In Rusland is zaterdag herdacht dat er zeventig jaar geleden een eind kwam aan de Slag om Stalingrad. Op 2 februari 1943 capituleerden de Duitsers. De Slag om Stalingrad wordt beschouwd als een van de belangrijkste keerpunten van de Tweede Wereldoorlog.
Dit leger stond onder bevel van Friedrich Paulus. Het zag er dramatisch uit voor zijn manschappen maar Paulus kreeg geen toestemming om te capituleren of uit te breken. Om extra druk op de legerleider te leggen benoemde Hitler hem zelfs tot veldmaarschalk, omdat iedereen wist dat een Duitse veldmaarschalk zich nog nooit aan de vijand had overgegeven.
Halverwege december 1942 mislukte een ontzettingspoging. Het Duitse 6e leger werd hierna teruggedrongen op een steeds kleiner gebied. Paulus en zijn manschappen hadden ook zwaar te lijden onder de honger en kou. Op 2 februari 1943 werd er uiteindelijk toch gecapituleerd. Er werden 91.000 Duitse krijgsgevangen gemaakt. Van hen keerden er later slechts zesduizend terug naar hun vaderland. Bij elkaar waren er bij de slag zo’n twee miljoen mensen om het leven gekomen.
De slag bij Stalingrad was de eerste grote nederlaag voor Hitler.
Herdenking
De stad Stalingrad werd in 1961, acht jaar na het overlijden van Stalin, Wolgograd genoemd. Naar aanleiding van de herdenkingen heet de stad dit weekend even weer Stalingrad.
De stad werd zaterdag bezocht door de Russische president Poetin. Hij nam onder meer een militaire parade af. Hiernaan deden ook Stalingrad-veteranen mee. Verder is er een herdenkingsconcert.