Topstuk van de collectie poppenhuizen
Het Haags Historisch Museum heeft het Grote Poppenhuis van Lita de Ranitz recentelijk laten restaureren. Het poppenhuis, volgens het museum een publiekslieveling, is vanaf zaterdag weer te zien.
Het poppenhuis werd in 1910 speciaal voor de Haagse jonkvrouw Lita de Ranitz ontworpen en vormt het topstuk van de collectie poppenhuizen in het museum. Alle meubeltjes, schilderijtjes, glas, keramiek en textiel zijn de afgelopen twee jaar gerestaureerd door diverse restauratoren, evenals alle objecten van papier, leer en metaal.
Moderne villa
Het grote poppenhuis van Lita de Ranitz geeft een beeld van het ‘rijke Haagsche leven’ rond 1910. Het huis werd in 1910 opgeleverd en langzamerhand gevuld. Er werd nauwgezet een inventarislijst van bijgehouden.
Jonkvrouw Willemine Elisabeth Edzardine (Lita) de Ranitz (1876 – 1960) speelde als kind met een door haar vader getimmerd poppenhuis en gaf later opdracht tot de bouw van de ‘moderne villa.’ Zij trouwde met de kunstenaar W.B. Tholen en kunstenaars in hun kringen, zoals Jan Toorop, J.B. Jongkind en Anton Mauve, schilderden echte schilderijtjes voor het poppenhuis. Tijdens haar vele reizen in het buitenland verzamelde ze miniaturen en kleine kunstvoorwerpen voor haar huis. Lita’s zus Anna (1872-1958) borduurde een prachtig badkamergordijn op blauwe zijde met rozen en pauwen.
Ook enkele geborduurde “Perzische tapijten” zijn van haar hand. Het eigentijdse poppenhuis werd een kunstkabinet.
Lees ook: Poppenhuis van Petronella Oortman