Het gezegde ‘hoteldebotel zijn’ op iets of iemand, kennen we allemaal wel. Het betekent zoveel als: dol zijn op iemand of iets, helemaal verliefd zijn. Iemand die hartstikke knettergestoord is, wordt ook wel eens hoteldebotel genoemd. Hoteldebotel is een verbastering van een Jiddisch woord en werd in Nederland in 1976 populair gemaakt door de komiek André van Duin.
Herkomst
De oudst bekend verwijzing die het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt, stamt uit 1950, waarbij de variant ‘hodel de bodel’ is gebruikt:
“Maar U begrijpt, hoe boven de vlag er bij staat: de baas is al helemaal hodel de bodel.”
Ook wordt, zo vermeldt De Coster, als variant weleens ‘hokeldebokel’ gebruikt. Wie de term op Delpher intikt, komt trouwens een nog oudere vermelding tegen, maar dan van het oorspronkelijke hoteldebotel. In de periodiek De Tribune: sociaal democratisch weekblad van 24 juni 1931 (zie ook de afbeelding) staat de volgende passage:
“We kunnen hem verzekeren, dat de Jordaansche arbeiders hoteldebotel zijn van bewondering voor Monnee’s zelfverloochende heldenmoed.”
Nederlandse versie Fawlty Towers
Echte bekendheid kreeg het woord hoteldebotel door de komische serie Hotel de Botel uit 1976, met in de hoofdrollen onder meer André van Duin (als Koos Overwater) en Corry van Gorp (alias Suzanne) als zijn vriendin. De serie Hotel de Botel was gebaseerd op Fawlty Towers, maar kwam er in de pers in vergelijking met de Britse serie niet goed vanaf.
Meer historische uitdrukkingen
– Marc De Coster, Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans (2002).
– https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoteldebotel
– https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/hoteldebotel-zijn