Kapitein Raymond Westerling (1919-1987) was en is op zijn zachtst gezegd een omstreden figuur. Vooral door zijn activiteiten op Zuid-Celebes (1946/’47) is hij de belichaming geworden van door Nederlandse troepen in Indonesië toegepast extreem geweld en zelfs oorlogsmisdrijven. Een pistool van hem is te zien in het Nationaal Militair Museum (NMM) in Soesterberg. Dat roept vragen op.
Doordat het NMM het pistool en de bijbehorende holster laat zien in de permanente expositie dringen zich vier vragen op:
- Wat is dit voor wapen en wat is het voor holster?
- Wat heeft Westerling met dit wapen gedaan? Anders gezegd: hoeveel mensen heeft hij ermee gedood?
- Hoe is het NMM aan het pistool en de holster gekomen?
- Wat valt er te zeggen over de manier waarop het museum deze objecten toont aan het publiek?
Context
Het gaat hier om dat pistool plus holster, niet om de biografie van Westerling. Toch is een schets van diens activiteiten op Zuid-Celebes nodig om de twee geëxposeerde voorwerpen en opvattingen daarover goed te kunnen plaatsen.
In 1946 was Zuid-Celebes het toneel van veel geweld, tegen Nederlanders maar vaker tegen Indonesiërs die met hen samenwerkten of daarvan werden verdacht. Er waren Indonesische strijders die de op 17 augustus 1945 uitgeroepen Republiek Indonesië steunden tegen de Nederlandse pogingen om de archipel gewapenderhand weer in handen te krijgen. Er waren ook strijdgroepen/benden die voornamelijk uit waren op eigen gewin.
De toestand op Zuid-Celebes bedreigde het Nederlandse plan om in Indonesië federale staten te vormen als tegenwicht tegen de Republiek. De eerste die de Nederlandse autoriteiten in gedachten hadden was de Negara Indonesia Timur, de deelstaat Oost-Indonesië, met als hoofdstad Makassar op Zuid-Celebes. Daarom vonden de Nederlandse autoriteiten in Batavia – in de eerste plaats luitenant-gouverneur-generaal Huib van Mook en legercommandant generaal Simon Spoor – dat rust en orde op Zuid-Celebes met kracht moesten worden hersteld.
Half november ging een beperkte groep DST’ers naar Zuid-Celebes om alvast inlichtingen te vergaren. Op 5 december 1946 kwamen Westerling en de rest daar aan. In totaal waren ze met 123 man, in die periode vrijwel het hele DST.
Methode
De ‘methode Westerling’ hield onder meer in dat ’s nachts een of meer dorpen werden omsingeld. Bij dageraad werd opgerukt. De dorpen werden doorzocht, woningen waar verdachte spullen (al waren het maar papieren) of personen waren gevonden werden in brand gestoken, de dorpsbewoners werden bijeen gedreven – de mannen gescheiden van de vrouwen en kinderen. Ten overstaan van de mannen werden ‘schuldigen’ aangewezen en hetzij door een vuurpeloton, hetzij door Westerling persoonlijk geëxecuteerd.
Hoe langer het DST op Zuid-Celebes was, des te vaker ging het overigens om willekeurige executies. Tegenover de juristen Van Rij en Stam verklaarde Westerling in 1949 dat hij ‘ter plaatse optrad als openbaar ministerie, rechter en beul tegelijkertijd’. Voorts: “Hij meende, dat hij slechts in een geval een onschuldige had neergelegd, zulks op grond van hem gegeven onjuiste inlichtingen.” Overigens noemde Westerling eerder tegenover jurist Lambers in Makassar twee onschuldigen.
Op 4 maart 1947 gingen Westerling en zijn mannen in Makassar aan boord van het schip Melchior Treub voor de terugreis naar Java. Toen ze vertrokken, was op Zuid-Celebes de rust hersteld. De DST’ers en de naast en samen met hen opererende gewone KNIL-eenheden hadden daarbij veel slachtoffers gemaakt, deels volkomen onschuldige Indonesiërs. Wel is het lastig precieze cijfers te geven.
Aan Indonesische kant werd al snel een veel te hoog cijfer genoemd: 40.000 doden. In 1980 noteerde NRC-journalist Peter Schumacher hoe dat getal in omloop kwam.
