Roma victrix! Met die gevleugelde Latijnse spreuk opende Belgisch premier in spe Bart De Wever zijn overwinningstoespraak na de lokale en provinciale verkiezingen van 13 oktober 2024. Ogenblikken eerder was hij de Antwerpse Club Ikon binnengewandeld onder begeleiding van een aquila of legerstandaard, afkomstig uit zijn persoonlijke collectie van Romeinse memorabilia. Voor De Wever, tot dan voorzitter van de Vlaams-nationalistische N-VA en burgemeester van Antwerpen, stond het object symbool voor de overwinning van de vrijheid en democratie, al zou een barbaarse bewoner aan de rafelrand van het Romeinse imperium dat laatste allicht anders hebben gezien.
Sinds de gloriedagen van de Nederlandse radicaal-rechtse politicus Pim Fortuyn rond de millenniumwisseling, is Bart De Wever vandaag zowat de belangrijkste politicus uit de Lage Landen die graag refereert aan de glorie van de Romeinse beschaving. Hij staat daarin lang niet alleen. Van de Nederlandse premier Mark Rutte tot Vlaams Belanger Filip De Winter, allen spelen ze het doembeeld van de ondergang van het West-Romeinse Rijk uit in hedendaagse discussies rond massamigratie of LGBTQ+. Dat dergelijke ahistorische vergelijkingen de waarheid op zijn minst geweld aandoen, wordt in De wereld van Clovis overvloedig aangetoond.
Laat-Romeinse Rijk
Dat Laat-Romeinse Rijk is sinds jaar en dag de favoriete speeltuin van historicus Jeroen W.P. Wijnendaele (UGent), die met De wereld van Clovis. De val van Rome en de geboorte van het Westen (Ertsberg, 2024) zijn tweede publieksboek beet heeft (na Romeinen en barbaren. De ondergang van het Romeinse Rijk in het Westen, Davidsfonds, 2013).
De wereld van Clovis is geen biografie van deze beroemde Frankische vorst. Over de man die zowat alle Franse koningen na hem als hun stamvader beschouwden, is niet meer dan een handvol feitelijke gegevens bekend: zo verenigde hij op het einde van de vijfde eeuw na Christus de Frankische stammen met de punt van het zwaard, om met dat nieuwe verbond het leeuwendeel van de voormalige Romeinse provincie Gallië weer tot politieke unie om te smeden. Vervolgens verankerde hij met zijn doopsel het christendom in Gallië (dat voortaan Francia ging heten) en legde hij de basis voor een staatkundige constructie die tot op de dag van vandaag zou standhouden.
Perspectief
Wat Jeroen Wijnendaele met De wereld van Clovis vooral tracht te doen, is een aantal clichés over de laatantieke wereld ontkrachten door haar geschiedenis te herschrijven vanuit het perspectief van de barbaarse volkeren die vanuit de periferie met de Romeinse beschaving in contact kwamen. Zo toont hij haarfijn aan dat het Laat-Romeinse Rijk allesbehalve een systeem in verval was.
Een complex samenleven
De eerste drie hoofdstukken gebruikt Wijnendaele om het complexe samenleven van Romeinen en barbaren in de eerste eeuwen van onze jaartelling te schetsen. Daarbij maakt hij duidelijk dat laatantieke beschrijvingen van ‘de Germaan’ of ‘de Frank’ niet zomaar mogen vereenzelvigd worden met duidelijk afgelijnde etnische groepen, zoals de negentiende-eeuwse geschiedschrijvers plachten te doen in de zoektocht naar de wortels van hun natie.
Evenmin bestond er een duidelijke culturele scheiding tussen de barbaren en hun Romeinse buren, maar was er voortdurende uitwisseling van mensen, goederen en gebruiken. Wijnendaele ontkracht dan ook herhaaldelijk het beeld dat hele Germaanse stammen zich als een onhoudbare stormvloed over de Romeinse limes uitstortten en toont aan dat de dreiging eerder in omgekeerde richting werkte. Veeleer dienden volkeren die leefden ten noorden van de Rijn en Donau als boksbal voor Romeinse legionairs op zoek naar ervaring op het slagveld in afwachting van de grote strijd, de krachtmetingen met andere legioenen om ‘hun’ kandidaat op het juiste moment tot nieuwe keizer te laten uitroepen.
Daar ligt voor Wijnendaele dan ook de ware zwakte die de ‘val van Rome’ teweegbracht: Romeinse veldheren, of ze nu van Romeinse dan wel barbaarse oorsprong waren, die hun politieke of militaire mandaat zonder scrupules inzetten voor eigen gewin, ten koste van de stabiliteit van het rijk. Ook hier moet de lezer niet ver zoeken naar parallellen met de eigen tijd.
Bronnenmateriaal
De grootste verdienste van De wereld van Clovis is de manier waarop Wijnendaele op erudiete wijze, hier en daar doorspekt met zijn eigenzinnige humor, de veelzijdigheid van het laatantieke bronnenmateriaal aan bod laat komen. Van de panegyrieken of publieke lofdichten op Romeinse keizers, de persoonlijke briefwisseling tussen aristocraten en officieren of de inscripties en reliëfs op graftomben waarin rasechte Romeinen zich een barbaarse look aanmeten: Wijnendaele houdt ze allemaal met chirurgische precisie kritisch onder de loep en weet aan te tonen waar tussen de onvermijdelijke verheerlijking door interessante passages over de laatantieke wereld doorschemeren.
Tussen al die Constantijnen en Constantiussen, Theodorikken en Theodosiussen raak je als lezer makkelijk het overzicht kwijt. Een beknopte tijdlijn en overzicht van de voornaamste heersers achterin het boek moet de zoektocht doorheen het spreekwoordelijke bos van Romeinen en barbaren ondersteunen. Het bronnenoverzicht achterin het boek verwijst de geprikkelde lezer door naar andere, meer gespecialiseerde synthesewerken. Dat maakt De wereld van Clovis tot een bijzonder lezenswaardig overzichtswerk voor zowel de algemene geschiedenisfanaat als voor de historische meerwaardezoeker, zodat het verplichte lectuur zou moeten zijn voor elke politicus of opiniemaker die zich wil wagen aan historische vergelijkingen tussen de eigen tijd en het Romeinse Rijk.
Kevin Poschet is leraar geschiedenis en esthetica en doctoreert op middeleeuwse geschiedenis aan de UGent, waar hij een studiegenoot was van Jeroen Wijnendaele.