Dark
Light

Op pad met Hein en Toon, tweeling van de collaboratie

Het verdriet van Vlaanderen – Kristien Hemmerechts
12 minuten leestijd
De kinderen Van den Brempt - © Familie van den Brempt
De Belgische tweelingbroers Hein en Toon Van den Brempt (°1945) zijn zonen van een SS’er. Hun moeder werkte als secretaresse voor een SS’er, en ook hun drie ooms waren bij de SS. De oudste van de drie kreeg vanaf 1943 zelfs de leiding over de Vlaamse SS. Hein en Toon getuigden in de Canvas-serie ‘Kinderen van de collaboratie’ (najaar 2017). In het besef dat er veel meer te ontdekken viel namen ze Kristien Hemmerechts in de arm om een boek te schrijven. In Het verdriet van Vlaanderen, dat februari 2019 verschijnt bij uitgeverij De Geus, vertellen ze over de boeiende zoektocht die ze samen ondernamen. Daarbij sneuvelden heel wat mythes die Hein en Toon door hun familie op de mouw waren gespeld. Op Historiek een artikel over de zoektocht van Kristien Hemmerechts.

De genadedossiers

De eerste dossiers die we kunnen en mogen raadplegen heten ‘genadedossiers’. Daarin zitten alle documenten die betrekking hebben op de pogingen van de veroordeelden om strafvermindering te krijgen. Ze zaten in de gevangenis en ze wilden er begrijpelijkerwijs zo snel mogelijk weer uit. Daartoe moest een advocaat in de arm worden genomen en moest een genadeverzoek worden ingediend, gericht aan de koning. De vorst had de macht om genade te verlenen. Vandaag gaat dat nog altijd net zo, al beslist de koning niet zelf. Hij volgt de adviezen van het ministerie van Justitie. Ook in de naoorlogse jaren gold die regel. De genadedossiers vormen de laatste schakel in het gerechtelijke proces. We beginnen dus eigenlijk bij het eindpunt. Je komt er al heel wat in te weten, omdat het verzoek om genade uiteraard beoordeeld werd in het licht van de aard en de ernst van de gepleegde misdaden.

‘Nee, nee, die man of vrouw is nog niet rijp voor genade, laat die nog maar even sudderen in de cel.’

‘Onze’ dossiers worden bewaard in de hoofdzetel van het Belgische Rijksarchief in de Ruisbroekstraat te Brussel. Ik ben vaak in die buurt gepasseerd zonder te vermoeden wat een belangrijke plek het is. Dat geldt, zo vermoed ik, voor de meeste van mijn landgenoten.

Toon en ik schaffen een lezerskaart aan en gaan zitten wachten in de leeszaal. We voelen ons allebei lichtjes opgewonden. De deur naar het verleden van zijn familie wordt voor ons op een kiertje gezet. We kunnen bij wijze van spreken de scharnieren horen kraken en piepen. Vooral voor Toon is het spannend. Met welke waarheden, prettig of onprettig, zal hij worden geconfronteerd?

Toon Van den Brempt tijdens de VRT documentaire 'Kinderen van de Calaboratie', © VRT
Toon Van den Brempt tijdens de VRT documentaire ‘Kinderen van de Calaboratie’, © VRT

De pakken liggen voor ons op tafel. Het voelt bijna als grafschennis om het touwtje eraf te halen en de dossiers open te slaan. Zouden we hier geen handschoenen voor moeten aantrekken? Het eerste wat opvalt is hoe oud de documenten zijn, hoe broos het papier. Documenten die samen hoorden, werden met een kopspeld aan elkaar gehecht. Die speldjes zijn intussen verroest en soms bijna letterlijk aan het papier vastgeroest. Toon en ik halen ze er heel voorzichtig uit om het papier niet te scheuren. Na lectuur schuiven we ze weer even voorzichtig in de gaatjes. Ik denk: mogen wij die speldjes wel zomaar verwijderen? Ik ben bang een belangrijke sleutel te vernietigen door onoplettend de volgorde te veranderen, of twee documenten aan elkaar te spelden die eigenlijk niet bij elkaar horen.

Bij een brief van HVdB [de vader van Toon, een SS’er] zit een foto – bevestigd met alweer zo’n roestige speld – van Lies [de moeder van Toon en van zijn tweelingbroer Hein] met de tweeling [Hein en Toon, dus]. Achter haar een getralied venster. Iets of iemand is van de foto afgeknipt. ‘Die wil ik hebben’, zegt Toon en hij grijpt ernaar. ‘Nee,’ zeg ik, ‘dat mag niet!’

