Dark
Light

Theo Thijssen, meer dan een schoolmeester

5 minuten leestijd
Theo Thijssen
Theo Thijssen - Foto: RRVD

Theo Thijssen is vooral bekend geworden als letterkundige. Zijn roman Kees de jongen geldt als een van de klassiekers uit de Nederlandse literatuur. Maar Thijssen was veel meer. Hij was onder meer leerkracht, onderwijsdeskundige, vakbondsman en Tweede Kamerlid. Over hem heeft Peter-Paul de Baar de biografie Theo Thijssen (1879-1943) geschreven.

Thijssen werd geboren in de Amsterdamse wijk de Jordaan. Dat was toen nog niet een veryupt district vol peperdure flatjes, maar een arme buurt waar voornamelijk arbeiders woonden. De vader van Thijssen sprong daar nog aardig bovenuit. Hij verdiende zijn geld als schoenmaker en had een eigen bedrijfje in de Eerste Leliedwarssstraat, vlakbij de legendarische Westertoren. Tegenwoordig is op dat adres het Theo Thijssen Museum gevestigd. Vader Thijssen overleed overigens al vroeg, waarna de moeder een eigen kruidenierswinkeltje begon. Een vetpot was dat niet.

Kees de jongen
Kees de jongen
Thijssen deed het goed op de lagere school, zoals de basisschool vroeger heette. Hij mocht na voltooiing ervan met een beurs ‘doorleren’, eerst op een verlengde lagere schoolopleiding in Amsterdam en daarna op de Rijkskweekschool voor onderwijzers in Haarlem, bijgenaamd ‘de Bak’. Onderwijzer worden was destijds de vrijwel enige mogelijkheid voor iemand van mindere komaf om het verder te brengen. De kweekschool stond dan ook bekend als de ‘universiteit voor de lagere standen’.

Als kwekeling richtte Thijssen eind negentiende eeuw het tijdschrift Baknieuws op, Weekblad voor den Nederlandsche Kweekeling. Thijssen schreef de inhoud van het periodiek, dat ook in andere steden met een kweekschool verscheen, vaak grotendeels zelf, al dan niet onder schuilnamen. Het periodiek bevatte naast onderwijsnieuwtjes ook gedichten, verhalen en beschouwingen over literatuur.

Rebels

De directeur van de Haarlemse kweekschool was ‘niet enthousiast’ over het blad en verbood de verschijning ervan omdat het te rebels zou zijn. In enkele andere steden gebeurde hetzelfde. Thijssen droeg daarom het hoofdredacteurschap formeel over aan iemand van elders, al lijkt hij het onder een verzonnen naam te hebben voortgezet.

Na zijn studie in Haarlem werd Thijssen onderwijzer in zijn geboortestad. Dat bleef hij tot 1921. In 1905 richtte hij met zijn schoolvriend Piet Bol het tijdschrift De nieuwe school op, dat vooral beschouwingen over het onderwijs bevatte. Thijssen propageerde hier zijn zienswijze, die erop neerkwam dat leerkrachten aandacht dienden te hebben voor het individu van de scholier, en dat het lager onderwijs zich hoofdzakelijk moest bezighouden met taal en rekenen. Het periodiek bevatte daarnaast kritische en vaak spottende stukken over onder meer jeugdliteratuur.

In De nieuwe school verscheen ook als feuilleton Thijssens eerste roman Barend Wels, waarin de ervaringen van een aankomend onderwijzer worden geschetst. Dit boek zag in 1908 het licht bij C.A.J. van Dishoeck in Bussum, een bedrijf dat de vaste uitgever van Thijssen zou worden. Ook de eerste fragmenten van Kees de jongen werden in De nieuwe school gepubliceerd.

Socialisme

Thijssen voelde zich aangetrokken tot het socialisme, zeker als dat niet al te wilde toekomstbeelden schetste. Wanneer hij precies lid is geworden van de SDAP (voorloper van de PvdA) is onduidelijk. Dat geldt voor wel meer details uit zijn leven. De Baar moet noodgedwongen nogal eens uitwijken naar de romans van Thijssen omdat er geen andere informatiebronnen beschikbaar zijn of omdat ledenlijsten verloren zijn gegaan. Maar dat Thijssen zich rond 1912 heeft gemeld bij de SDAP staat vast. Hij zou zelfs nog Kamerlid en later ook gemeenteraadslid worden voor deze partij.

