De Tweede Kamer debatteert woensdag over de aanpak van antisemitisme. Voorafgaand aan dat debat heeft het CJO een brief aan de Tweede Kamer verstuurd. Volgens het CJO is de bestrijding van antisemitisme momenteel te veel ingebed in de algemene aanpak van discriminatie. Het orgaan wijst de Kamer er onder meer op dat het aantal antisemitische incidenten in Nederland in verhouding tot het geringe aantal Joden dat hier woont, relatief hoog is. Dit rechtvaardigt volgens het orgaan een specifieke aanpak van het antisemitisme. Het CJO schrijft onder meer:
“Antisemitisme, inclusief de bagatellisering en ontkenning van de Holocaust, is een hardnekkig probleem. De impact van de Shoa voor hen die daar mee kampen, speelt nog immer. Helaas kent antisemitisme door de lange geschiedenis ervan, en de inktzwarte bladzijde in de moderne Nederlandse historie, een unieke plaats.”
In de brief aan de Tweede Kamer doet het CJO de politiek een aantal suggesties. Als het aan het CJO ligt kan er straks bijvoorbeeld snelrecht ingezet worden tegen mensen die de Holocaust ontkennen. Met dit snelrecht kan binnen twee weken uitspraak gedaan worden tegen verdachten. Uitingen van Holocaust-ontkenning komen volgens het CJO zo vaak voor dat het inzetten van snelrecht aan te bevelen is. Bij schuld zou een toepasselijke taakstraf moeten worden opgelegd.
Omdat ook rond het voetbal geregeld antisemitische uitlatingen te horen zijn, pleit het CJO verder voor het beter toepassen van de Voetbalwet:
“Te lang is niet opgetreden tegen antisemitische spreekkoren waardoor de verkeerde indruk is gewekt dat die zijn toegestaan en daarmee dat wat je in het stadion roept, ook daar buiten mag worden geuit.”
Het CJO wil daarnaast dat politiekorpsen meldingen en aangiften van discriminatie beter gaan registreren. Deze meldingen moeten vaker uitgesplitst worden naar slachtoffercategorie, zodat duidelijker wordt hoe vaak er precies sprake is van antisemitische discriminatie.
Groepsbelediging
Het overlegorgaan van Joodse organisaties in Nederland is verontrust over het feit dat er politieke partijen zijn die
er over nadenken zowel het verbod op groepsbelediging als dat op het aanzetten tot haat op te heffen. Het CJO:
“Dit zou de weg vrij maken voor ongebreidelde groepsbelediging, en een vrijbrief betekenen om antisemitisch gedrag van welke soort of vorm dan ook te plegen. Een voorstel dat Joden strafrechtelijke bescherming zou ontnemen en waardoor voor Joden de waarborg wegvalt veilig in Nederland te kunnen leven.”
In de brief aan de Tweede Kamer staat het CJO ook stil bij de manier waarop er in het onderwijs ingegaan wordt op de geschiedenis van de Holocaust. Het overlegorgaan vindt dat in het onderwijs momenteel te vaak eenzijdig de overeenkomsten tussen de Holocaust en ‘andere erge dingen’ in de wereld van nu worden benadrukt. Het CJO wil dat dit verandert:
“Het moet duidelijk zijn dat genocide fundamenteel anders is dan een politiek conflict waarbij slachtoffers vallen, hoe erg men dat ook vindt.”