Toon maakt dan maar een foto van het halve fotootje en stuurt die naar Hein. Die reageert bijna meteen met:

‘Een verscheurde foto van een verscheurd gezin.’

In de dossiers wordt creatief omgesprongen met de spelling van namen, en ook met de namen zelf. HVdB heet nu eens Hendrik, dan weer Henri. Lies is Liesbeth, Liesbet, Elisabeth. Het moest allemaal worden getypt, de ene typist was wat vaardiger en zorgvuldiger dan de andere. Soms was het inktlint zo versleten dat je vandaag het papier tegen het licht moet houden om te kunnen lezen wat er staat.

Henri Van den Brempt – © Familie Van den Brempt
Henri Van den Brempt – © Familie Van den Brempt

Sommige passages zijn aangestreept met een rood of blauw potlood. Ik vermoed dat potloden werden gebruikt met een blauwe punt aan de ene kant en een rode aan de andere, forse dingen waarmee je stevige strepen kunt trekken. Ze dateren uit de tijd voor viltstiften populair werden. Ook ik heb ze vaak gebruikt. Door die strepen kun je je moeiteloos voorstellen hoe iemand het rapport heeft opgesteld, en vervolgens heeft de man of vrouw – in die tijd waarschijnlijk de man – die de aanvraag moest wikken en wegen passages onderstreept, of zelfs van een uitroepteken voorzien. Je hoort die denken: hola, hola, wat staat hier allemaal! Nee, nee, die man of vrouw is nog niet rijp voor genade, laat die nog maar even sudderen in de cel.

De zin in de genadedossiers die mij het meest in het oog springt én schokt is deze:

‘Het gezin Verschuren [het gezin waarvan de moeder van Hein en Toon deel uitmaakte] zijn een der meeste gehate personen uit de gemeente.’

Het betreft de gemeente Boechout, in die tijd dikwijls gespeld als ‘Bouchout’, waar de Verschuerens voor en tijdens de oorlog woonden op de ‘Vremdschesteenweg 82’. Dat is het huis waarvan op 5 september 1944 de inboedel werd leeggeroofd en/of vernield, inclusief de piano. Antwerpen werd op 4 september tegen de avond bevrijd. De wraak heeft niet lang op zich laten wachten. In Boechout waren de Verschuerens na de oorlog echt niet meer welkom, zo meldt de burgemeester. Wanneer de vrijlating van Bompa [de grootvader van Hein en Toon] in zicht komt, wordt vastgelegd dat hij zich niet in Boechout zal mogen vertonen, en ook niet in Antwerpen. Op 1 augustus 1950 verlaat hij de gevangenis en trekt in ‘bij zijn echtgenote en kinderen’ in de Vosstraat 43 in Borgerhout. Vandaag zouden we zeggen: dat is toch ook Antwerpen, maar toen werd Borgerhout blijkbaar niet als grondgebied van Antwerpen beschouwd. Bompa was veroordeeld tot ‘vijftien jaar buitengewone hechtenis’. Daarvan heeft hij vijf jaar en drie maanden ook echt moeten ‘brommen’, om een ouderwetse uitdrukking uit de vergeetput van de taal op te diepen.

De kinderen Van den Brempt - © Familie Van den Brempt
De kinderen Van den Brempt – © Familie Van den Brempt

Nonkel Twan

Schok nummer twee komt met deze omschrijving van Nonkel Twan [de oudste broer van Lies, een oom van Hein en Toon dus]:

‘De Belg die het grootst aantal moorden en baldadigheden, persoonlijk of door tussenpersoon, gepleegd heeft.’

Nonkel Twan werd twee keer ter dood veroordeeld, op 29 oktober 1947 wegens het opnemen van de wapens tegen België, en op 15 september 1948 wegens ‘zijn deelname aan de aanslagen van 28 februari 1944 te Brussel’. Die aanslagen waren door hem als vergelding bedoeld voor verzetsdaden, ’terrorisme’ in zijn ogen. ‘Terreur moet bestreden worden met contraterreur’, zo luidde het devies. Het initiatief kwam van Robert Verbelen, de beruchte stafleider van DeVlag [Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft] en oprichter van het Veiligheidskorps, maar Twan Verschuren was het zeer met hem eens. Ook hij beschouwde verzetsstrijders als terroristen. Zij vielen immers ‘zijn’ mensen aan en zaaiden terreur. Het kwam blijkbaar niet bij hem op om de zaak ook eens vanuit hun standpunt te bekijken. Of om te bedenken dat híj de terrorist was.

