In 1948 verkocht de Stichting Nederlands Kunstbezit aan prinses Juliana het schilderij 'Landschap met St. Hubertus' van kunstschilder Paul Bril. Voor die verkoop had de oorspronkelijke eigenaar, de joodse kunstenaar en kunsthandelaar Joseph Henri Gosschalk, toestemming moeten geven.
In de opsomming van wie er in de firma Goudstikker allemaal ongehoord hoge provisies ontvingen, ontbreekt in het CABR-dossier van Jan Dik jr. vreemd genoeg de naam van notaris Van den Bergh.
De gemeente Amsterdam heeft besloten het schilderij Bild mit Häusern van Wassily Kandinsky over te dragen aan de familie Lewenstein, erfgenamen van een joods echtpaar dat het werk tijdens de Tweede Wereldoorlog van de hand deed.
Als het niet lukt om de oorspronkelijke eigenaren of erfgenamen te vinden van kunstwerken die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden geroofd, worden de cultuurgoederen die in bezit zijn van de Nederlandse Staat voortaan teruggegeven aan de Joodse gemeenschap.
Na de bevrijding hebben de Canadezen geprobeerd de Goudstikker-collectie als oorlogsbuit te vorderen. De Nederlandse Inlichtingendienst, in de persoon van majoor Cees Fock, heeft dit weten te voorkomen door de collectie in het geheim over te laten brengen naar de kluis van het Stedelijk Museum te Zandvoort.
Bijna zestig jaar na diefstal uit Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, is een gestolen kunstwerk teruggevonden. Het gaat om een vijftiende-eeuws paneeltje met ‘De geboorte van Maria’.