutie waarin de onmiddellijke terugtrekking werd geëist van de Turkse troepenmacht. Het bleef echter bij woorden. Uiteindelijk zou het nog tot halverwege augustus duren alvorens een staakt het vuren effectief van kracht werd. Het Turkse leger trok zich terug achter de “Green Line” en vormde daarmee de facto de ‘Noord-Cypriotische Republiek’.

Noten

1 – EOKA is het acroniem voor “Ethniki Organosis Kyprion Agoniston”, te vertalen als ‘De Nationale Organisatie van Cypriotische Strijders’. De beweging streefde naar onafhankelijkheid binnen een soort personele unie met Griekenland.
2 – Enosis is de benaming van de ideologie die de vereniging nastreeft van alle Grieken en Griekstalige gebieden in één grote natie, het “Groot-Griekenland”.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×