Aan Nederlandse zijde werden veel lagere aantallen Indonesische doden genoemd, bijvoorbeeld achthonderd, maar ook ongeveer 3.500. In zijn boek over Nederlands geweld in Indonesië schrijft historicus Rémy Limpach dat dat laatste cijfer, rond 3.500, te laag is en ‘vermoedelijk met enkele duizenden moet worden verhoogd’.
Naar eigen zeggen heeft DST-commandant Westerling op Zuid-Celebes zelf 563 mannen geëxecuteerd. Hij verklaarde dat in juli 1949 tegenover raadsheer-commissaris J.L. Paardekooper.
Juridisch kon Westerlings optreden volstrekt niet door de beugel. De al genoemde onderzoekers Van Rij en Stam concludeerden over de beweerde toepassing van noodrecht of standrecht onder meer:
De ondergetekenden zijn van mening, dat deze benaming ‘rechtspraak’ een loze omschrijving is geweest van een volstrekt onwettig handelen, dat met alle regelen van rechtspraak, zoals onder beschaafde naties gelden, brak.’
Van noodrecht was geen sprake, schreven ze, wel van ‘tegenterreur’, van ‘onwettig optreden’.

Op het departement van Justitie in Den Haag keken twee juridische topadviseurs van de minister in september 1954 nog eens naar de rapportage van Van Rij en Stam. “Westerling heeft honderden mensen neergeschoten zonder dat daarvoor enige rechtsgrond aanwezig was’’, aldus A.D. (Guus) Belinfante. Zijn collega B.H. Kazemier schreef aan de minister dat hij het met het oordeel van Belinfante volkomen eens was.
Vervolgd voor zijn daden op Zuid-Celebes is Westerling nooit. In zijn adviesnota wees Belinfante op het risico van zo’n rechtsgang: “De sneeuwbal rolt dan verder (…)’’. Dan zouden ook de hoogste Nederlandse autoriteiten uit de betreffende periode in Batavia en Den Haag lelijk in de wind komen te staan. In december 1954 besloot de ministerraad inzake de Zuid-Celebes-affaire niet tot vervolging over te (laten) gaan.
Dan nu de vragen die Westerlings pistool en holster in het Nationaal Militair Museum oproepen.
Wat is dit voor wapen en wat is het voor holster?
Casper van Bruggen, eerder verbonden aan het Legermuseum in Delft en nu (2025) aan het Nationaal Instituut voor Militaire Historie, heeft dat helemaal uitgezocht. Het semi-automatische pistool is van Amerikaanse makelij, ontworpen door John Browning. Het is een Colt Model 1903 kaliber .32 met nummer 551267. Dat nummer duidt erop dat het wapen is gemaakt in 1941. In november 1941 is een partij van deze pistolen voor het KNIL vanuit de Verenigde Staten verscheept naar Batavia. Het is een handzaam wapen dat in een broekzak kan worden gestopt of onder kleding gedragen.
De bijbehorende holster is een zeldzaam model, van leer gemaakt voor het KNIL. In de holster zit een zogeheten pompstok, bedoeld om de binnenkant van de loop van het pistool schoon te maken.
In het leer van de holster zijn letters en cijfers aangebracht die details vertellen: CW, N, 1 42 en Z. CW staat voor de Artillerie Constructie Winkel in Bandoeng (West-Java). Sinds 1851 werden daar vuurwapens en munitie voor het KNIL geproduceerd. N geeft aan dat deze holster daar nieuw is gemaakt. 1 42 betekent dat dat gebeurde in januari 1942. Z tot slot is een inspectiekeurstempel.

Wat heeft Westerling met dit wapen gedaan? Anders gezegd: hoeveel mensen heeft hij ermee gedood?
De hamvraag, maar die is helaas lastig te beantwoorden. Zoals al opgemerkt, heeft Westerling verklaard dat hij op Zuid-Sulawesi eigenhandig 563 mannen heeft geëxecuteerd. Deed hij dat met (onder meer) dit wapen?
