‘We hebben gedaan wat we konden met de rotmiddelen die we hadden’

Stoplijn Grebbeberg
6 minuten leestijd
4
Militair Ereveld Grebbeberg - Monument gevallenen 10-15 mei 1940
Militair Ereveld Grebbeberg - Monument gevallenen 10-15 mei 1940 (CC BY-SA 3.0 - Jan Molenveld - wiki)
In het recent verschenen boek Stoplijn Grebbeberg – Standhouden achter de puinhopen brengen Bob Latten en Rob Janssen de strijd rond de Grebbeberg in mei 1940 tot leven. Aan de hand van persoonlijke verhalen, historische verslagen, kaarten en uniek beeldmateriaal schetsen zij een beeld van enkele van de zwaarste gevechten uit de meidagen. Naar aanleiding van de verschijning van zijn boek schreef Bob Latten onderstaand artikel.

We hebben gedaan wat we konden met de rotmiddelen die we hadden.
Sergeant-capitulant Willem van Meeteren MC-I-8 RI

David tegen Goliath

Vraag het de ouderen en vaak hoeven zij niet lang na te denken als ze de naam Grebbeberg horen. De verbinding met een bittere strijd tegen de Duitsers is meestal snel gelegd. In hun herinnering hangt er zoiets als een donkere schaduw, iets onbestemds, over die plek, net als over Rotterdam. Maar daar houdt hun herinnering meestal op.

En hoe zit dat met het historisch besef van de jongeren? Dat lijkt goed verzorgd. Niet alleen de Oorlogsgravenstichting en de stichting Cunera, maar ook het Veteraneninstituut en zeker ook de scholen besteden via projecten, tijdens rondleidingen in Rhenen, op school tijdens lessen en in lesbrieven aandacht aan deze strijd. Opdat wij onthouden dat onze vrijheid onbetaalbaar is.

De aanval van Duitsland op Nederland roept een oudtestamentisch beeld op: dat van de strijd van David tegen Goliath, klein tegen groot. Als simpele voorstelling van krachtsverhoudingen is dat een aantrekkelijk beeld, als betrouwbare schets van de werkelijkheid valt er nogal op af te dingen. Dat bewijst de geschiedenis. Statistieken laten tactiek en strategie, alsmede zaken als moraal, moreel en vernuft – zaken waar een zekere waarde aan kan worden toegekend – buiten beschouwing. De onderstaande informatie moet daarom met enige reserve worden gelezen.

Enkele cijfers: Duitsland kon voor de aanval op ons land beschikken over 22 divisies. Nederland stelde daar een schamele 9 divisies tegenover; ongeveer 280.000 overwegend matig getrainde mannen. Duitsland kon beschikken over ongeveer 150.000 man, onder hen enkele goed getrainde en uitgeruste eenheden, zoals luchtlandingstroepen.

Ook qua artillerie waren de verhoudingen scheef: 1.378 stuks geschut, veelal moderne uitrusting aan Duitse zijde tegenover ongeveer 700 verouderde ‘vuurmonden’ aan Nederlandse kant. Een welhaast lachwekkende verhouding was er op het gebied van tanks en pantserwagens: 1 Nederlandse tank, nota bene een lichte Renault FT, een ‘proefexemplaar’ uit de Eerste Wereldoorlog dat nota bene onbruikbaar was, en 32 pantserwagens versus, geschat, tussen de 600 en 800 relatief moderne Duitse tanks en pantservoertuigen. Eenzelfde scheve verhouding was er qua luchtmacht: 1.150 Duitse vliegtuigen van verschillende ‘pluimage’, waarvan een gedeelte tegen Nederland werd ingezet, tegenover 124 Nederlandse toestellen.*

De Grebbeberg en zijn linies.
De Grebbeberg en zijn linies. © Historisch cartograaf Marcel Kuster.

De ‘Berg’, nog altijd een plek van herinnering

Niets was, en is nog steeds, van groter strategisch belang dan op de vijand te kunnen neerkijken. Letterlijk gezien dan. Van bovenaf vecht het immers gemakkelijker dan vanuit lagergelegen posities. In een tijd dat er nog geen drones en raketwapens bestonden, vormden hoogten zoals heuvels, net als bergen, woestijnen en rivieren, van oorsprong natuurlijke obstakels voor vijandelijke troepen.

De Grebbeberg dus, de plek waar hoop en wanhoop gedurende de eerste oorlogsdagen zo dicht bij elkaar lagen. De historie van de Grebbeberg is in de loop der jaren breed uitgemeten op volumes papier. Aan deze plek van strijd en herinnering zijn boeken gewijd – goede boeken vaak – waarin gedetailleerd en in extenso de geschiedenis van deze berg wordt beschreven. Diezelfde mate van toewijding vinden wij terug in de aandacht die de verschillende online platforms aan Nederlands beroemdste berg besteden. Terecht.

En toch valt er nog altijd meer te vertellen over die paar bijzondere dagen en nachten, als de Duitsers tegen een muur van verzet aanlopen. Zoveel meer over de vele regimenten, zoveel meer over de talrijke bataljons, compagnieën, sectiën en groepen die onderdeel waren van een ongekende strijd op een klein stukje Nederlands grondgebied. Zoveel meer kleine, persoonlijke geschiedenissen van gewone mannen van vlees en bloed – van angst en moed, van heimwee en pijn – verdienen een breder podium. In ons boek is het enkelen vergund.

Duitse soldaten op de Grebbeberg
Duitse soldaten op de Grebbeberg tijdens een gevechtspauze. © Rutger Bol.

