Voor veel geschiedenisliefhebbers met een voorliefde voor strips is het een lang gekoesterde wens: een humoristische stripreeks over de Romeinen in Nederland, die doet denken aan de oude Asterix-albums. Stripboekuitgever Marc de Lobie besloot dat het tijd was om zo’n strip te laten maken.
Bij de Hermitage Amsterdam is komend najaar een tentoonstelling te zien die volledig is gewijd aan Julius Caesar. Het zou gaan om de eerste solo-tentoonstelling over de Romeinse generaal en dictator ooit in Nederland.
In de Italiaanse provincie Viterbo, vlakbij het plaatsje Bomarzo, is een bijzondere zestiende-eeuwse beeldentuin te vinden. Het park, door Italianen ook wel il Parco dei Mostri di Bomarzo (het park met de monsters van Bomarzo) genoemd, bevat een groot aantal levensgrote beelden van goden en monsterlijke wezens.
Keizer Hadrianus wilde vermoedelijk paal en perk stellen aan de ongelimiteerde bomenkap in zijn rijk en maakte daarom middels inscripties op sommige plekken duidelijk welke bossen met rust gelaten moest worden.
Schoonheid was voor de bewoners van Pompeï zeker niet alleen een esthetische zaak. Het was ook een morele kwestie. Plato schreef al dat het aanschouwen van schoonheid voor je welzijn even belangrijk is als gezond eten. Want kijken naar mooie dingen zorgt volgens hem voor mooie gedachten.
In de westerse cultuur staat de uil al eeuwenlang symbool voor de wijsheid, net verstand en de kennis. In dat kader kennen we ook de uil van Minerva of de uil van Athena.
Het tablinum is een relatief grote ruimte in een Romeinse domus. De rechthoekige ruimte bevond zich normaal gesproken achter het atrium.
Wanneer men in de Romeinse tijd aantekeningen maakte op een wasbord, werd hiervoor een zogeheten stilus gebruikt. Dit was een puntvormige schrijfstift waarmee teksten in het waslaagje gegraveerd konden worden.
De oude spreuk memento mori roept de mens op te reflecteren op de eigen sterfelijkheid en de eindigheid van het leven. In het Latijn betekent memento mori letterlijk ‘Gedenk te sterven’.
In het oude Rome was een praetor (of pretor) een belangrijke ambtenaar die onder meer belast was met de rechtspraak. Bij afwezigheid van de consuls namen ze ook het opperbestuur waar.
Een caldarium (of calidarium / cella coctilium) is de benaming voor een ruimte in een Romeins badhuis waar zich de hete dompelbaden bevonden en waar de luchtvochtigheid vrij hoog was. De ruimte werd gebruikt als een soort hedendaagse sauna.
De uitspraak ‘De teerling is geworpen’, in het Latijn: Alea iacta est, valt nog wel eens. Hoe komen we aan deze uitdrukking?
De secutor was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze gladiator werd in de arena vaak gekoppeld aan de retiarius of ‘nettenman’.
De thraex was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze gladiator dankt zijn naam aan het feit dat hij gekleed ging als een oude Thracische strijder.
De hoplomachus was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze Deze gladiator vocht doorgaans met een speer of lans (hasta), kort zwaard (gladius) en een dolk.
De bekende Romeinse geschiedschrijver en letterkundige Plinius de Oudere (ca. 23/24 - 79 na Chr.) liet zich in zijn 'Naturalis Historia' over weinig personen zo lovend uit als over generaal Marcus Sergius Silus.
De retiarius was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze gladiator vocht doorgaans zonder een helm en maakte onder meer gebruik van een drietand (trident) en een verzwaard net, waarmee hij zijn tegenstander(s) als het ware probeerde te vangen.
Plinius de Oudere (ca. 23/24 - 79 na Chr.) was een Romeinse soldaat, geschiedwetenschapper en letterkundige. Hij wordt 'De Oudere' genoemd, omdat hij een jongere neef had die ook naamsbekendheid genoot.
De murmillo was een gladiator-type uit de Romeinse tijd. Deze gladiator vocht doorgaans tegen de thraex (Thraciër), maar in kleinere arena’s nam hij het ook wel op tegen de hoplomachus en/of retiarius.
Een aedilis was in het oude Rome een hoge ambtenaar die verantwoordelijk was voor de publieke werken, het onderhoud van tempels, het politiewezen, markten en korenvoorzieningen. Daarnaast was hij belast met het organiseren van de grotere, openbare feesten.
’Zolang er leven is, is er hoop’, ook wel eens korter uitgedrukt als ‘hoop doet leven’, is een optimistisch en vrij bekend gezegde. Deze uitdrukking is vooral bekend van de Romeinse politicus en filosoof Marcus Tullius Cicero (106-43 v.Chr.).