De Joodse gemeenschap van Thessaloniki daagt Duitsland voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ze wil het losgeld terug dat tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de nazi’s werd betaald om Grieken, die werden ingezet voor dwangarbeid, vrij te kopen.
Thessaloniki krijgt een museum ter gedachtenis aan de 46.000 Joodse inwoners die tijdens de oorlog werden gedeporteerd en vermoord in Duitse nazi-vernietigingskampen. Het Holocaustmuseum moet verrijzen op de plaats van het station waar de treinen naar het beruchte kamp Auschwitz in Polen vertrokken. De eerste trein uit Thessaloniki vertrok op 15 maart 1943.
Bij graafwerkzaamheden voor de aanleg van een nieuw metronetwerk in Thessaloniki is een gouden krans uit de oudheid gevonden.
In Thessaloniki zijn honderden marmeren grafstenen en andere fragmenten van Joodse graven, die werden vernield tijdens de nazi-bezetting in de Tweede Wereldoorlog, teruggevonden.
In het kader van het zogenaamde EHRI-project (de European Holocaust Research Infrastructure) wordt er de komende tijd onderzoek gedaan naar de Jodenvervolging in Griekenland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het project wordt gecoördineerd door het NIOD en volgens NIOD-medewerker Conny Kristel hebben Nederland en Griekenland een vergelijkbare Holocaust-geschiedenis.
Bij de aanleg van een nieuwe metrolijn in de Griekse stad Thessaloniki zijn de afgelopen tijd een groot aantal archeologische ontdekkingen uit de Romeinse tijd gedaan. Het zou gaan om vondsten van onschatbare waarde. Op zes meter diepte onder de winkelstraat Egnatia in het centrum van Thessaloniki ontdekten archeologen een straat van marmeren stenen uit de derde eeuw na Christus,
Tweede zoon van de Griekse koning Constantijn I. Volgde zijn vader op als koning nadat deze in 1917 was afgezet.
Wordt op 18-jarige leeftijd sultan van het beginnende Ottomaanse Rijk als zijn vader Mehmed I komt te overlijden. Direct na zijn aantreden, staat Murat II vor een probleem. Zijn oudere broer Düzmece Mustafa LJelebi die eerder in opstand was gekomen tegen zijn vader en gevlucht was naar Constantinopel, eist de macht op. Met de hulp van de Byzantijnen slaagt hij