De Hongaar zou tijdens de oorlog als politiecommandant in het getto van de stad Kassa (nu Kosice in Slowakije) hebben gewerkt. Hij zou zich daar opvallend wreed hebben gedragen.
Zo zou hij vrouwen bijvoorbeeld vaak hebben geslagen en Joden opdracht hebben gegeven met hun blote handen gaten te graven in bevroren grond.
Het Simon Wiesenthal Centrum, dat zich onder meer bezighoudt met de jacht op oorlogsmisdadigers, gaf justitie in Hongarije twee jaar geleden al informatie over Csatary. De organisatie houdt Csatary verantwoordelijk voor de dood van 15.700 Joden.
Nadat The Sun vorig jaar bekendmaakte de oud-nazi te hebben gevonden, kwamen er jongeren naar de woning van de Hongaar. Ze eisten de arrestatie van Csatary en besmeurden de woning van de Hongaar met hakenkruizen. Kort hierna werd Csatary gearresteerd.
Laszlo Csatary werd eerder al door Slowakije aangeklaagd voor oorlogsmisdaden. Nu is hij in Hongarije dus ook aangeklaagd. De hoofdaanklager in Hongarije verwacht dat de rechtszaak binnen drie maanden kan beginnen.
Op de vlucht
Na de oorlog vluchtte Laszlo Csatary naar Canada waar hij ging werken als kunstverzamelaar. In 1948 werd hij in Tsjecho-Slowakije bij verstek ter dood veroordeeld. Eind jaren negentig kwam de Hongaar in de problemen. Omdat hij op zijn aanmeldingsformulier bleek te hebben gelogen werd in Canada zijn staatsburgerschap ingetrokken. Hij werd het land uitgezet. Vanaf dat moment was onduidelijk waar de Hongaar zich ophield. Vorig jaar werd echter duidelijk dat hij zich in Boedapest ophield.