Aan het Frederiksplein in Amsterdam, waar tegenwoordig het kantoor van De Nederlandsche Bank is te vinden, stond ooit het Paleis voor Volksvlijt, een groot glazen tentoonstellingsgebouw dat geïnspireerd was op het beroemde Crystal Palace in Londen. Op 18 april 1929 werd het paleis door brand volledig verwoest.
De bouw van het uit glas en ijzer opgetrokken Paleis voor Volksvlijt begon in september 1859. Het prominente bouwwerk verrees op de plek waar zich ooit de Utrechtsepoort bevond, een van de acht toegangspoorten tot Amsterdam. Ongeveer vijf jaar na het begin van de werkzaamheden werd het renaissancistische gebouw officieel geopend door prins Frederik, de tweede zoon van koning Willem I. Het Nederlandse Crystal Palace herbergde naast een tentoonstellingsgebouw onder meer een theaterzaal, restaurant en twee winkelgalerijen. Jarenlang fungeerde het paleis als hét middelpunt van het Amsterdamse amusementsleven. Men kon er onder meer terecht voor bijzondere operavoorstellingen, maar ook voor hondenexposities, autotentoonstellingen en volksballetten.

Brand
Op 18 april 1929 brak een fatale brand uit, waarbij het paleis volledig werd verwoest. Het bericht over de grote brand, die vermoedelijk in de keuken was ontstaan, bereikte de brandweer rond drie uur ’s nachts. Verschillende brandweerwagens rukten uit, maar de toegesnelde brandweerlieden konden niet meer voorkomen dat het beroemde paleis volledig verloren ging. Bij aankomst sloegen de vlammen al metershoog uit het gebouw en zowel het glas als het ijzer smolten. Rond vier uur ’s nachts stortte het dak van de schouwburg in.
In het paleis was al twee keer eerder brand uitgebroken, maar die brandjes had men snel weten te blussen. Over het algemeen beschouwde men het Paleis voor Volksvlijt vanwege de constructie van glas en gietijzer als weinig brandgevaarlijk. Bouwtekeningen tonen echter aan dat het plafond van het restaurant voor een groot deel uit houten planken bestond. En daarboven bevond zich de koepel van het paleis. Volgens onderzoekers fungeerde deze ruimte tussen plafond en koepel waarschijnlijk als een ideaal trekgat voor het vuur.

Rouw
Na de brand rouwde Amsterdam om het verlies van het bijzondere paleis, dat door veel inwoners beschouwd werd als het markantste gebouw van hun stad. Velen hoopten dat het paleis herbouwd zou worden, maar zover kwam het nooit. In 1961 verrees pas een nieuw bouwwerk op de locatie: het pand van De Nederlandsche Bank. Veel Amsterdammers menen dat dit nieuwe gebouw qua architectuur en uitstraling bij lange na niet kan tippen aan het verloren gegane Paleis voor Volksvlijt. Schrijver Rudy Kousbroek omschreef het nieuwe bouwwerk bijvoorbeeld als een “oninteressant en talentloos bankgebouw” en de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan sprak later van een “verschrikkelijk gebouw”. Een uitspraak waar de burgervader zich enige tijd in de gemeenteraad voor moest verantwoorden.

Amsterdammers zijn het oude Paleis voor Volksvlijt nog altijd niet vergeten. Het bouwwerk is venster nummer 27 van de historische canon van de stad en in het Sarphatipark is sinds 2022 een miniatuurversie van het oorspronkelijke paleis te vinden, gemaakt door kunstenares Marjet Wessels Boer. Op luchthaven Schiphol is verder een klein deel van het paleis herbouwd en in gebruik genomen als restaurant.
Mogelijk kan men over enige tijd zelfs weer genieten van een volledig Paleis voor Volksvlijt. Eind september 2023 opperden de lokale afdelingen van CDA en PvdA namelijk om het iconisch gebouw te herbouwen. Een voorstel om te onderzoeken of dit een reële mogelijkheid is, werd (nipt) gesteund door een meerderheid van de gemeenteraad.
Wim T. Schippers wil majestueuze Paleis voor Volksvlijt terug:
Cavaillé-Coll-orgel
Het oude orgel Paleis voor Volksvlijt bestaat nog steeds. Jaren voor de dramatische brand, werd het kolossale instrument namelijk verplaatst naar de concertzaal van de Philharmonie Haarlem. Dit op initiatief van de Haarlemse stadsorganist Louis Robert. Het Cavaillé-Coll is sinds 1922 in Haarlem te bewonderen én beluisteren. Het wordt onder meer bespeeld tijdens het tweejaarlijkse Internationaal Orgelfestival Haarlem.
