Een tijdje geleden circuleerde op de sociale media de bijgevoegde foto van een groep kinderen in het Rijksmuseum. Achter hen de Nachtwacht, maar geen ervan kijkt ernaar: ze zijn meer geïnteresseerd in hun smartphone. Het commentaar was redelijk voorspelbaar: wat erg toch, zoveel moois en dan niet kijken, jeugd van tegenwoordig, afnemende belangstelling voor cultuur, ach, wee.
Tja. Die ouwe mensen van tegenwoordig. Komen nooit in een hedendaags museum. Weten niet hoe je daar met een app op je telefoon leuke dingen kunt leren. Eerst krijg je een rondleiding van je leraar, daarna kun je je verder verdiepen met zo’n digitale gids, soms in de vorm van een spelletje. Dubbel rendement van je museumbezoek. Ik heb geen idee hoe de bijgevoegde foto tot stand is gekomen, maar ik zou niet meteen jeremiëren over het afnemend peil der beschaving.
Het is namelijk echt niet alleen maar treurnis troef in de culturele sector. Wat weer wel zo is, is dat mensen opvallend snel geloof hechten aan slecht nieuws over het immer dalend cultureel niveau. Een voorbeeld daarvan is dat een hoog percentage van de mensen zou denken dat de paashaas in de Bijbel staat vermeld. Dat doet het goed aan de borreltafel en wie weet is het ook eens uitgezocht, maar ik zou het niet zomaar als feit aannemen, laat staan er conclusies aan verbinden.
Nog een voorbeeld: oudhistorici maakten in de jaren negentig het grapje dat een student zou hebben gezegd “Nu gaat me een licht op, die Jezus en die Christus zijn dezelfde!” Nadat het NRC Handelsblad een stuk had gepubliceerd over de Leidse hoogleraar Henk Versnel, die daarin deze mop had verteld, kwam de krant er nog eens op terug, en presenteerde dit “feit” als bewijs voor de dalende onderwijskwaliteit. Toevallig heb ik de anekdote óók gehoord van oudhistorici uit Utrecht en Amsterdam – overal waren zulke domme studenten – en daarom ben ik er vrij zeker van dat wat het Handelsblad presenteerde als feit, een broodje aap is.

Laatste voorbeeld: de nieuwssite Welingelichte kringen presenteerde gisteren een reeks van oliedomme status-updates, waaronder
“Ik weet ook niet goed waar de Holocaust ligt. Maar dat komt omdat ik tegenwoordig alles via de tomtom doe.”
Dat is niks dan een moderne variant op het oeroude grapje over het kind dat een onvoldoende heeft voor aardrijkskunde omdat het niet wist waar de Karpaten lagen, en van zijn vader of moeder het verwijt krijgt dat die natuurlijk weer onder zijn bed liggen.
Wat ik me nou afvraag is waarom u en ik, doorgewinterde nieuwsconsumenten die heel goed weten dat we niet alles voor zoete koek moeten aannemen, wél geloven dat de kinderen op die foto niet naar de Nachtwacht kijken of dat mensen massaal denken dat de paashaas in de Bijbel staat. Waarom herkende het Handelsblad het oudhistorici-grapje niet, waarom geloven de Welingelichte kringen blindelings dat die status-update authentiek is?
Een mogelijk antwoord is dat het komt doordat het vleiend is voor onszelf: wij kijken wel naar schilderijen, wij weten wel wat er in de Bijbel staat, wij weten wel hoe het christendom is ontstaan, wij weten wel alles over de Holocaust. En zij niet. Ondertussen zijn wij zelf de domoren die alles voor zoete koek slikken.
~ Jona Lendering
Historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken. Zie ook: mainzerbeobachter.com