Dark
Light

Thom Karremans (1948) – Commandant van Dutchbat III

“I’m just the pianist, don’t shoot the pianist”
Auteur:
4 minuten leestijd
Thom Karremans in 1995
Thom Karremans in 1995

Thom Karremans (1948) was commandant was van Dutchbat III tijdens de val van Srebrenica in juli 1995. De Nederlandse militair is onlosmakelijk verbonden met de zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis waarbij 8.000 moslimmannen en -jongeren werden vermoord.

Karremans volgt een militaire opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. In 1979 wordt hij uitgezonden naar Libanon en maakt hij deel uit van een VN Vredesmacht. Daarna werkt hij voor de NAVO in België, waar hij zich bezighoudt met wapenbeheersing. In 1991 vertrekt hij voor het eerst naar Bosnië als officier bij de EG-waarnemingscommissie. Bij terugkomst wordt hij commandant bij een infanteriebataljon in Assen.

Srebrenica

Karremans wordt in 1994 benoemd tot commandant van Dutchbat III, een eenheid die wordt uitgezonden naar de enclave Srebrenica. Duizenden moslims zijn naar de enclave gevlucht om te ontkomen aan het Servische leger. Dutchbat III heeft als taak hen te beschermen tegen de Serven. De aanvankelijke vredesmissie, wordt door Servische beschietingen grimmiger. Door de Servische omsingeling komen er maar mondjesmaat goederen en voedsel terecht in de enclave. Als tegenreactie gaan enkele moslims de enclave zo nu en dan uit om voedsel te stelen van de Serven. Op 5 juli 1995 worden de aanvallen van de Serven in het gebied dusdanig hevig dat Karremans een alarm-fax stuurt naar de VN, waarin hij aangeeft dat zijn mannen met de weinige middelen en een voedselschaarste weinig kunnen doen om de situatie te verbeteren. Hij waarschuwt dat als er geen hulp komt, zich een grote ramp kan voltrekken.

Het Servische leger begint een dag later met de beschietingen van de enclave. De beschietingen houden zes dagen aan. Karremans vraagt zes keer om luchtsteun. Deze komt uiteindelijk veel te laat en dringt de Serven niet terug. Op 11 juli wordt de enclave ingenomen door de Serven. Karremans probeert te onderhandelen met de Servische generaal Ratko Mladic voor een vrije aftocht van de moslims. Die onderhandeling wordt een farce. Als Mladic hem beschuldigt van het aanvallen van zijn mannen, zegt Karremans: “I’m just the pianist, don’t shoot the pianist”, waarna Mladic antwoordt: “You are a bad pianist”. Volgens de kritieken maakte Karremans tijdens dit gesprek een overrompelende en weinig daadkrachtige indruk. Het falen van die onderhandelingen zou uiteindelijk leiden tot een van de grootste massaslachtingen die het naoorlogse Europa heeft gekend.

Een dag na de onderhandelingen draagt Karremans zijn mannen op om de mannen van de vrouwen en kinderen te scheiden. De vluchtelingen worden hierna in bussen afgevoerd. Volgens afspraak naar een veilig gebied. Daarna vertrekt het bataljon. Karremans krijgt van Mladic een schemerlamp als relatiegeschenk, die hij ogenschijnlijk enthousiast aanvaardt. Een gebaar waar later veel kritiek op komt. Na het vertrek naar Zagreb vieren Karremans’ mannen het einde van de missie uitbundig. De afgevoerde mannen worden ondertussen niet naar veilige plekken gebracht, maar naar voetbalvelden, lege fabriekshallen en loodsen, waar een massaslachting plaatsvindt. Zeker 8.000 mannen worden door het leger van Mladic vermoord.

Kritiek

Mladic schudt Karremans (rechts) in Srebrenica de hand
Mladic schudt Karremans (rechts) in Srebrenica de hand
Karremans wordt na het drama het symbool van de mislukte missie. Zijn bevelhebber destijds, Hans Couzy, zegt na zijn pensioen dat de legerleiding bij een oefening in Duitsland al twijfelde over de leiderschapskwaliteiten van Karremans. Ook verschillende (vastgelegde) gebeurtenissen spreken in Karremans nadeel. In Srebrenica wordt een foto gemaakt van Karremans die een glaasje drinkt met Mladic. Volgens Karremans wordt hij dan erg geïntimideerd en ontdekt hij te laat dat het Mladic is die tegenover hem zit. Ook tijdens de onderhandeling met Mladic maakt Karremans geen daadkrachtige indruk. Bij aankomst in Zagreb prijst Karremans Mladic voor zijn militaire strategie en merkt hij op dat er geen ‘good guys and bad guys’ zijn in Bosnië. Die speech is overigens geschreven door Defensievoorlichters, die ook die laatste zin hebben bedacht.

Na het drama wordt Karremans tot ontsteltenis van minister van Defensie Joris Voorhoeve bevorderd tot kolonel. Hij krijgt een baan in de Verenigde Staten. Later werkt hij voor de NAVO in Duitsland.

Vlucht en rehabilitatie

Als Karremans na zijn pensioen weer terugkeert naar Nederland, blijkt hij niet welkom. Na diverse (doods-)bedreigingen vlucht hij naar Spanje. In 1998 brengt hij het boek Srebrenica – Who cares?: Een puzzel van de werkelijkheid uit, waarin hij zijn rol en visie op de gebeurtenissen beschrijft. In het boek probeert hij zichzelf, maar vooral de Dutchbatters vrij te pleiten. Hij probeert uit te leggen dat de missie kansloos was met de middelen die ze hadden en schrijft zeer teleurgesteld te zijn in de legerleiding en de VN.

Pas in 2004, wanneer Karremans moet getuigen voor de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek doet naar de val van Srebrenica, verandert de publieke opinie enigszins. Hij is dan al vrijgepleit van alle schuld door een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). In dat onderzoek wordt vooral kritiek geuit op de legerleiding, waaronder Hans Couzy. Couzy heeft diverse persoonlijke aantekeningen uit die tijd vernietigd en heeft tijdens de missie informatie voor minister Voorhoeve achtergehouden. Volgens Couzy heeft hij nooit bewust iets achtergehouden, maar was het vooral de slechte relatie tussen beide heren die de communicatie bemoeilijkte.

In 2004 is Karremans opnieuw in het nieuws. Hij moet dan als getuige verschijnen voor het Joegoslavië-Tribunaal maar is onvindbaar. Uiteindelijk wordt hij toch gevonden en getuigt hij tegen de Bosnisch-Servische officieren Vidoje Blagojevic en Dragan Jokic.

In december 2006 worden de Dutchbatters die betrokken waren bij Srebrenica alsnog gerehabiliteerd en ontvangen ze een insigne. Het herinneringsteken is volgens minister van Defensie Henk Kamp:

“Een erkenning van de miskenning, van een onmogelijke missie en tegelijkertijd een erkenning voor de uitvoering van een moeilijke taak en de voltooiing van eerherstel van Dutchbat.”

Karremans is de eerste die de insigne in ontvangst mag nemen. Ook houdt hij een toespraak. Daarin zegt hij getwijfeld te hebben over het aannemen van de insigne. Karremans:

“Uiteindelijk heb ik mijn gevoelens van waardering en bewondering voor de onmogelijke taak van de militairen laten prefereren.”

Thom Karremans leeft nog steeds teruggetrokken in Spanje.

Boek: De slag om Srebrenica – De aanloop, de val, de naschok

×