Wie een ruimte binnenkomt en de aanwezigen op de hoogte brengt van slecht nieuws, maakt zich niet direct populair. Zo’n figuur wordt ook wel eens een jobsbode genoemd. Waarom?
Dit woord is ontleend aan het Bijbelboek Job. Dit bekende boek draait om een man genaamd Job, die in zijn leven met nogal wat onheil wordt geconfronteerd. Aanvankelijk is er geen vuiltje aan de lucht. Job is een welvarend en godvrezend man. Maar dan wordt hij plotseling inzet van een discussie tussen God en de duivel. Laatstgenoemde is ervan overtuigd dat Job zijn geloof in God zal verliezen als hij alles kwijtraakt wat hij heeft. Nu het goed met hem gaat, heeft hij immers niks te klagen. Waarom zou hij dan zijn geloof in zijn God verliezen? Wacht maar, zo beweert de duivel, als hij alles verliest zegt hij ook zijn God wel vaarwel…
Job wordt hierna op de proef gesteld. Hij verliest alles wat hij heeft. Niet alleen vervalt hij in armoe, hij wordt ook ziek en verliest zijn tien kinderen. Steeds als hem nieuw onheil treft wordt dit nieuws hem gebracht door een boodschapper die ook een plek in onze taal heeft gekregen: de jobsbode. Ook wordt het woord jobstijding weleens gebruikt als aanduiding voor het betreffende ongeluksbericht.
Onheilsprofeet
De brenger van slecht nieuws wordt soms ook een onheilsprofeet genoemd. Dit woord heeft niets te maken met het verhaal over Job, maar is wel net als de jobsbode ontleend aan de bijbel. In het Oude Testament is namelijk op verschillende plekken te lezen hoe het joodse volk wordt bezocht door profeten die allerlei rampen voorspellen. Zij kwamen bekend te staan als onheilsprofeten.