De extreem-rechtse Franse historicus Dominique Venner (na zijn dood in 2013 noemde dagblad Le Monde hem zelfs ‘de vader van modern extreem-rechts’) schreef in 1977 een boek over Westerling. In 1982 verscheen de bewerkte en door toedoen van Westerling zelf flink aangevulde Nederlandse versie. Het boek druipt van de bewondering voor Westerling. Volgens historicus De Moor was hij ‘een vrije ondernemer in het geweld’, ‘een roverhoofdman met zijn trouwe knechten’, diens Franse vakgenoot Venner repte over ‘’s werelds beste expert in guerrilla en contra-guerrilla’.
In het boek van Venner/Westerling wordt het wapentype Colt .32 op diverse plaatsen vermeld. Zo valt uit de beschrijving van de eerste verkenningstocht van Westerling en drie anderen aan de oostkant van de stad Makassar op te maken dat ze alle vier, dus ook Westerling, onder hun kleding een Colt .32 droegen. Dat pistool wordt bovendien ‘Westerling’s favoriete vuurwapen’ genoemd.
Uit zijn naspeuringen concludeerde Van Bruggen dat Westerling de Colt .32 ‘voornamelijk (droeg) bij zijn kaki uitgaanstenue’. In dat verband komt in het boek van Venner/Westerling een opmerkelijk incident aan bod. Het speelde zich af in Sociëteit De Harmonie in Makassar.

Volgens Westerling kwam daar vaak een Indonesische spion om inlichtingen te verzamelen en die aan ‘de terroristen’ door te geven. Op een dag nam de kapitein de man apart en gaf hem dreigend te verstaan zich daar nooit meer te vertonen. Een week bleef de Indonesiër weg, maar kwam toen toch weer naar de sociëteit – op tijden dat Westerling daar gewoonlijk niet was. Toen hij dat vernam, ging de DST-commandant extra vroeg naar de sociëteit en herinnerde de Indonesiër aan zijn dreigement van een week eerder. “Zonder verder nog een woord te zeggen, haalt de kapitein zijn Colt .32 tevoorschijn en schiet hem ter plekke een kogel door het hoofd.”
Met de Colt .32 is dus ten minste één moord gepleegd, volgens dit verhaal van Westerling zelf althans, want in andere bronnen is daarvan tot nu toe geen bevestiging aangetroffen. Verder heeft Van Bruggen opgemerkt dat we niet voor de volle honderd procent zeker weten of de Colt .32 uit dit verhaal het exemplaar is dat nu in het NMM te zien is. In theorie kan het inderdaad zijn dat Westerling meer dan één pistool van dit type bezat.

Hoe is het NMM aan het pistool en de holster gekomen?
Dat is een bijzonder verhaal in diverse stappen. De eerste stap werd gezet aan boord van de Melchior Treub, het schip dat de DST’ers van Zuid-Celebes terugbracht naar Java. Journalist Maarten Hidskes maakt daarvan gewag in het boek dat hij schreef over de tijd die zijn vader, P.A.M. (Piet) Hidskes, als DST’er doorbracht op Zuid-Celebes. Aan boord gaf Westerling zijn Colt .32 aan zijn verbindingsman, Hay van Groenendaal. “Ik heb de helft van het succes op Celebes aan jou te danken”, aldus de DST-commandant.
De rest van de reis van het pistool kon Van Bruggen reconstrueren op grond van wat hij van Van Groenendaal vernam. Toen die later in 1947 naar Nederland terugkeerde, nam hij het wapen mee. Thuis in Blerick (Venlo) heeft hij het jarenlang bewaard. Wel veranderde hij iets aan het uiterlijk. Dit type wapen was standaard voorzien van een blauwe kleur, maar die laag was bij Westerlings pistool zo afgesleten dat Van Groenendaal besloot het helemaal blank te polijsten.
In het kader van een speciale inleveractie van vuurwapens gaf Van Groenendaal het pistool in de jaren tachtig aan de politie in Venlo. Nadat een rechercheur had gehoord over de herkomst ervan voorkwam deze dat de Colt .32 net als de andere ingeleverde wapens zou worden vernietigd. Westerlings pistool kreeg een plekje in een kleine verzameling bijzondere wapens op de zolder van het Venlose politiebureau.
Enkele jaren later kreeg Van Groenendaal telefoon van diezelfde rechercheur: de zolder kreeg een andere bestemming, dus de wapenverzameling moest worden opgeruimd. Westerlings pistool verhuisde daarop naar de zogenoemde Traditiekamer van het Regiment Limburgse Jagers in de Frederik Hendrikkazerne in Venlo. Een alledaagse verhuizing was dat niet. Van Bruggen: “Met enig ceremonieel werd het pistool met een politiewagen (de rechercheur samen met Van Groenendaal) en een motorescorte van twee motoren naar de kazerne gebracht.’’
Maar omdat Westerlings wapen in de Limburgse collectie toch een wat vreemde eend in de bijt was – er was immers geen enkele relatie met dit legeronderdeel – zijn pistool en holster in 2003 overgedragen aan het Legermuseum in Delft. Dat werd later met het Militaire Luchtvaartmuseum samengevoegd tot het huidige Nationaal Militair Museum, dat in december 2014 officieel werd geopend. Vandaar dat Westerlings pistool en holster nu daar zijn te zien.

Wat valt er te zeggen over de manier waarop het museum deze objecten toont aan het publiek?
In een vitrine in het NMM maken pistool en holster van Westerling tegenwoordig deel uit van de permanente expositie. Bij de twee objecten kunnen museumbezoekers deze tekst lezen:
Onder het commando van Raymond Westerling opereerden de speciale troepen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger in de jaren 1946-1948 tegen Indonesische strijders. Daarbij trad hij meedogenloos op en liet zonder vorm van proces vele executies uitvoeren. Westerling, die op handen werd gedragen door zijn mannen, is nooit veroordeeld. Hij is nog steeds een omstreden figuur.
De vermelde feiten kloppen, maar toch is het denkbaar daarbij kanttekeningen te plaatsen. Dat gebeurt in elk geval in een podcast die de Open Universiteit maakte ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis 2020. In die podcast praten historica Caroline Drieënhuizen en politiek filosofe Marieke Borren met de in Nederland wonende Indonesische journalist Joss Wibisono, met NMM-conservator Dirk Staat, met diens Rijksmuseum-collega Harm Stevens en met Jazzy Taihuttu, kunsteducator en regie-assistente van de film De Oost.
Een van de kritiekpunten in de podcast is dat de tekst bij de objecten wel erg karig is, dat de Indonesische slachtoffers geheel buiten beeld blijven. Trouwens, al meteen het vraagteken achter het kopregeltje (‘oorlogsmisdadiger?’) leidt tot kritiek. NMM-conservator Staat maakt overigens heel duidelijk dat het museum niets wil verbloemen of goedpraten. Hij noemt het pistool een ‘horrorwapen’ en een ‘middel tot discussie’.
De deelnemers aan de podcast blijven van mening verschillen, maar over één ding zijn ze het wel eens: op zichzelf is er geen bezwaar tegen om dit wapen en deze holster aan het publiek te laten zien. De hele podcast duurt iets meer dan een uur. Wie minder tijd heeft, kan de kern van de discussie beluisteren tussen 12:30 en 21:00 minuten.
Drees liet Westerling uit Indonesië ontsnappen
Een nieuwe visie op kapitein Raymond Westerling?
Bronnen ▼
– Casper van Bruggen: ‘Westerling’s favoriete vuurwapen’. In: Armamentaria 2004-2005, Jaarboek Legermuseum.
– Casper van Bruggen: diverse aanvullende gegevens. Mails aan auteur, 7 en 24 januari 2025.
– Maarten Hidskes: Thuis gelooft niemand mij. Zuid-Celebes 1946-1947 (Amsterdam 2016).
– Rémy Limpach: De brandende kampongs van Generaal Spoor (Amsterdam 2016).
– J.A. de Moor: Westerling’s oorlog. Indonesië 1945-1950 (Amsterdam 1999).
– Open Universiteit: Podcast Erfgoed onder vuur, het pistool van Raymond Westerling (2020).
– Peter Schumacher: NRC Handelsblad Kortschrift nr. 18: Indonesië ’45-’49. De dilemma’s van generaal Spoor, de methodes van kapitein Westerling (Rotterdam 1980).
– Dominique Venner: Westerling ‘de eenling’ (Amsterdam 1982).
– https://en.wikipedia.org/wiki/Colt_Model_1903_Pocket_Hammerless
– https://fr.wikipedia.org/wiki/Dominique_Venner
– https://www.limburgsejagers.nl/organisaties/historische-collectie/de-hc/