Op de avond van 28 februari 1944 werden op verschillende plaatsen in Brussel de grove middelen ingezet in de strijd tegen het ’terroristische’ verzet. Twan organiseerde en instrueerde, en ging ook zelf tot de actie over. Rond half elf ’s avonds ging hij naar het politiecommissariaat van Vorst en maaide er met een mitraillette drie van de vier aanwezige agenten neer. Achteraf werden een dertigtal hulzen teruggevonden. Twan verliet het gebouw en ‘een zijner kameraden’ wierp een handgranaat naar binnen.

Er is in zijn dossier verder meermaals sprake van razzia’s die op zijn bevel zijn uitgevoerd. God weet van hoeveel mensen hij de dood op zijn geweten heeft.

‘Drie jaar lang zat hij in de dodencel in de vaste overtuiging gefusilleerd te zullen worden’

‘Terechtstelling in ’t openbaar te Elsene’, dat was wat de krijgsraad voor Twan in gedachten had. Drie jaar lang zat hij in de dodencel in de vaste overtuiging gefusilleerd te zullen worden, zo vertelt hij in het interview voor Histories. Op 9 juli 1957 werd zijn straf omgezet in levenslang, getekend: Baudouin, koning Boudewijn dus. Vier van de negen commissieleden hadden negatief geadviseerd, omdat ze absoluut wilden voorkomen dat Twan Verschuren ooit als een vrij man de gevangenis zou verlaten. Terecht vreesde men dat een levenslange straf daar onvermijdelijk toe zou leiden. Vijf commissieleden oordeelden anders en Twan ontsnapte aan een leven lang in de cel.

(…)

Wat je in de genadedossiers niet te weten komt, tenzij brieven zijn bewaard, zoals de brieven van weduwe Daems: hoe kwamen de auditeurs aan hun informatie? Gingen ze actief op zoek naar getuigenissen, of kregen ze die spontaan in hun brievenbus? Of aan de telefoon? Zijn mensen bij auditeurs gaan klikken? Hun hart gaan uitstorten? Hun wrevel luchten? Sommige gegevens overstijgen nauwelijks het niveau van geroddel. Zo staat er ergens te lezen dat Lies/Moeke in de maand 1942 door twee getuigen te Antwerpen is gezien in het ‘uniform der “Hitler-Jeugd Vlaanderen”’. Kan waar zijn, kan ook niet waar zijn.

Henri Van den Brempt – © Familie Van den Brempt
Veel konden die auditeurs onmogelijk controleren. Zo maakte HVdB hun blijkbaar met succes wijs dat hij in de oorlog als schrijver werd ingezet en de steekkaarten moest bijhouden. Hij klinkt alsof hij geen wapen heeft aangeraakt. Dat staat haaks op de oorlogsverhalen waarop hij zijn zonen trakteerde, zoals over het fameuze pakje sigaretten Atika dat zijn hachje redde. Merkwaardig genoeg krijg je de indruk dat de auditeurs bereid waren er geloof aan te hechten.

Dit komt uit het verslag van wat HVdB aan zijn ondervragers verklaarde:

‘Na een opleidingsperiode te Hamburg en te Debicca [het Poolse Dębica, ook Nonkel Twan verwijst ernaar in Histories] doorbracht te hebben, vertrok hij naar het front te Leningrad. Hij beweert er nooit gestreden te hebben maar er wel steeds den dienst van schrijver op den bureel van den Kie [de compagnie] uitgeoefend te hebben.’

De brand

In de lokalen van de Kie brak brand uit, waarin hij werd verwond. Aan Els [zijn dochter] heeft hij over die brand verteld dat hij toen een vrouw uit de vlammenzee heeft gered, vanwaar zijn brandwonden, aan zijn oren, zo meende ze zich te herinneren. Ze greep erbij naar haar oren.

