De term monotheïsme duidt op een religie met één god. Voorbeelden van monotheïstische geloven zijn het Jodendom, christendom en de islam. Wat betekent monotheïsme precies en wat is het verschil met polytheïsme?
Betekenis monotheïsme
Monotheïsme is afkomstig uit het Grieks en betekent letterlijk: ééngodendom. Dus: een godsdienst die één god kent. Zoals het Jodendom (Jahweh), het zoroastrisme (in oorsprong monotheïstisch met als god Ahura Mazda), het christendom (God) en de islam (Allah). Het bijzondere bij het christendom is dat er gesproken wordt van één God, maar wel een met drie naturen, een drie-enige God: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest.
Het monotheïsme als religieuze vorm staat tegenover polytheïsme. Polytheïsme betekent letterlijk: veelgodendom. Voorbeelden van veelgodendom vinden we bij de Griekse godsdienst, denk aan de vele goden uit de Griekse mythologie, en ook in de Romeinse mythologie.
Boek: Een geschiedenis van God – Karen Armstrong
Lees ook: Geschiedenis van het Jodendom
Bronnen ▼
Boeken
-D. Verkuil en T. van der Geugten, Geschiedeniswerkplaats VWO tweede fase (Groningen/Houten:Wolters-Noordhoof, 2006) p.32-34.
Internet
-https://wereldgodsdiensten1.weebly.com/monotheiumlsme.html
-https://www.allaboutreligion.org/dutch/oorsprong-van-religie.htm
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Monothe%C3%AFsme