De Nederlandse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen werd wereldberoemd door zijn ontdekking van het in de Grote Oceaan gelegen Paaseiland.
Zijn zoon Jacob Roggeveen was van 1693 tot 1706 notaris in Middelburg en van 1706 tot 1714 voor de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) raadsheer in Batavia.
‘Den Val van ’s werelts Af-God’
In 1715 keerde Jacob Roggeveen terug naar Middelburg. Enkele jaren later (1718) gaf hij het werk Den Val van ’s werelts Af-God van de Zeeuwse predikant Pontiaan van Hattem uit. Een werk dat voor nogal wat opschudding zorgde. De Zeeuwse predikant geloofde en verkondigde onder meer dat christenen niet gebonden waren aan aardse wetten omdat ze onder ‘hemelse genade’ leefden. Veel inwoners van Middelburg namen het Roggeveen kwalijk dat hij het werk van deze dominee had uitgegeven en in 1719 besliste het stadsbestuur van Middelburg na een boekverbranding dat hij de stad moest verlaten.
Roggeveen woonde toen enige tijd in Arnemuiden en publiceerde hier in 1719 zowel het tweede als het derde deel van Den Val van ’s werelts Af-God. De boeken zorgden opnieuw voor veel onrust in de gemeenschap. Jacob Roggeveen besloot rond die tijd zijn vaders plan uit te gaan voeren. Hij zou op zoek gaan naar Terra Australis.

Jacob Roggeveen en Terra Australis
In 1721 kon hij aan zijn reis beginnen. De West-Indische Compagnie (WIC) gaf Roggeveen toestemming de reis naar het onbekende Zuidland te maken en gaf hem drie schepen mee: de Arend, Thienhoven en Afrikaansche Galey. Toen de 223 personen tellende bemanning op 1 augustus 1721 daadwerkelijk vertrok, was expeditieleider Jacob Roggeveen al 63 jaar oud.
Op 12 april 1722 vervolgde Roggeveen zijn reis. Via de Tuamotu-Archipel, Genootschapseilanden en Samoa voer hij naar Batavia. Onderweg ging het schip Afrikaansche Galey verloren. Roggeveen moest na enige tijd constateren dat hij niet was geslaagd in zijn missie. Zuidland was niet ontdekt. Aangekomen in Batavia werden de schepen in beslag genomen en de bemanningsleden, inclusief Roggeveen, in het gevang gegooid. Dit gebeurde omdat de schepen voeren onder de vlag van de WIC terwijl het gebied waar ze waren het handelsgebied was van de VOC. De VOC beschuldigde Roggeveen er van dat hij het monopolie van de VOC had doorbroken. De Zeeuw en zijn bemanning werden na enige tijd op een retourvloot van de VOC teruggestuurd naar huis.
Jacob Roggeveen arriveerde op 4 juli 1723 op Texel, een eiland dat overigens ongeveer net zo groot is als het Paaseiland dat hij ontdekte, en reisde vervolgens naar Middelburg. Hoewel hij een eiland had ontdekt was zijn missie mislukt. Veel eer viel hem in eigen land niet ten deel. Hij had het Zuidland niet gevonden. In Middelburg hervatte Roggeveen zijn oude werk. Hij gaf het vierde deel van Den Val van ’s werelts Af-God uit. Roggeveen overleed op 31 januari 1729.
- Handig: Lijst van ontdekkingsreizigers
- Boek: Naar het aards paradijs. Het rusteloze leven van Jacob Roggeveen, ontdekker van Paaseiland (1659-1729)
- Boek: Zeevaarders en ontdekkingsreizigers