Bij de nieuwe Bommenregeling is het credo zelf betalen, tenzij en biedt de overheid alleen nog een sober vangnet voor excessieve kosten. Alleen als er onvoorziene, excessieve kosten zijn, kan een beroep worden gedaan op de collectiviteit van gemeenten via het gemeentefonds.
Op dit moment is er nog een veel ruimhartiger regeling. De gemeenten Rotterdam, Amsterdam en Den Haag ontvangen jaarlijks een vaste bijdrage en daarnaast ontvangen nog eens 27 gemeenten waar geregeld explosieven gevonden worden, een vaste bijdrage per jaar op basis van opgeleverde nieuwbouwwoningen. De overige gemeenten kunnen, bij de vondst van explosieven, via het gemeentefonds aanspraak maken op 70 procent van de gemaakte kosten. In de nieuwe regeling gaat men uit van het zogenaamde profijtbeginsel. De Rfv legt uit:
“De opdrachtgever voor grondroerende werkzaamheden, bijvoorbeeld een projectontwikkelaar, moet zelf op grond van de ARBO-wet veilige werkomstandigheden kunnen garanderen. Daarom moet hij de kosten voor het ruimen van conventionele explosieven in het bestek opnemen en zelf dragen.”
De kosten van ruiming en onderzoek zal echter niet altijd bij de opdrachtgever komen te liggen. Bij een onverwachte vondst kan een gemeente namelijk besluiten dat het noodzakelijk is om het hele gebied te onderzoeken. De Rfv:
“De gemeente maakt dan de afweging tussen kosten en baten van opsporing (verhoogde veiligheid in relatie met het gebruik van de grond). Verder kan de gemeente besluiten om de kosten voor opsporing van explosieven van derden over te nemen, omdat hij vindt dat opsporing in zijn belang is.”