Aleksej Nikolajevitsj, het vijfde kind en de eerste zoon van tsaar Nicolaas II. Speelde een belangrijke rol in de Raspoetin-affaire.
De opluchting maakte al snel plaats voor bezorgdheid, want Aleksej bleek aan de erfelijke bloedziekte hemofilie te lijden. Vanwege zijn ziekte verkeerde hij verschillende keren in levensgevaar. Nadat de gebedsgenezer Grigori Raspoetin aan het hof verscheen ging het volgens zijn ouders wat beter met hem. Alle verbeteringen in zijn gezondheid werden met name door zijn moeder Alexandra toegeschreven aan de aanwezigheid van de mystieke monnik die een steeds belangrijkere rol aan het hof ging vervullen.
Vermoord
Aleksej volgde zijn vader niet op. Tijdens de burgeroorlog werd hij, samen met zijn ouders en zussen, door de bolsjewieken gedood. Dit gebeurde in de nacht van 16 op 17 juli 1918. Eind 2007 werden de stoffelijke resten van Aleksej en zijn zus Maria van Rusland gevonden bij Jekatarinenburg.