Een doorlopend debat
Raadpensionaris Johan de Witt (1625-1672) staat bekend om zijn intelligentie, zijn integriteit en zijn tact, maar hoe weten we dat eigenlijk? Zes jaar na de start van een grootschalig onderzoek naar de correspondentie van De Witt wordt steeds duidelijker dat zijn ca. 25.000 bewaarde brieven nieuw licht laten schijnen op een belangrijke vraag: wie was Johan de Witt?
Wittenoorlog
Het karakter van raadpensionaris De Witt is al sinds de achttiende eeuw onderdeel van een doorlopend debat. Vanaf 1757 stelden historici de vraag wat de betekenis van Johan de Witt was geweest voor de Nederlandse geschiedenis. Dit leidde tot de zogenaamde Wittenoorlog, een pamflettenstrijd van ruim zeventig titels over dit thema. De ene partij, onder aanvoering van staatsgezinden, oordeelde positief over De Witts ‘vlug verstand, vaardig oordeel en innemende welsprekendheid’. Daartegenover stond de partij, onder aanvoering van prinsgezinden, die hem juist betichtte van ‘domheid’, oneerlijkheid en zelfs verraad.
De Wittenoorlog eindigde in een patstelling, geen van beide partijen was overtuigd van het andere standpunt. Toch kwam door deze pamflettenstrijd De Witts karakter steeds terug in het publieke debat.

Intelligent
Al vanaf de zeventiende eeuw wordt meestal met bewondering gesproken over de intelligentie en onkreukbaarheid van Johan de Witt. De raadpensionaris was niet alleen een slimme advocaat, hij stond ook bekend om zijn talent voor wiskunde. In zijn brieven is zijn affiniteit met berekeningen goed te zien, vooral als De Witt zich bezig gaat houden met levensverzekeringswiskunde. Tot op de dag van vandaag wordt hij gezien als de grondlegger van de berekeningen van de juiste premies voor een levensverzekering op basis van leeftijd.
Onkreukbaar
Een tweede eigenschap die vaak aan De Witt wordt toegedicht is zijn onkreukbaarheid. Volgens zijn functiebeschrijving mocht de raadpensionaris geen geschenken aannemen, maar in de praktijk gebeurde dit toch vaak. De Witt bleek echter in staat de verleidingen van aangeboden wijnen en zwijnen te kunnen weerstaan. Op advies van zijn vader Jacob de Witt, wiens integriteit in twijfel was getrokken, nam hij geen enkel geschenk aan. Zelfs een stuk vlees werd door zijn kok bereid en verkocht, waarna de opbrengst aan de originele eigenaar werd geretourneerd.

Zorgzaam
De Witt was niet alleen raadpensionaris maar ook echtgenoot en vader. Hoewel hij veel werkte, maakte hij ook tijd voor zijn kinderen en neefjes en nichtjes. In 1668 was zijn echtgenote Wendela Bicker overleden en verbleven zijn kinderen regelmatig bij familieleden, waaronder De Witts zus Johanna. Eenmaal daar was er regelmatig contact tussen vader en dochter, onder andere over haar lessen in schrijven, rekenen en Bijbelstudie.
Menselijkheid
Johan de Witt was – net als iedereen – ook maar een mens. Hij werkte vaak en veel, maar soms zat het tegen. Zoals die keer dat de inktpot over een brief viel of dat hij moest stoppen met schrijven door een verkoudheid. Een andere opvallende anekdote betrof De Witts uiteenzetting over een overnachting op het Kasteel te Swieten bij Zoeterwoude. Hij schreef zijn zwager, Gerard Bicker van Zwieten, dat hij samen met zijn broer Cornelis was aangekomen op het kasteel en dat hij zelf heerlijk had geslapen. Cornelis was er echter veel beroerder aan toe, want hij was gekweld door…
…muggen [die] hem des nachts niet met geheele regementen, jae met millioenen soo hij verklaert, heftichlijk hadden connen bestormen.
In een tijd waarin malaria nog voorkwam, was dit een potentieel gevaar voor de gezondheid. Tegelijkertijd proeft de lezer ook een vleugje humor in het citaat waar het de aantallen muggen aangaat.
De komende weken publiceren we op Historiek meer bijdragen over Johan de Witt