Het tellen op de vier vingers van รฉรฉn hand met de duim van dezelfde hand heeft waarschijnlijk ten grondslag gelegen aan het gebruik van het grondgetal 12 en het twaalftallig stelsel. Dat grondgetal zien we terug in de nog steeds gebruikte begrippen als dozijn en gros.
De duim als aanwijsstok
Een reconstructie van het ontstaan van het twaalftallig stelsel voert terug op het aanwijzen van de vingerkootjes met de duim. Aangezien elke vinger er daar drie van heeft, en de duim als aanwijsstok zelf niet meegeteld wordt, tel je zo 4 x 3 = 12 af op de vingers van รฉรฉn hand.
Dat staat niet op zichzelf. De Soemeriรซrs, een volk dat van circa 4000 tot 2000 v.Chr. leefde in Mesopotamiรซ (nu Zuidoost Irak), verdeelden de dag in twaalf stukken. Waarschijnlijk was dat afgeleid van de twaalf sterrenbeelden die zij in de loop van het jaar aan de nachtelijke hemel zagen verschijnen. Een cirkel werd door hun meetkundigen opgedeeld in twaalf delen van elk 30 graden.
En een sterke aanwijzing voor het bestaansrecht van het twaalftallig stelsel zit in de toepassingen voor de handel. Een hoeveelheid van 12 is deelbaar door 2, 3, 4 en 6. Dat biedt dus twee keer zoveel mogelijkheden als de 10, die slechts deelbaar is door 2 en 5. Handig, als je bijvoorbeeld potten en pannen wil verkopen en daar specifieke hoeveelheden borden voor terug wilt: je hebt meer mogelijkheden.
Volg ons: