Historiek
Het blootgelegde deel van de muur heeft een afmeting van zes meter hoogte en zeventig meter lengte. Volgens de archeologe die het onderzoek leidt, Eilat Mazar, bewijzen gevonden potscherven dat de muur dateert uit ongeveer 1000 voor Christus. Dat zou betekenen dat er toen al een centraal bestuur was in Jeruzalem. Volgens de archeologe ondersteunt dat het idee dat de bijbelse koningen David en Salomo destijds aan de macht waren in Jeruzalem. Mazar acht het zeer waarschijnlijk dat de muur rond de tiende eeuw voor Christus gebouwd werd in opdracht van koning Salomo.
Behalve de zes meter hoge muur werden ook resten van een toren en poort gevonden. De vondst werd gedaan in de buurt van Ophel, een lange heuvel die glooiend zuidwaarts afloopt. In de bijbel wordt beschreven dat Salomo de eerste Joodse tempel in Jeruzalem. Deze tempel werd rond 586 voor Christus verwoest door de Babylonische koning Nebukadnezar II.
Volgens Mazar is deze vondst de eerste die past in de beschrijving van Jeruzalem in die tijd volgens de bijbel. In het bijbel boek 1 Koningen 3 vers 1 staat:
En Salomo verzwagerde zich met Farao, den koning van Egypte; en nam de dochter van Farao, en bracht ze in de stad Davids totdat hij voleind zou hebben het bouwen van zijn huis en het huis des Heeren, en den muur van Jeruzalem rondom.– De Nieuwe Bijbelvertaling –
Salomo, de zoon van David, is onder meer bekend om zijn wijsheid. Volgens de bijbel velde hij het Salomonsoordeel. Volgens dat verhaal hadden twee hoeren die samen in een huis woonden tegelijk een kind gekregen. Eén van de kinderen was overleden en beiden eisten ze het levende kind op. Salomo besloot daarop het kind door midden te hakken, zodat ze ieder hun deel kregen. De ene vrouw vond dat prima, de andere vrouw had dan liever dat het kind naar de andere vrouw ging. Volgens Salomo betekende dit dat de vrouw die het kind niet door midden wilde laten hakken de echte moeder was.
Volg ons: