Dark
Light

Hoe een kerstnummer dé hit van WOII werd

Het verhaal van Irving Berlins legendarische “White Christmas”
Auteur:
9 minuten leestijd
Bing Cosby - White Christmas
Bing Cosby - White Christmas

Of het nou was op een vliegbasis in Alaska, aan boord van een oorlogsschip op de Stille Oceaan of in een legerkamp in de woestijn van Noord-Afrika: overal waar Amerikaanse troepen waren, klonk gedurende de kerstperiode van 1942 de warme stem van Bing Crosby uit de speakers. Het lied dat hij zong, een kerstnummer, was spontaan uitgegroeid tot dé hit van de Tweede Wereldoorlog en dat terwijl er geen enkele verwijzing naar oorlog of vrede in voorkomt. Integendeel, de zanger zong slechts over iets onbenulligs als het verlangen naar een witte kerst.

Amerikaanse militairen van de 3rd Division in Italië pakken op 16 december 1943 hun kerstpakketjes van thuis uit. © US Army Center of Military History
Amerikaanse militairen van de 3rd Division in Italië pakken op 16 december 1943 hun kerstpakketjes van thuis uit. © US Army Center of Military History
Ook tegenwoordig nog is “White Christmas” een vast onderdeel van de westerse kerstviering. Is het niet Bing Crosby die dit lied ten gehore brengt, dan is het wel één van de vele artiesten of bands die het coverden, zoals Frank Sinatra, Elvis Presley, U2, Lady Gaga en Michael Bublé. Het nummer, dat begint met de overbekende zin “I’m dreaming of a white Christmas”, wordt in het Guinness Book of Records genoemd als de best verkochte single aller tijden met 50 miljoen verkochte exemplaren. Een opmerkelijke prestatie voor een lied met een songtekst van slechts acht regels, geschreven door iemand die geen noten kon lezen en nare herinneringen had aan Kerstmis. Hoe het lied desondanks kon uitgroeien tot legendarische kersthit heeft alles te maken met zowel het talent van de schrijver als het historische tijdstip waarop het nummer uitgebracht werd.

Van Siberië naar New York

Irving Berlin in 1941. © Publiek Domein
Irving Berlin in 1941.
Israel Isidore Beilin, het is een naam die niemand iets zal zeggen, maar toch is hij de schrijver van “White Christmas”. Hij werd in 1888 geboren in Siberië, waar een witte kerst een constant gegeven was. De christelijke feestdag werd in zijn ouderlijk huis niet gevierd, want de familie was Joods. Met zijn muzikaliteit vormde “Izzy” geen uitzondering binnen het gezin, want zijn vader was voorzanger (cantor) in de synagoge. In het tsaristische Rusland van toen vielen Joden en hun bezittingen vaak ten prooi aan een pogrom, uitgevoerd door hun christelijke buren. Op 4 of 5-jarige leeftijd zag Israel hoe tijdens zo’n uitbarsting van antisemitisch geweld het familiehuis in vlammen opging. Op zoek naar een veilige plek om te wonen emigreerde de familie in 1893 naar de Verenigde Staten. Een enkele reis die tussen 1870 en 1915 niet minder dan 20 miljoen Oost- en Zuid-Europeanen maakten.

Een schoolvoorbeeld van de American Dream, dat is hoe je de carrière van Irving Berlin – zoals de Joods-Russische emigrant in de Verenigde Staten bekend zou worden – kunt typeren. Toen hij arriveerde in zijn nieuwe thuisland sprak hij enkel Jiddisch en woonde hij in de arme en dichtbevolkte wijk Lower East Side in New York. Op 12-jarige leeftijd ging hij van school en scharrelde hij zijn kostje bij elkaar als krantenverkoper, maar vanaf de jaren ’10 tot na de Tweede Wereldoorlog was hij één van Amerika’s meest succesvolle songwriters. Gedurende zijn lange carrière, die voortduurde tot in de jaren ’60, schreef hij duizenden liedteksten, waarvan er 812 geproduceerd en 451 een hit werden, wat hem de bijnaam “the Songwriter Machine” opleverde. Zijn muzikale loopbaan begon echter bescheiden, als zingende ober in een restaurant in Chinatown. “Alexander’s Ragtime Band” uit 1911 was zijn eerste hit, waarvan 2 miljoen exemplaren in de vorm van bladmuziek verkocht werden.

Tin Pan Alley

Irving Berlin was één van de bekendste vertegenwoordigers van Tin Pan Alley, een verzameling veelal Joodse muziekschrijvers en -producers uit Manhattan, die aan het einde van de negentiende eeuw en in de eerste helft van de twintigste eeuw de popmuziek domineerde. Met ritmische nummers over liefde en romantiek schudden ze Victoriaanse normen en waarden van zich af. Hun door grote orkesten begeleide liedjes werden groot dankzij de (Broadway)musicals, revues en films waarin ze vertoond werden. De popartiesten van nu zijn nog altijd schatplichtig aan deze muziekmakers, die met jazz en blues een groot publiek bereikten en daarmee de fundamenten legden van de moderne popmuziek. Veel hits van Berlin klinken nog steeds vertrouwd. Je hoeft geen groot muziekkenner te zijn om de melodieën en teksten te herkennen van “Cheeck to Cheeck” en “There’s No Business Like Show Business”, respectievelijk in 1935 vertolkt door Fred Astaire en in 1954 door Ethel Merman. Maar hoe anders dan deze met veel glitter en glamour omgeven hits klinkt het melancholische “White Christmas”, dat toch ook een product is van datzelfde muziektijdperk.

Het was in 1938 dat Berlin begon met het schrijven van “White Christmas”, maar die decembermaand scoorde hij eerst met “God Bless America” een grote hit. Met de Grote Depressie achter de rug en de dreiging van een nieuwe oorlog in Europa sloeg het patriottische lied, waarvan Berlin al in 1918 de eerste versie schreef, goed aan bij het Amerikaanse volk. Ook in onze tijd is de hymne in de VS een geliefd alternatief voor het officiële volkslied. In de jaren voorafgaand aan de Japanse aanval op marinebasis Pearl Harbor, die de Verenigde Staten de Tweede Wereldoorlog insleurde, was de liedschrijver een fervent supporter van president Franklin Roosevelt en diens interventionistische politiek. Toen de VS in december 1941 Duitsland en Japan de oorlog verklaarde, stond hij als 53-jarige klaar om vrijwillig zijn land te dienen. Niet als soldaat, maar als entertainer. Dat had hij als dienstplichtige tijdens de Eerste Wereldoorlog ook al gedaan, toen hij in dienst van het leger de revueshow “Yip Yip Yaphank” produceerde, een eerbetoon aan het Amerikaanse leger, waarvan de opbrengsten de krijgsmacht ten goede kwamen.

President Franklin D. Roosevelt houdt zijn kersttoespraak via de radio op 24 december 1943. © Franklin D. Roosevelt Presidential Library & Museum
President Franklin D. Roosevelt houdt zijn kersttoespraak via de radio op 24 december 1943. © Franklin D. Roosevelt Presidential Library & Museum

This is the Army

Veel liedjes die Berlin na de aanval op Pearl Harbor schreef gingen expliciet over de oorlog. Dat gold bijvoorbeeld voor “Any Bonds Today” waarin opgeroepen werd om oorlogsobligaties aan te schaffen. Vier jaar lang hield hij zich met name bezig met een nieuwe militaire revueshow, getiteld “This is the Army”, waarvan de opbrengsten waren voor het Army Emergency Relief Fund. De show beleefde op 4 juli 1942 zijn première op Broadway in New York en werd daarna in andere Amerikaanse steden vertoond. Onder andere het aanstekelijke “This is the Army, Mister Jones” maakte onderdeel uit van de voorstelling, waarin Berlin zelf ook een rol had en die in 1943 verfilmd werd met een rol voor de latere president Ronald Reagan. Tweeënhalf jaar reisde Berlin daarnaast met de revuevoorstelling langs Amerikaanse en Britse troepen over heel de wereld, soms dichtbij het front. De laatste voorstelling vond plaats op Hawaii in oktober 1945, een maand na de Japanse overgave.

