Arthur Balfour (1848-1930), Brits conservatief politicus en premier van Groot-Brittannië juli 1902 tot en met december 1905. Is met name bekend geworden door de zogenoemde Balfour-verklaring, een brief die hij in 1917 als minister van Buitenlandse Zaken stuurde aan zionistische leider Lord Rothschild waarin hij liet weten “de vestiging van een nationaal tehuis voor het joodse volk” van harte te ondersteunen.
Balfour studeert aan de universiteit van Cambridge en wordt in 1874 lid van het Lagerhuis. Tijdens het tweede ministerie Salisbury (1886-1892) is hij eerst secretaris voor Schotland en vanaf 1887 secretaris-generaal voor Ierland. In 1891 wordt hij voor het eerst minister. Dit op de post Financiën.
Premier
Tijdens het derde ministerie Salisbury bekleed Arthur Balfour dezelfde functie. Als de naamgever van dat ministerie, de markies van Salisbury (premier Robert Gascoyne-Cecil) in 1902 aftreedt, wordt Balfour benoemd tot premier. In 1905 treedt Balfour af als premier.
Balfour-verklaring
In 1919 wordt Arthur Balfour Lord-President of the Privy Council en speelt in 1921 een grote rol als leider van de Engelse delegatie ter Conferentie in Washington. In 1922 wordt hij tot Graaf van Balfour verheven. In datzelfde jaar stuurt hij nog de Balfour-nota aan verschillende Europese regeringen, waarin Engeland verklaart, hoewel voorstander van een schrapping van schulden, rekening te moeten houden met de vorderingen die de Verenigde Staten op Engeland hadden. Hierna heeft hij nog in 1925 zitting gehad in het kabinet-Baldwin.
Arthur Balfour overlijdt op 19 maart 1930.