Waar bleven de in bewaring gegeven Joodse bezittingen?
“Laat het bezit van je naaste je even dierbaar zijn als het jouwe” is een spreuk uit Spreuken der Vaderen, een rabbijns traktaat vol levenswijsheden uit de periode van omstreeks 200 v.Chr. tot 200 n.Chr. dat is opgenomen in de Talmoed. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het gezegde een bijzondere betekenis, toen sommige Joden in Nederland, voorafgaand aan hun deportatie door de nazi’s of onderduik, hun bezittingen in bewaring gaven aan niet-Joodse buren, collega’s en vrienden.