 Irving Berlin treedt op aan boord van de USS Arkansas in 1944. © US Government

Irving Berlin treedt op aan boord van de USS Arkansas in 1944. © US Government

Ook andere Amerikaanse liedschrijvers droegen hun steentje bij door het schrijven van oorlogsnummers die het moreel moesten hooghouden. Uit de Walt Disney Studio kwam in 1943 bijvoorbeeld het geestige “Der Fuehrer’s Face”, onderdeel van de gelijkmatige korte animatiefilm met Donald Duck in de hoofdrol. In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog, toen marsliederen zoals “It’s A Long Way To Tipperary” succes hadden, waren het in de daaropvolgende oorlog juist ballads die favoriet waren bij militairen. Het ging vaak om liedjes over gescheiden liefdes en de wens elkaar terug te zien, zoals het memorabele, door de Britse artieste Vera Lynn gezongen “We’ll Meet Again” uit 1939. In dat sentiment paste ook het kerstnummer van Berlin, dat al 17 dagen na de aanval op Pearl Harbor voor het eerst door Bing Crosby ten gehore werd gebracht. Het zou echter nog negen maanden duren voordat “White Christmas” werkelijk succes zou krijgen.

Nationale kersthit

Opmerkelijk genoeg had Berlin zelf geen goede herinneringen aan Kerstmis. Op eerste kerstdag 1928 overleed zijn slechts 28 dagen oude zoontje. Het stond hem echter niet in de weg om een kerstnummer te schrijven dat de niet bepaald bescheiden artiest zelf van tevoren al beschouwde als het beste lied dat hijzelf schreef en zelfs dat ooit door iemand geschreven werd. Dat hij het met zijn Joodse achtergrond schreef en het een succes werd, bewijst niet enkel hoe hij zoals zovele Joden assimileerde in de “melting pot” van de Amerikaanse samenleving, maar ook hoe Kerstmis geseculariseerd was. “White Christmas” bevat geen enkele verwijzing naar de christelijke oorsprong van het kerstfeest en speelt daarentegen in op gevoelens van vrolijkheid, nostalgie en mystiek (een eerste couplet dat niet bij deze sentimenten aansloot werd door Berlin geschrapt). Berlin droeg bij aan een trend die talrijke seculiere kersthits voortbracht, zoals “Have Yourself a Merry Little Christmas” uit 1944 en “It’s Beginning to Look a Lot Like Christmas” uit 1951.

“Irving Berlins ‘White Christmas’ heeft zijn weg gevonden in praktisch elk huis en hart in het land”, zo rapporteerde Christian Science Monitor over de uiteindelijke populariteit van Berlins lied. Het lied was het slotstuk van de film “Holiday Inn”, die in de zomer van 1942 uitkwam. Het was een vereiste van Berlin geweest dat Bing Crosby “White Christmas” zou zingen, zoals hij in 1941 ook gedaan had. Midden in de zomer sloeg het lied nog niet aan, maar in dat najaar ging het opeens hard. Vanaf 21 november stond het tien weken aaneen op de eerste plaats in de Amerikaanse hitparade, waar het twintig jaar lang elke decembermaand zou terugkeren met uitzondering van 1953. En zo geschiedde het dat tijdens de Tweede Wereldoorlog “White Christmas” uitgroeide tot het nationale kerstlied en de grootste hit van de oorlog.

Bing Crosby zingt “White Christmas” met Marjorie Reynolds in “Holiday Inn”, 1942. © Paramount Pictures “
Bing Crosby zingt “White Christmas” met Marjorie Reynolds in “Holiday Inn”, 1942. © Paramount Pictures

Tijdens de oorlogsjaren was de hit erg populair bij militairen overzee, vooral bij diegenen die gelegerd waren in tropische gebieden, zoals in de Pacific. Ze vroegen het nummer aan bij verzoekprogramma’s van radiozenders van het leger en draaiden het op jukeboxen in recreatieruimtes. De plaat werd ook meegeleverd in recreatiekisten voor de troepen. Berlin en Crosby werden beide het hele jaar door gevraagd “White Christmas” te zingen, als ze op een legerbasis optraden. Zelfs bikkelharde frontsoldaten hielden het niet droog bij het melancholische lied dat bij hen een beeld opriep van de kerstdagen zoals ze die voor de oorlog thuis hadden gevierd. Soldaten van de 99th Infantry Division, die met de kerstdagen van 1944 gelegerd waren in schuttersputjes langs de Belgisch-Duitse grens, zouden zelfs onderling afgesproken hebben om het lied niet te neuriën. Niet omdat er al genoeg sneeuw gevallen was, maar omdat ze bang waren dat ze anders hun emoties niet de baas zouden zijn.

