Dark
Light

Grote Titanic-tentoonstelling bij Amsterdam Expo

Oog in oog met bijzondere artefacten uit de Titanic
Auteur:
4 minuten leestijd
Spullen die uit het wrak van de Titanic zijn opgedoken – Foto: Amsterdam Expo
Spullen die uit het wrak van de Titanic zijn opgedoken – Foto: Amsterdam Expo

Een koksmuts, een onderdeel van een telegraaf, parfumflesjes, borden, bestek, papiergeld en zelfs brieven: bij Amsterdam Expo zijn de komende maanden een groot aantal bijzondere artefacten te vinden die zijn opgedoken uit het wrak van de Titanic.

De Titanic, 1912 - Foto: RMS Titanic, Inc.
De Titanic, 1912 – Foto: RMS Titanic, Inc.
In de media werd in 1912 vol bewondering geschreven over de Titanic. Het was het grootste passagiersschip ter wereld en werd bestempeld als ‘onzinkbaar’. Helemaal vreemd was dit niet want het schip bevatte verschillende waterdichte schotten die er voor moesten zorgen dat een overstroming bij een ongeluk beperkt bleef.

Het enorme schip, dat geen kamernummer dertien had, bleek echter niet onzinkbaar. Het noodlot sloeg al tijdens de eerste reis van Southampton naar New York toe. In de nacht van 14 op 15 april 1912 kwam het 269 meter lange schip in botsing met een ijsschots. Drie uur later zonk de trots van de Britten naar de bodem van de oceaan. Van de 2201 passagiers kwamen er 1517 om het leven.

Reddingsloepen

Hoewel de Titanic in handen was van een Amerikaanse rederij – White Star Line – beschouwden veel Britten het als een echt Brits schip. De Titanic was dan ook gebouwd op een Britse scheepswerf, stond onder leiding van Britse onderdanen en had een overwegend Britse bemanning.

Dat er zoveel mensen bij de ramp om het leven kwamen is indirect ook ´de schuld´ van de Britten. Bij de bouw van het schip was namelijk gebruik gemaakt van regels van de Britse Kamer van Koophandel die bepaalden dat een groot schip zestien reddingssloepen aan boord moest hebben. Die regels dateerden echter uit 1894 en ten tijde van de bouw van de Titanic waren de regels al lang achterhaald. Het schip was vier keer zo groot als het grootste schip in 1894.

Opvarenden in één van de reddingssloepen ban de Titanic, 1912 - Foto: RMS Titanic, Inc.
Opvarenden in één van de reddingssloepen ban de Titanic, 1912 – Foto: RMS Titanic, Inc.

De Titanic nam nog wel vier extra opvouwbare reddingssloepen mee, maar bij een ramp was er plaats voor veel te weinig passagiers. Amsterdam Expo over het besluit om maar twintig sloepen mee te nemen:

Deze beslissing valt vandaag de dag moeilijk te begrijpen, maar in 1912 had men een heel andere houding ten opzichte van het voorkomen van ongelukken. In het begin van de eeuw waren de rederijen terughoudend ten opzichte van een groter aantal reddingssloepen dan wettelijk vereist, omdat de reddingssloepen veel ruimte op de eerste en tweede klas dekken in beslag namen. De kosten van aanschaf en onderhoud van de reddingssloepen waren hoog en ze brachten het schip uit evenwicht.

Daarnaast waren rederijen terughoudend omdat men bang was dat veel reddingssloepen de indruk zouden wekken dat het schip onveilig was. Het wordt vergeleken met de aversie die autofabrikanten in de jaren vijftig om dezelfde reden hadden tegen veiligheidsgordels.

Voor de grote Titanic-tentoonstelling is een hal van het beroemde schip nagebouwd - Foto: Amsterdam Expo
Voor de grote Titanic-tentoonstelling is een hal van het beroemde schip nagebouwd – Foto: Amsterdam Expo

Veel te weinig reddingssloepen dus, maar op de schoorstenen was niet bezuinigd. De Titanic had er maar liefst vier. De vierde was echter nep. Hij werd waarschijnlijk alleen gebouwd om het schip een nog grootsere uitstraling te geven.

