Op 24 oktober 1945 maakte een vuurpeloton van het Noorse leger een einde aan het leven van Vidkun Quisling. De Noor was een maand eerder door een tribunaal in Oslo ter dood veroordeeld vanwege onder meer het verlenen van bijstand aan de vijand en het ondermijnen van de grondwet.
Toen Hitlers troepen in april 1940 Noorwegen binnenvielen had Quisling geprobeerd een coup te plegen in de hoop dat hij vervolgens door de Duitse dictator zou worden erkend als regeringsleider. Hij moest echter wachten tot februari 1942 voordat hij met instemming van de Duitse bezetter werd benoemd tot minister-president. Als leider van een marionettenregering onder Duitse controle werd hij medeverantwoordelijk gehouden voor de Jodenvervolging en de onderdrukking van het Noorse verzet. Zelf bleef hij, totdat de kogels van het executiepeloton zijn lichaam doorboorden, volhouden dat hij alles slechts had gedaan om zijn geliefde vaderland te redden.

Pastorale bijstand
In de door Erik Poppe geregisseerde speelfilm Quisling – The Final Days wordt het verhaal van de Noorse collaborateur verteld, vanaf het moment dat hij zich in mei 1945 overgaf aan het Noorse verzet tot zijn executie. De belangrijkste tegenspeler van Gard B. Eidsvold, die Quisling vertolkt, is Anders Danielsen Lie, in de rol van predikant Peder Olsen. De geestelijke werd door bisschop Eivind Berggrav, de leider van de Kerk van Noorwegen, aangewezen om pastorale bijstand te verlenen aan Quisling gedurende diens gevangenschap.
Eigenlijk was Olsen ziekenhuispredikant, maar hij beschouwde het als zijn herderlijke plicht om de alom gehate gevangene te bezoeken in zijn cel. In een dagboek deed hij verslag van de gesprekken die hij met Quisling voerde. Lang bleef het bestaan van dit dagboek onbekend tot de kleinzoon van de predikant het in 2015 publiceerde. Dit bijzondere egodocument vormde de inspiratiebron voor deze film.
Gelijkenis
In het filmverhaal speelt de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar uit Lucas 18:9-14 in het Nieuwe Testament een belangrijke rol. De boodschap van deze parabel is dat wie nederig is, vergeving krijgt van God. Quisling weigert echter zijn zonden te bekennen en lijdt aan een messiascomplex. Terwijl zijn advocaat hem aanraadt zich psychisch te laten onderzoeken in de hoop dat zijn twijfelachtige psychische gesteldheid kan leiden tot een minder strenge veroordeling, ontkent de verdachte dat er iets mis is met hem. Aanvankelijk moet hij ook niets hebben van de predikant die zich bemoeit met zijn geestelijk welzijn.
In tegenstelling tot Quisling wordt Olsen in de film wel geplaagd door wroeging. Hij voelt zich schuldig over de arrestatie van een ouder Joods echtpaar dat bij hem en zijn vrouw ondergedoken zat. De Jodenvervolging door de nazi’s in Noorwegen resulteerde in de moord op 765 van de 2.173 Joden. Aanvankelijk gelooft de predikant in Quislings onschuld ten aanzien van de Jodenvervolging. Thuis levert zijn rol als gevangenispredikant hem problemen op met zijn vrouw, die net als een groot deel van het Noorse volk Quisling minacht. Ze ziet de Noorse nazileider als verantwoordelijke voor de arrestatie van hun onderduikers.
Scènes die zich afspelen in de cel van Quisling en in de woning van de predikant wisselen elkaar af met scènes in de rechtbank, waar de verdachte, overtuigd van zijn onschuld, zich verdedigt tegen de aanklachten. Olsen woont de zittingen ook bij en de feiten die hem hier ter ore komen, zetten zijn relatie met Quisling onder druk.

Gewetensnood
Ongeveer halverwege de film ontspint zich een bevlogen gesprek tussen Olsen en een bevriende geestelijke. Olsen heeft in de rechtszaal net gehoord over de misdaden tegen de Joden. Dit brengt hem in gewetensnood omdat hij net sympathie begon te krijgen voor Quisling, die tijdens de zitting is geconfronteerd met door hem gedane antisemitische uitlatingen. Als zijn collega de gedrevenheid van Quisling vergelijkt met die van Olsen, protesteert hij. “Hij praat recht wat krom is, verdraait de waarheid tot leugens”, zegt hij boos.
Erger nog, de begrippen ‘goed en fout’ zijn niet langer objectief. Hij trekt je mee in zijn logica en dan denk je dat jij fout zit.
Het stoort Olsen dat Quisling zich christen noemt, maar geen nederigheid toont. “Dat is het nazi-ideaal van hem, het ideaal van de leider. De sterke man die nooit twijfelt. Daar is niets christelijks aan.” Het zijn woorden die in 2025 relevanter zijn dan de filmmakers waarschijnlijk hebben beoogd.
Hoe kon hij zich van hulpverlener en Noorse nationalist ontpoppen tot de ‘Noorse Hitler’? Quisling – The Final Days geeft op deze vraag niet hét antwoord, maar ontrafelt wel iets van de ambivalente persoonlijkheid van Quisling. Enige kennis van de geschiedenis en geduld – de film duurt bijna tweeënhalve uur – wordt van de kijker wel vereist.
Trailer van Quisling – The Final Days:
Quisling. The Final Days draait vanaf 1 mei 2025 in de Nederlandse bioscopen. Speelduur: 2:26 uur.