De bewuste brand wordt ook beschreven in Vlaanderen in Uniform 1940-1945. In deel zeven staat daarover:

‘Het was 1 mei [1942], feest van de arbeid en er werd gevierd. Recht tegenover onze “Schreibstube”, lag een eenheid van de Wehrmacht. Een van die kompels [van het Duitse “Kumpel”, kameraad, collega, vriend, maatje] was bezig een aansteker aan te vullen met gezuiverde naft [benzine]. Hij ging daar nogal kwistig mee om, met het gevolg, dat bij het proberen een genster op het met naft doordrenkte tafelblad terechtkwam en brm … en alles stond op slag in lichterlaaie. Dit was omstreeks 15 uur. Bijna het ganse dorp moest eraan geloven. Het munitiedepot van de vijfde kompagnie, met zijn lichtkogels, T-mijnen, granaatwerpermunitie, Pakmunitie en “Tulpgranaten” maakten een oorverdovend lawaai. De kledingskamer, burelen, ook die van de “Stab”, kledingstukken en uitrusting van de mannen, alles verdween in de vlammen. Daarbij viel een gekwetste te betreuren nl. Hein Van den Broecke [HVdB]. Hij ging helpen om de paarden uit de stallen te halen van de mannen van de Wehrmacht, die waren noch [nog] “bespannt” en daardoor heeft hij gans zijn rug verbrand. Hij keerde nooit meer bij de Vlamingen terug.’

Niet zijn oren maar zijn rug zou dus zijn verbrand. Of allebei uiteraard. En niet een vrouw maar paarden zou hij hebben gered. Hein noch Toon kan zich littekens van brandwonden op de rug van zijn vader herinneren.
Hein: ‘Wel dat hij (aan zijn neus?) wat sporen had van de vrieskou aan het front.’

Hein en Toon Van den Brempt © Carmen de Vos.
Hein en Toon Van den Brempt © Carmen de Vos.

HVdB verklaarde dat hij vervolgens cursussen volgde van de onderofficierenschool van Radolfzell en werd overgeplaatst naar het Panzerkorps, andermaal ‘in hoedanigheid van schrijver’. ‘Hij was namelijk belast met het in orde houden van de steekkaarten der manschappen.’ Met dit korps keerde hij terug naar het front van Leningrad tot april 1944. Hij kwam met verlof naar België – en zag zijn Lies, zo mogen we aannemen. Misschien maakten ze trouwplannen, wie zal het zeggen. Na het verlof keerde hij terug naar zijn korps. ‘Hij heeft er altijd den dienst van schrijver uitgeoefend.’

En dit is een stoer verhaal waarmee hij bij zijn zonen uitpakte, naverteld door Toon:

‘Op een dag werd een aantal van zijn manschappen door een Russische scherpschutter gedood. Die had postgevat in een populier of zo, op honderd meter daarvandaan. Er stonden misschien twintig bomen, en hij zei: we gaan elke boom beschieten met onze mortier. Bij boom nummer tien, of weet ik veel, viel niet alleen de boom, maar ook een man. Ze hadden hem.’

Hypothese: hij heeft na zijn opleiding in Dębica inderdaad aan het oostfront als schrijver gewerkt. Er breekt brand uit. Terwijl hij paarden helpt redden, loopt HVdB brandwonden op (Hoe ernstig? Waar precies?) en wordt naar een ziekenhuis overgebracht. Na zijn genezing keert hij niet ‘bij de Vlamingen’ – het Vlaams Legioen – terug, maar gaat een opleiding volgen als onderofficier, later ook als officier, en wel in de Junkerschule van Bad Tölz. Hij was jong en ambitieus, en wilde opklimmen in de SS-hiërarchie.

Toen hij eenmaal onderofficier was, heeft hij wél gevochten, maar dat heeft hij achteraf verzwegen. De vermoedelijke waarheid van zijn beginperiode heeft hij voor héél zijn periode als SS’er in Duitsland laten gelden. Slim van hem. Het was dus een halve leugen. Dat zijn de beste leugens, de leugens die je het gemakkelijkst kunt volhouden.

De kinderen met hun moeder - © Familie Van den Brempt
De kinderen met hun moeder – © Familie Van den Brempt
Tweede leugen, in een brief aan de minister van Justitie [geschreven tijdens zijn gevangenschap] waarin HVdB bizar genoeg naar zichzelf in de derde persoon verwijst, misschien om extra nederig en berouwvol over te komen: ‘Zijn echtgenote die hem sedert zes jaar en acht maanden ononderbroken regelmatig bezoekt’ – dat is waar – ‘en waarmee hij in innige verstandhouding leeft’ – dat is niet waar – ‘zou door een toepassing van de wet Lejeune beloond worden voor de hechte trouw die ze hem betoonde en eindelijk opnieuw een hecht gezin kunnen vormen met haar echtgenoot en hun twee kinderen.’ Ze moeten met andere woorden hém vrijlaten om háár een plezier te doen.
En later, zegt Toon verontwaardigd, noemde hij haar een hoer.