Op 15 april 1912 om 00:45 uur, ongeveer een uur na de botsing met de ijsberg, werd de eerste reddingssloep te water gelaten met slechts negentien personen aan boord terwijl hij er vijfenzestig kan vervoeren. Iets na twee uur middernacht ging de laatste sloep het water in. Volgens schattingen werden 1500 opvarenden op het zinkende schip achtergelaten. Het water was slechts -2 graden. De meeste opvarenden die met zwemvesten in het water sprongen overleden aan onderkoeling. Anderen waarschijnlijk aan een hartstilstand.

Onderzoeks- en bergingsexpedities

Kluisdeur uit de Titanic - Foto: Amsterdam Expo
Kluisdeur uit de Titanic – Foto: Amsterdam Expo
Het wrak van de Titanic, waarin geen lichamen meer te vinden zijn, werd in september 1985 gevonden. Sinds die tijd zijn er acht onderzoeks- en bergingsexpedities geweest. De laatste was in 2010 en in totaal zijn er al ruim 5500 voorwerpen naar het oppervlakte gebracht. Volgens de onderzoekers is dit van belang omdat de objecten anders verloren gaan. Amsterdam Expo:

De bodem van de oceaan is een vijandelijke omgeving. Met de tijd zullen de voorwerpen die door de mens zijn gemaakt, door bacteriën, bezinksel, zout en zuur aangetast worden. Zelfs het schip wordt langzaam aangetast door micro-organismen die het ijzer opeten. Uiteindelijk zal het instorten op de bodem van de zee.

Volgens onderzoekers is het vrijwel onmogelijk om het gehele wrak naar de oppervlakte te halen. Zelf wanneer er een techniek bestond om het wrak te lichten, zouden de restanten van de Titanic waarschijnlijk te breekbaar zijn om een eventuele berging en transport te doorstaan.

Oog in oog met bijzondere artefacten

De tentoonstelling in Amsterdam Expo geeft zowel het iconische schip als de passagiers en bemanningsleden een gezicht. Er worden een groot aantal objecten getoond die afkomstig zijn van de Titanic. Parfumflessen van een handelaar die zijn waren wilde verkopen in New York, gouden sieraden met diamanten van vrouwen uit de bovenlaag van de bevolking, kleding van emigranten op weg naar een nieuw leven, ongeschonden porseleinen servies voorzien van het logo van rederij White Star Line, scheepsonderdelen zoals een patrijspoort en reconstructies van de vertrekken.

Bril van een van de opvarenden van de Titanic - Foto: Amsterdam Expo
Bril van een van de opvarenden van de Titanic – Foto: Amsterdam Expo

In chronologische volgorde komen in Titanic: The Artifact Exhibition de bouw van het schip, het leven aan boord, de fatale ramp en de expedities naar de bodem van de oceaan aan bod.

Voor- en achterzijde van een ansichtkaart die passagier George Reuchlin naar zijn zoon stuurde – Bron: GAR, familiearchief Reuchlin
Voor- en achterzijde van een ansichtkaart die passagier George Reuchlin naar zijn zoon stuurde – Bron: GAR, familiearchief Reuchlin
De tentoonstelling is eerder al te zien geweest in steden als Chicago, Los Angeles, Londen en Parijs en trok al meer dan vijfentwintig miljoen bezoekers.

Nederlandse opvarenden

In de tentoonstelling wordt speciale aandacht besteed aan drie Nederlandse opvarenden. Het museum toont persoonlijke bezittingen van deze reizigers. Het gaat onder meer om persoonlijke correspondentie van eersteklas passagier jonkheer George Reuchlin en tweedeklas passagier Hennie Bolhuis.

Van derdeklas passagier Wessel van der Brugge zijn alleen de verhalen bewaard gebleven. Hij was stoker aan boord van de Titanic. Op 31 augustus 1912, ruim vijf maanden na de ramp, ontving zijn familie bericht over zijn overlijden. Zijn nabestaanden kregen 1,40 pond (omgerekend 1,65 euro) uitbetaald door rederij White Star Line, voor vijf dagen werk aan boord van de onzinkbare Titanic.

Spullen die uit het wrak van de Titanic zijn opgedoken - Foto: Amsterdam Expo
Spullen die uit het wrak van de Titanic zijn opgedoken – Foto: Amsterdam Expo

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×