Dark
Light

‘Willem van Oranje verraadde vorsten, vrouwen en vrienden’

Willem van Oranje – De opportunistische Vader des Vaderlands
6 minuten leestijd
Willem van Oranje
Willem van Oranje
Januari 2017 verschijnt bij Nieuw Amsterdam het boek Willem van Oranje. De opportunistische Vader des Vaderlands van Aron Brouwer en Marthijn Wouters. In dit boek betogen de auteurs dat de prins van Oranje helemaal geen bevrijder of idealist was, maar iemand die zijn vorsten, vrouwen en vrienden verraadde. De pragmatische prins veranderde vaak van geloof om zaken voor elkaar te krijgen, zette zonder scrupules grote stukken vruchtbaar land onder water en reduceerde Brabant tot een bloedige bufferzone. In dit boek blijft weinig over van het beeld van Willem van Oranje als onze grootste volksheld. Op Historiek een fragment over Willem van Oranje als kettervervolger. In zijn eigen prinsdom, Orange, sloeg de vlam in de pan.


Kettervervolger (1561-1564)

In het zuidoosten van de Franse gebieden woonden relatief veel protestanten. Zij werden streng vervolgd en daarom sloegen velen op de vlucht, onder andere naar het rustiger prinsdom Orange. Vooral religieuze vluchtelingen uit de Languedoc, Comtat Venaissin en Dauphiné zochten daar hun toevluchtsoord. Het prinsdom lag niet alleen dichtbij, maar ook was daar de Oranjeprins soeverein, waardoor hij los van het Franse vorstenhuis zijn eigen beleid kon voeren. Hier vielen dus geen vervolgingen te verwachten.

Artus Prunier
Artus Prunier
De nieuwkomers in Orange waren vaak fanatieke protestanten en in hun ballingsoord zouden ze steeds feller en luidruchtiger hun opvattingen verspreiden. Al snel ontstonden plannen om van Orange een uitvalsbasis voor het protestantisme te maken, ‘een citadel’ van waaruit de aanhangers van het ware christendom godsdienstoorlogen konden voeren tegen omliggende katholieke gebieden.

Willem van Oranje was allesbehalve blij met deze immigranten. Ze kostten hem geld, tijd en energie. De prins voorzag imagoproblemen als zijn vorstendom bekend zou komen te staan als een protestants bolwerk en probeerde daarom het protestantisme in zijn prinsdom in de kiem te smoren. Hiervoor had hij contact met zijn plaatselijke bestuurders, en in het bijzonder met Artus Prunier, heer van Saint-André-en-Beauchêne, die namens Willem hoge functies vervulde in het prinsdom en die de protestanten daar moest vervolgen. Willem legitimeerde de onderdrukking door te stellen dat het katholicisme het ware geloof was, ‘zoals we dit hebben ontvangen van onze voorouders’. Daarmee zal hij niet zijn eigen ouders bedoeld hebben, laat staan zijn schoonouders.

Willem van Oranje en Prunier overlegden met paus Pius IV, die bezittingen had in Avignon, dat weer grensde aan Orange. De paus zag de ketterij in het prinsdom als een bedreiging voor zijn eigen gebieden. In de prins had de paus een goede bondgenoot. Willem bleek allesbehalve een gematigde vorst uit een ‘ketterse’ omgeving, integendeel. In hun correspondentie benadrukte de prins het belang van de strijd tegen protestanten en telkens bevestigde hij zijn toewijding aan de paus en diens edicten over de vervolging van andersgelovigen. De prins wekte geenszins de indruk dat hij moeite had met de kettervervolgingen. Hij verweet de paus zelfs dat die onvoldoende deed om de ‘uitbreiding van de valse leer’ tegen te gaan, waardoor de gebieden van de paus een besmettingshaard vormden voor zijn Orange. Willem stelde de ketterij voor als een ziekte, waarvan zijn prinsdom genezen moest worden. Gelukkig kreeg zijn schoonfamilie deze brieven nooit te zien, want anders had Oranje de toekomstige steun van protestantse Duitse vorsten kunnen vergeten.

(…)

Opportunisme in Orange

“Willem van Oranje stelde de ketterij voor als een ziekte, waarvan zijn prinsdom genezen moest worden.”

Intussen zetten de religieuze opstanden in Orange door. De protestanten voerden er hun eigen beleid en vanuit het prinsdom vielen hun troepen zelfs de bezittingen van naburige graven binnen. Ze legitimeerden hun aanvallen met het argument dat de graven de doodstraf voor ketterij handhaafden terwijl het Franse vorstenhuis had bepaald dat daar een einde aan moest komen. Met veel geweld veroverden de hugenoten verschillende gebieden, waar zij alle kostbaarheden van de katholieke Kerk in beslag namen. Die verkochten ze en met de opbrengst financierden ze hun strijd. Ook vielen ze meer dan eens het land van de graaf van Crussol binnen, ten noorden van Orange, en haalden ze landerijen en dorpen leeg.

Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor omstreeks 1554
Willem van Oranje geschilderd door Anthonie Mor omstreeks 1554
Willem van Oranje bevond zich op grote afstand en wist het tij niet te keren. Daarom bemoeiden de paus en zijn bestuurders in Avignon zich met het prinsdom. Al snel kregen ze een van de belangrijkste protestantenleiders uit Orange te pakken, namelijk Parpaille, de voorzitter van het parlement en leider van de opstandelingen, die op veroveringstocht was. Zijn straf was een publieke aangelegenheid. Een huis van Parpaille in Avignon werd met de grond gelijk gemaakt en zijn doodstraf werd in het openbaar voltrokken.

De gouverneur van Avignon bracht een katholiek leger op de been dat van de paus de opdracht kreeg ketterij in Orange de kop in te drukken, met alle mogelijke middelen. De burgers van Avignon kregen zelfs een uitnodiging om mee te reizen. Als de burcht van Orange zou vallen, zouden ze daar alles mogen doen en laten wat God in normale omstandigheden verboden had.

Op 6 juni 1562 was het zover. Na een kort beleg veroverde het katholieke leger Orange. Wat volgde, was een massamoord. De stad werd voor een groot deel met de grond gelijk gemaakt. Helaas voor de paus en de prins was de protestantse invloed daarmee niet voorbij. De verovering van Orange bleek zelfs contraproductief en de situatie escaleerde verder. De protestantse leiders mobiliseerden grote groepen bewapende hugenoten om wraak te nemen voor de plundering van Orange en in de Dauphiné en Comtat veroverden ze meerdere sterk verdedigde plaatsen. Aldaar probeerden ze de gewelddadigheid van de plundering van Orange te overtreffen. En dat leidde weer tot wraakplannen aan katholieke zijde.

Veel burgers die slachtoffer werden van deze situatie hadden aanvankelijk weinig met het conflict te maken. Slechts een klein percentage van de bevolking identificeerde zich met ‘de katholieken’ of ‘de hugenoten’. De meesten wilden simpelweg een rustig leven leiden. Tijdens de gewelddadigheden koos een deel van de onpartijdigen toch partij. Overlevenden van de grote plundering van Orange bijvoorbeeld, ontwikkelden zo’n afkeer voor de katholieken uit Avignon dat ze zich bij de hugenoten aansloten. In de gebieden waar de protestanten hun ‘wraak’ zochten, gebeurde het omgekeerde. De onderlinge haat groeide en de plunderingen werden heviger en wreder.

Orange in 1633
Orange in 1633

De stad Orange, of wat daarvan over was, werd meerdere malen veroverd door beide groepen. Uiteindelijk was de stad dermate verzwakt, dat Willem van Oranje zijn kans zag om het gebied weer in handen te krijgen. In april 1563, na twee jaar van gevechten, trokken troepen in zijn naam de stad binnen. Volgens de negentiende-eeuwse historicus Jérôme Alexander Sillem waren er in de zwaar getroffen stad nog maar vijf mensen over, maar daarmee overdreef hij waarschijnlijk.

Willem van Oranje. De opportunistische Vader des Vaderlands
Willem van Oranje. De opportunistische Vader des Vaderlands
In de omgeving lagen nog veel hugenootse bendes op de loer, verwikkeld in een cyclus van plunderen en wreken. Om daar een einde aan te maken en zijn positie in het prinsdom te verzekeren had Oranje steun nodig van de Franse koning. Om die steun te krijgen moest hij de protestanten eindelijk een beperkte vorm van religieuze vrijheid geven. Op 26 augustus verklaarde hij dat in Orange één kerk aangewezen zou worden waar hugenoten hun geloof mochten praktiseren. Voorwaarde was dat de ‘oude en katholieke religie’ in alle overige kerken zou worden hersteld. Ook stelde Oranje dat alle immigranten die de afgelopen achttien maanden in Orange waren beland hun biezen moesten pakken. Alleen wie hard bewijs had dat hij zich goed had gedragen mocht blijven.

Al na een maand werd het edict van de prins geschonden. De katholieke graaf van Suze viel een dorp in Orange aan, uit wraak voor een eerdere protestantse actie, en zo begon een nieuwe ronde van protestantse wraakacties in de pauselijke gebieden. Daarop kreeg Oranje een dreigbrief van de paus, die eiste dat de prins het ware geloof zou beschermen. Anders hoefde hij in de toekomst niet meer te rekenen op pauselijke steun. In alle haast stuurde de prins daarom twee vertrouwelingen om orde op zaken te stellen in Orange en te zorgen dat zijn edict werd nagevolgd. Maar de twee heren kregen niets voor elkaar.

~ Aron Brouwer & Marthijn Wouters

Boek: Willem van Oranje. De opportunistische Vader des Vaderlands

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×