Troost aan een natie

Hoe kan het dat een lied dat slechts lijkt te gaan over het verlangen naar een ouderwets witte kerst kon uitgroeien tot zo’n knaller van een hit? Jody Rosen, die over het lied een boek schreef, heeft een duidelijke verklaring. Volgens hem vertolkte het lied precies wat er op dat moment leefde onder Amerikanen en bood het de juiste troost aan een natie die in angst en verwarring was. Voor soldaten met heimwee was het volgens hem:

“…een symbool van het land waarnaar ze verlangden terug te keren en van de waarden waarvoor ze vochten en die ze verdedigden.”

Het belang van Kerstmis voor de Amerikanen werd nog eens benadrukt doordat president Roosevelt het aanwees als de enige (feest)dag waarop zelfs fabrieken voor de oorlogsindustrie stilgelegd werden, zodat arbeiders thuis kerst konden vieren.

Elvis Presley is één van de vele artiesten die “White Christmas” zong. Tot ontevredenheid van Irving Berlin. © RCA Records
Elvis Presley is één van de vele artiesten die “White Christmas” zong. Tot ontevredenheid van Irving Berlin. © RCA Records
Ook na de oorlog bleef “White Christmas” mensen raken, zowel in de VS als daarbuiten. Het aantal artiesten dat het lied gezongen heeft is ontelbaar. Berlin zelf zag het met lede ogen aan hoe zijn hit een eigen leven ging leiden. Over de vertolking door Elvis Presley uit 1957 was hij bepaald niet te spreken. Hij mocht dan zelf eens een muziekvernieuwer geweest zijn, maar met rock-‘n-roll had hij niets op. Zijn eigen carrière raakte in het slop. In 1962 maakte hij zijn laatste musical, gewijd aan president Kennedy. Deze pro-Kennedy-musical werd geen succes in een tijd waarin het populair werd om je af te zetten tegen de burgermaatschappij en protestsongs in opkomst waren. Voor Berlin was het tijdstip aangebroken om na een lange en rijke muziekcarrière met pensioen te gaan.

Tot zijn overlijden in 1989 werd Berlin geplaagd door depressies en paniekaanvallen. Hij leefde een teruggetrokken bestaan, maar werd niet vergeten. Een jaar voor zijn dood was er in Carnegie Hall in New York door diverse grote namen uit de entertainmentwereld nog een show opgedragen aan zijn honderdste verjaardag, waarin Rosemary Clooney “White Christmas” zong. “We kunnen geen Kerstmis meer vieren zonder”, zo verklaarde de zangeres toen over de legendarische kersthit die ook tegenwoordig aan boodschap nog niet verloren heeft, al is die wel anders dan toen. “Gaat het dit jaar wél sneeuwen met de kerst?” Er is geen weerman die deze vraag in de dagen voorafgaand aan de kerstdagen onbeantwoord zal laten.

Dit artikel werd grotendeels gebaseerd op het boek White Christmas: The Story of an American Song uit 2002 van Jody Rosen (9780743218764).

Kevin Prenger schreef een boek over Kerst in de Tweede Wereldoorlog: Kerstmis onder vuur – Kerst tijdens de Tweede Wereldoorlog: aan het front, thuis en in de kampen

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de 20ste eeuw, in het bijzonder de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 publiceerde hij het boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode en de Tweede Wereldoorlog. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur en Kolberg. In 2021 verscheen zijn boek Meer dan alleen Auschwitz, gevolgd door In de schaduw van Schindler in 2022. Momenteel werkt hij aan een boek over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. Zie ook zijn website of X-account.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×