Het gaat om zeker vijftienduizend voorwerpen, waaronder potscherven, verbrand leem, sieraden, munten en delen van maalstenen.
De objecten tonen volgens de onderzoekers aan dat zich op de vindplaats tussen de achtste en de tiende eeuw een rijke nederzetting bevond. De stukken werden gevonden tijdens de aanleg van een vistrap in het riviertje de Korne.
Tijdens vooronderzoek was al duidelijk geworden dat zich op deze locatie mogelijk resten van een oude nederzetting bevonden. Dat er zoveel gevonden zou worden, was echter niet verwacht. Gezien de grote hoeveelheid gevonden potscherven, denken de onderzoekers dat de nederzetting mogelijk fungeerde als handelspost.
Volgens de onderzoekers moet de nederzetting gezien worden als een voorloper van het stadje Buren. Door overstromingen trokken de mensen later naar een wat hoger gelegen deel van het landschap.