In oktober verschijnt er een boek over de kaartenmakers die in de zeventiende en achttiende eeuw werkzaam waren voor de Zeeuwse Kamer van de VOC. Uitgeverij Walburg Pers heeft dat bekendgemaakt.
De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) had in de zeventiende en achttiende eeuw verschillende cartografen in dienst. Deze kaartenmakers moesten er voor zorgen dat zeelieden op reis konden gaan met een goed stel kaarten aan boord.
Over Amsterdamse kaartenmakers, zoals Willem Blaeu (1571-1638) en Isaak de Graaf (1668-1743), is al veel geschreven. Zeker niet alle VOC-kaarten werden echter door Amsterdamse cartografen vervaardigd. De Zeeuwse Kamer van de VOC had ook eigen cartografen in dienst, maar daar is vrijwel nooit over gepubliceerd. Maritiem historicus Ruud Paesie (1956) heeft onderzoek verricht naar de kaartenmakers van de Kamer Zeeland. In het in oktober bij Walburg Pers te verschijnen boek getiteld Zeeuwse kaarten voor de VOC wordt, zoals de uitgever het zegt, “ruim honderd jaar onbekende
Zeeuwse cartografie aan de vergetelheid onttrokken”.
De oudste zoon van Arent Roggeveen, Johan, nam zijn vaders cartografische werkzaamheden over. Johan Roggeveen werkte meer dan veertig jaar als kaartenmaker en werd na zijn dood op zijn beurt opgevolgd door zijn zoon: Abraham Anias. Historicus Paesie toont in zijn boek aan dat deze Anias de stiefzoon van Roggeveen was.