Derde leugen, of eerder een omissie: hij vermeldt de opleidingen niet die hij in de Junkerschule [de SS-officiersschool] van Bad Tölz kreeg. De naam Bad Tölz komt in zijn dossier niet voor.

De hele waarheid staat niet noodzakelijk in de dossiers te lezen, maar er vallen wel flardjes waarheid te sprokkelen. Brokjes. Scherfjes. Splinters.

Dit is vermoedelijk wel waar: HVdB ‘vervaardigde volgens zijn eigen verklaring een honderd dertig tal passen [identiteitskaarten] van Brasschaat en circa vier honderd twintig passen van Antwerpen’. Hij had ook ‘gelatinestempels en messingstempels’ van Brasschaat en Antwerpen in zijn bezit. Er was dus blijkbaar veel vraag naar ‘valse passen’. Ik heb nooit eerder over gelatinestempels en messingstempels gehoord. Zou in die tijd iedereen geweten hebben welk type stempel ermee werd bedoeld?

‘Er hat nur gegen den Kommunismus gekämpft’

De hele familie werd opgetrommeld en ingeschakeld om de genadeverzoeken te stofferen. Ook Fanny Decalut [HVdB’s moeder] uit Kerksken klom in haar pen om voor toepassing van de Wet Lejeune te pleiten en haar zoon HVdB vervroegd vrij te krijgen. Er zit een bijna identieke brief van Lies in het dossier. Ze hadden waarschijnlijk allebei precieze instructies van HVdB gekregen.

Het kroonstuk is een brief van de elfjarige Ernst [zoon van Nonkel Twan], gericht aan de koning, aan ‘Majestät’, waarin hij zegt helemaal niets te begrijpen van zijn vaders – Twans dus – gevangenschap, want zijn vader heeft gewoon het communisme bestreden. ‘Er hat nur gegen den Kommunismus gekämpft.’ En hij heeft geen vlieg kwaad gedaan, ‘der doch keinem Menschen etwas zuleide getan hat’. Dat zal dat manneke over zijn vader-in-de-verre-Belgische- gevangenis dus zijn wijsgemaakt.

December jongstleden heeft Ernst zijn drieënzeventigste verjaardag gevierd. Zou hij zich die brief herinneren? Hoe was zijn band met zijn vader? Hoeveel is hij intussen over hem te weten gekomen? Heeft hij dat interview met hem gezien? Beluisterd? Verstaat hij Nederlands?

Ceremonie

Het verdriet van Vlaanderen - Kristien Hemmerechts
Het verdriet van Vlaanderen – Kristien Hemmerechts (€21.50)
Volgende week wordt in een Weinstube in Mainz afscheid genomen van zijn onlangs overleden moeder, Schauspielerin Inge Schulz, zonder ceremonie, maar wel met eten en drinken. Zo wilde ze het zelf. Hein en Annemie gaan ernaartoe en zullen verslag uitbrengen.

In het ene Franstalige document in Twans dossier wordt het huwelijk van Ernsts ouders, Inge en Twan, in de trouwzaal van het Antwerpse stadhuis op 20 mei 1944 omschreven als ‘une grandiose cérémonie’, gehouden volgens de rituelen van de ‘Sibbe-Gemeinschaft’ van de ‘Schutzscharen’ van de ‘Führer’. Het zijn termen die op mijn verbeelding werken, al kan ik voorlopig niet achterhalen wat die Sibbe-Gemeinschaft was. Misschien slaat daarom mijn verbeelding op hol.

Van een grandioze ceremonie naar geen ceremonie. Het kan verkeren.

~ Kristien Hemmerechts

Boek: Het verdriet van Vlaanderen – Kristien Hemmerechts

Bekijk dit boek bij:

Kristien Hemmerechts (1955), Vlaams auteur. Haar oeuvre bestaat uit romans, verhalenbundels en autobiografische essays. Ze werd veelvuldig bekroond, onder meer met de Frans Kellendonk-prijs en de Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap. Overzicht van boeken van Kristien Hemmerechts

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×