Het Romeinse fort bij Vechten in de provincie Utrecht is een van de grootste en tegelijk een van de minst bekende forten langs de Romeinse grens (de limes) in Nederland. In de loop der tijd zijn hier een groot aantal archeologische voorwerpen gevonden.
Een van de bekendste tekeningen van Leonardo da Vinci toont een afbeelding van een naakte man met de armen en benen in twee boven elkaar geplaatste posities. Da Vinci maakte deze beroemde tekening rond 1490. Hij wilde er de lichaamsverhoudingen mee weergeven, zoals de Romeinse architect Vitruvius die eerder had beschreven. De tekening kwam hierdoor bekend te staan als de
Fortuna was de Romeinse godin van het lot, het geluk en fortuin en vertoont enige gelijkenissen met de Griekse beschermgodin Tyche. We kenneen haar onder meer dankzij het naar haar vernoemde Rad van Fortuin.
Enkele jongeren kregen vorige week de gelegenheid om mee te kijken bij een archeologische opgraving in het Westvaartpark in Hazerswoude-Rijndijk, een dorp in de gemeente Alphen aan den Rijn. De jongeren vielen met hun neus in de boter, want tijdens hun aanwezigheid werd een mijlpaal uit de Romeinse tijd gevonden.
Voor veel geschiedenisliefhebbers met een voorliefde voor strips is het een lang gekoesterde wens: een humoristische stripreeks over de Romeinen in Nederland, die doet denken aan de oude Asterix-albums.
Bij de Hermitage Amsterdam is komend najaar een tentoonstelling te zien die volledig is gewijd aan Julius Caesar. Het zou gaan om de eerste solo-tentoonstelling over de Romeinse generaal en dictator ooit in Nederland.
In de Italiaanse provincie Viterbo, vlakbij het plaatsje Bomarzo, is een bijzondere zestiende-eeuwse beeldentuin te vinden. Het park, door Italianen ook wel il Parco dei Mostri di Bomarzo (het park met de monsters van Bomarzo) genoemd, bevat een groot aantal levensgrote beelden van goden en monsterlijke wezens.
Keizer Hadrianus wilde vermoedelijk paal en perk stellen aan de ongelimiteerde bomenkap in zijn rijk en maakte daarom middels inscripties op sommige plekken duidelijk welke bossen met rust gelaten moest worden.
Schoonheid was voor de bewoners van Pompeï zeker niet alleen een esthetische zaak. Het was ook een morele kwestie. Plato schreef al dat het aanschouwen van schoonheid voor je welzijn even belangrijk is als gezond eten. Want kijken naar mooie dingen zorgt volgens hem voor mooie gedachten.
In de westerse cultuur staat de uil al eeuwenlang symbool voor de wijsheid, net verstand en de kennis. In dat kader kennen we ook de uil van Minerva of de uil van Athena.
Het tablinum is een relatief grote ruimte in een Romeinse domus. De rechthoekige ruimte bevond zich normaal gesproken achter het atrium.
Wanneer men in de Romeinse tijd aantekeningen maakte op een wasbord, werd hiervoor een zogeheten stilus gebruikt. Dit was een puntvormige schrijfstift waarmee teksten in het waslaagje gegraveerd konden worden.
De oude spreuk memento mori roept de mens op te reflecteren op de eigen sterfelijkheid en de eindigheid van het leven. In het Latijn betekent memento mori letterlijk ‘Gedenk te sterven’.
In het oude Rome was een praetor (of pretor) een belangrijke ambtenaar die onder meer belast was met de rechtspraak. Bij afwezigheid van de consuls namen ze ook het opperbestuur waar.
Een caldarium (of calidarium / cella coctilium) is de benaming voor een ruimte in een Romeins badhuis waar zich de hete dompelbaden bevonden en waar de luchtvochtigheid vrij hoog was. De ruimte werd gebruikt als een soort hedendaagse sauna.
De uitspraak ‘De teerling is geworpen’, in het Latijn: Alea iacta est, valt nog wel eens. Hoe komen we aan deze uitdrukking?
De secutor was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze gladiator werd in de arena vaak gekoppeld aan de retiarius of ‘nettenman’.
De thraex was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze gladiator dankt zijn naam aan het feit dat hij gekleed ging als een oude Thracische strijder.
De hoplomachus was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze Deze gladiator vocht doorgaans met een speer of lans (hasta), kort zwaard (gladius) en een dolk.
De bekende Romeinse geschiedschrijver en letterkundige Plinius de Oudere (ca. 23/24 - 79 na Chr.) liet zich in zijn 'Naturalis Historia' over weinig personen zo lovend uit als over generaal Marcus Sergius Silus.