In 1872 kocht koning Willem III twee grote buffetkasten. Enkele jaren daarvoor had hij nog de wetten voor afschaffing van slavernij ondertekend, maar zijn nieuwe aankopen bevatten nog wel duidelijke sporen van kolonialisme en onderdrukking. Een van de kasten staat momenteel centraal in een kleine presentatie in Paleis het Loo waarbij verschillende perspectieven op het beladen object voorbij komen.
Paleis Het Loo doet, zoals zoveel musea, al enkele jaren onderzoek naar sporen van kolonialisme en slavernij in de eigen collectie. De buffetkast is het meest in het oog springende object. Koning Willem III kocht in 1872 twee exemplaren van de kast en plaatste ze in de nieuwe eetzaal van Paleis Het Loo. Later stonden ze ook nog enige tijd in het Paleis op de Dam in Amsterdam, maar toen Paleis Het Loo in de jaren tachtig van de vorige eeuw een museale functie kreeg, keerden ze terug naar Apeldoorn. Lange tijd stonden ze daar in een kantoorgang, niet zichtbaar voor museumbezoekers, maar nu is een van de notenhouten kasten dus wel te zien.
Verschillende perspectieven
De presentatie van de kast maakt onderdeel uit van een nieuwe In-focus serie, waarbij het museum voorwerpen uit de eigen collectie vanuit “meerstemmige perspectieven” belicht. Die verschillende perspectieven zijn er in dit geval zeker. Bij de meeste bezoekers zal de aandacht allereerst gaan naar de knielende zwarte figuren die de kast geketend ondersteunen. Deze beelden laten niets aan de verbeelding over. Het gaat hier om onderdrukten, overwonnenen, tot slaaf gemaakten.

In de museumzaal draait de kast langzaam rond, zodat men goed de tijd krijgt het object van alle kanten te bekijken. En dat is ook precies de bedoeling. Letterlijk én figuurlijk. Want er kan op meerdere manieren naar de kast gekeken worden. Naast het in het oog springende perspectief van slavernij en kolonialisme kan de bezoeker bijvoorbeeld ook getroffen worden door het ontegenzeglijke vakmanschap van de maker of door het kunsthistorisch perspectief.
Stereotype
De kast blijkt in zijn tijd tamelijk modern te zijn geweest. Qua stijl paste hij helemaal bij de laatste trends. Hij is gebaseerd op de Venetiaanse huwelijkskisten die in de zeventiende eeuw veel gebruikt werden en toont naast de geketende mannen onder meer schelpmotieven, kinderen op dolfijnen en het wapen van de Venetiaanse familie Cavalli.
Een begeleidende tekst legt uit dat het beeld van de dienende, geknielde zwarte man een eeuwenoud motief was en dat dit stereotype in de tijd van Willem III nog geen vragen opriep. De koning hield simpelweg een beeldvorming in stand die ook na de afschaffing van de slavernij bleef bestaan. Niemand die er gek van op keek.
Niet wegkijken
Aardig is ook het perspectief van antropoloog en psycholoog Aminata Cairo, afgebeeld op een van de museummuren. Hier worden bezoekers specifiek uitgenodigd niet te snel door te lopen, eens goed naar de kist te kijken en zichzelf te bevragen:
Ik wil niet dat je wegkijkt. Blijf kijken. Wat komt naar boven? Wat zegt dit over wie wij waren, wie wij zijn en wie wij willen zijn? Kijk niet weg. Loop niet weg. Ik heb je nodig. Wij hebben je nodig. Wij hebben dit nodig. Wij gaan het ongemak niet uit de weg, integendeel, wij zoeken het op.
Vanuit dit perspectief is het opvallend dat het museum ervoor gekozen heeft de kast op de eigen website geblurd weer te geven.

Eigen perspectief
De kleine presentatie in Apeldoorn past in een trend waarbij musea proberen op een evenwichtige manier aandacht te besteden aan sporen van kolonialisme in de eigen collecties. Dat is nog helemaal niet zo eenvoudig in een gepolariseerde tijd waarin het ook voor culturele instellingen soms op eieren lopen is en zaken snel als te weinig, te veel of misschien wel te woke worden bestempeld. Misschien moeten musea het niet ingewikkelder maken dan nodig en zoals nu in Apeldoorn ‘gewoon’ neutraal objecten tonen, de bijbehorende verhalen vertellen en vanuit verschillende expertises puur context geven. Neutraal en inderdaad vanuit verschillende perspectieven.
Aardig is tot slot dat de presentatie in Paleis Het Loo bezoekers na afloop uitnodigt om achter een computer plaats te nemen en aan te geven wat hún perspectief op de buffetkast is. Dat eigen perspectief wordt vervolgens uitgelicht op een museumwand. En elk oordeel is goed.