Theo Thijssen (midden-boven met snor) namens de SDAP in de Tweede Kamer
Theo Thijssen (midden-boven met snor) namens de SDAP in de Tweede Kamer (CC BY-SA 3.0 nl – Spaarnestad / Smits – wiki)
In 1921 gaf de hoofdpersoon van de biografie zijn baan van schoolmeester op, maar hij bleef vrijwel zijn hele leven in de onderwijssector actief. Thijssen werd bezoldigd bestuurder van de Bond van Nederlandse Onderwijzers, een voorloper van de huidige AOb. Als vakbondsbestuurder was Thijssen onder meer verantwoordelijk voor de bondsbladen School en huis en De Bode.

In 1923 verscheen Kees de jongen. Deze roman beschrijft de wederwaardigheden van de elfjarige Kees Bakels, die – net als Thijssen – opgroeide in de Jordaan als zoon van een schoenmaker. Kees, die een rijke fantasie heeft, stelt zich voor hoe hij over verborgen kwaliteiten beschikt en allerlei heldenrollen vervult. Het bekendste element uit de roman is wel de ‘zwembadpas’: een speciale manier van lopen waarmee het hoofdpersonage zich naar het zwembad voortbeweegt. Kees wordt in de loop van de roman verliefd op zijn klasgenootje Rosa Overbeek, die hem aan het einde van het boek – als Kees een baantje als jongste bediende aanneemt – kust en hem ‘Fijnerd, lieverd’ noemt.

Hoewel Thijssen heeft ontkend dat Kees de jongen autobiografisch is, bevat de roman overduidelijk parallellen met zijn eigen leven. Ook in de boeken die daarna verschenen, zoals Schoolland, De gelukkige klas en Het grijze kind (Thijssens persoonlijke favoriet) heeft hij onbetwistbaar geput uit zijn eigen ervaringen. Dat is helemaal het geval bij In de ochtend van het leven, verschenen in 1941, want dat bestaat uit jeugdherinneringen.

Beeld van Theo Thijssen door Hans Bayens in de Lindengracht in Amsterdam
Beeld van Theo Thijssen door Hans Bayens in de Lindengracht in Amsterdam (CC BY-SA 4.0 – Jmh2o – wiki)

Gemeenteraad

Thijssen werd in 1933 Kamerlid. Hij voerde uiteraard vooral het woord over onderwijs, hoewel hij zich ook wel met andere onderwerpen bezighield. In 1936 trad hij toe tot de Amsterdamse gemeenteraad.

De Baar besteedt vrij ruim aandacht aan het persoonlijke leven van Thijssen. Erg gelukkig moet dat niet geweest zijn. Zijn eerste vrouw stierf al vlug na hun trouwen en Thijssen bleef als vader van een zoontje achter. Hij trouwde kort daarna opnieuw, maar het huwelijk schijnt niet ideaal geweest te zijn. Hij zou een (mogelijk platonische) relatie hebben gehad met de echtgenote van een ander. In 1943 overleed Thijssen na een kort ziekbed op de relatief jonge leeftijd van 64 jaar.

Theo Thijssen (1879-1943)De Baar heeft een instructieve biografie over hem geschreven. Opvallende onthullingen bevat ze niet, maar de stijl is strak en zakelijk, zonder krullendraaierij, en hier en daar licht ironisch.

Helaas bevat het boek wel enkele dubieuze elementen. Zo schrijft de auteur in zijn inleiding dat Kees de jongen vorig jaar in een enquête onder leraren Nederlands en andere deskundigen op de 59ste plaats is geëindigd, waarbij de roman ‘recentere klassiekers’ als Villa des Roses van Willem Elsschot achter zich liet. Maar Villa des Roses verscheen in 1913, Kees de jongen tien jaar later. Weliswaar werden van Thijssens roman al in 1908 enkele passages gepubliceerd, maar het gaat wat ver om Villa des Roses een ‘recentere klassieker’ te noemen. Verderop in zijn biografie laat De Baar weten dat vader Thijssen in 1890 failliet werd verklaard, maar dat het faillissement later door een ‘gehomologeerd akkoord’ weer werd opgeheven. Hoeveel lezers van zijn boek zouden spontaan weten wat een ‘gehomologeerd akkoord’ is?

Boek: Theo Thijssen (1879-1943) Schrijver, schoolmeester, socialist

×