De verhalen over ‘de mannen van de Grebbeberg’ schetsen een beeld van onverschrokkenheid, maar ook van een gebrek aan moed, van overleven als tegenstelling tot ‘weggeschoten’ worden, evenzo tonen ze iets van knulligheid tegenover bekwaamheid, zoals ook hoop en wanhoop op deze haast mythische plek akelig dicht bij elkaar lagen. Het zijn narratieven van schijnbare tegenstellingen, dunne lijnen tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid. Het zijn echter vooral verhalen over mannen die uit een vredige samenleving werden weggeplukt om in een bittere strijd geworpen te worden.

Het is, zoals luitenant-generaal b.d. Mart de Kruif in diens voorwoord in het boek schrijft, dit jaar tachtig jaar dat wij in Nederland in vrijheid leven:

We vieren dit bijna als een gegeven, als een vanzelfsprekendheid of zelfs als een recht. Maar dat is het niet. Vanaf het ontstaan van de Staat der Nederlanden kenden we vrijwel iedere veertig jaar een oorlog of trok een vernietigende oorlog langs onze grenzen. Tachtig jaar vrede is dus niet normaal. De oorlog in Oekraïne en de erosie van de trans-Atlantische band met de Verenigde Staten hebben oorlog weer heel dichtbij gebracht. In onze Europese achtertuin woedt een vernietigende oorlog, waarbij een dictator het gebruik van zijn militaire macht als een volstrekt legitiem middel ziet om een vrij en democratisch land van de kaart te vegen. Er zijn onmiskenbaar veel parallellen tussen nu en de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. Met een toenemende dreiging, politiek die onwetend wil zijn, Europa dat verdeeld en zwak is en een democratie die onder druk staat. Het is daarom juist van nog meer belang om te willen en moeten leren van de geschiedenis. Want die mag zich niet meer herhalen.
Vlnr: Simon Kruijer (links op de foto),  Gerard van Dalen en Theodor Max Chotzen
Vlnr: Simon Kruijer (links op de foto), Gerard van Dalen en Theodor Max Chotzen

Stoplijn Grebbeberg voert de lezer mee naar enkele cruciale dagen in mei 1940, waarin Nederlandse soldaten en officieren voor hun land vochten tegen een overweldigende en brute macht. Aan de hand van zorgvuldig bronnenonderzoek, unieke foto’s, speciaal voor het boek ontworpen kaarten, persoonlijke verhalen en historische verslagen worden namen en gebeurtenissen tot leven gewekt; van wetenschapper, soldaat en verzetsstrijder Dr. Theodor Max Chotzen uit Den Haag tot stadgenoot beroepsmajoor Willem Pieter Landzaat, en van loodgieter-mitrailleurschutter sergeant Gerardus van Dalen uit Arnhem tot tuindersknecht en soldaat Simon Kruijer uit het landelijke Kalverdijk; ieder detail werpt zijn eigen licht op de geschiedenis.

grebbeberg gewonde
De kleine dood en de lange sluimer, twee metgezellen van de nacht, dicht naast elkaar, verwikkeld in een delicate choreografie van licht en schaduw. Is het de uitputting, de slaap of zelfs het levenseinde voor deze soldaat? Het gapende gat in zijn hoofd laat geen twijfel bestaan aan het laatste. Deze opname is gemaakt aan de Maas. Foto met dank aan Marinus H.

Slachtoffers

Tijdens de strijd om de Grebbeberg – inclusief de gevechten bij Achterberg – kwamen 424 Nederlandse militairen om het leven. Eén man stierf op 18 mei bij het opruimen van een mijnenveld voor de Duitsers. Die 425 man gesneuvelden waren een vijfde van alle Nederlandse militaire gesneuvelden tijdens de meidagen (ca. 2.300 man). Als men bedenkt dat die tol werd geëist in een strijdperk dat niet meer mat dan circa twee bij drie kilometer, dan is de magnitude van dat verlies vermoedelijk voldoende duidelijk gemaakt.

Aan Duitse kant vielen 165 man die met zekerheid aan de Slag om de Grebbeberg gerelateerde kunnen worden. Dat getal werd later nog iets omhoog bijgesteld door aan verwondingen overleden militairen, waarbij echter vaak niet vaststond of zij in de Betuwe, bij Doesburg, Westervoort, de Klomp of de Grebbeberg gewond waren geraakt.

Stoplijn Grebbeberg
 
Naast de vele doden en gewonden, was er angst, chaos en paniek. Eerste-luitenant der Koninklijke Marechaussee G.J.W. Gelderman beschrijft een dergelijke scene in Elseviers Weekblad van zaterdag 8 mei 1965:

Paniek is iets verschrikkelijks, iets onvoorstelbaars. Honderden gillende, huilende en schreeuwende kerels kwamen op mij af. Ik dacht: als je een stap met hen meedoet, ben je verloren; dan ren je mee. Het was donker; het was een grauwe massa die naar voren stormde. Toen schoot ik. Er vielen doden. Een van mijn eigen mensen, een wachtmeester en de beste van mijn detachement, kwam daarbij om. Ik heb hem een huis binnengedragen. Hij leefde nog maar tien minuten. Hij had een schotwond in zijn linkerlong. Hij had zich voor die vluchtende troep opgesteld.

Stoplijn Grebbeberg is een eerbetoon aan al degenen die stonden in de schaduw van de grote geschiedenis. Het boek is daarmee onmisbaar voor iedereen die het verhaal achter ‘de Greb’ wil leren kennen en begrijpen.

Noten â–¼

* – In deze opsomming zijn cijfers over de Marine buiten beschouwing gelaten.
4
0
Reageren?x
×