Frits van Daalen hield zich strak aan regels en reglementen, en schreef ze zelf ook. Hij bezat ambitie, durfde verder te gaan dan menig ander en bereikte hoge posten. Lange tijd werd hij bewonderd vanwege zijn militaire expeditie in 1904, waar hij gebruik maakte van wat nu extreem militair geweld heet. Toen lag dat anders.
Op 7 mei 1940 ontving de Koninklijke Militaire Academie (KMA) een kort en dreigend telegram. Twee woorden slechts: ‘Verloven intrekken’. Hiermee begon de oorlogstijd voor de KMA. Na de sluiting in juli 1940 door de nazi’s herrees de KMA in Nederlands-Indië, in Bandoeng.
Hoeveel profijt heeft Nederland, in klinkende munt uitgedrukt, getrokken van drieënhalve eeuw aanwezigheid in Indië?
Hij is een van de meest omstreden militairen uit de Nederlandse geschiedenis, maar tijdens zijn carrière als militair en bestuurder klonk er vooral lof.
Generaal Karel van der Heijden. Een self made man, dus zonder opleiding van de Koninklijke Militaire Academie. De eerste militaire en civiele gouverneur van Atjeh, met hem werd dus het koloniale gezag daar officieel gevestigd. Toch leidde het tot knallende ruzies.
Politieke springstof met een ongekende kracht. Die indruk blijft achter na lezing van de rapportage van twee juristen over Nederlandse militaire ‘excessen’ in Indonesië (voornamelijk Zuid-Celebes). Lang hebben kabinetten de documenten in een diepe la verborgen gehouden. Later waren ze beperkt toegankelijk voor wetenschappers. Nu kan het grote publiek er kennis van nemen.
De oorlog in Indonesië en het extreme geweld dat de Nederlandse troepen daarbij gebruikten, zijn lange tijd geen onderwerp geweest waarover in Nederland veel werd gesprokenen geschreven. Na het einde van de oorlog deed de regering veel moeite om discussies daarover uit de weg te gaan of zelfs in de kiem te smoren.
Was het Renville-akkoord (januari 1948) wel zo’n groot Nederlands succes als wordt beweerd? Hoe kwam Nederland ondanks boycots aan materieel voor de troepen in Indonesië? Het zijn twee van de vragen die aan de orde komen in het derde boek naar aanleiding van het grote Indonesië-onderzoek door drie wetenschappelijke instituten. Ditmaal staat de internationale context van de oorlog in Indonesië
Het lesmateriaal moet klassen inspireren tot gesprekken over “de impact van het koloniaal verleden en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd”.
Het tweede boek dat voortkomt uit het grote Indonesië-onderzoek door drie wetenschappelijke instituten, laat getuigen van de oorlog uit 1945-1950 aan het woord, plus hier en daar de volgende generatie(s). Het bevat mooie uitspraken en observaties. Maar ook roept het soms meer vragen op dan het antwoorden geeft.
Aan hard nieuws heeft het grote Indonesië-onderzoek door drie Nederlandse wetenschappelijke instituten vrij weinig opgeleverd. Toch zijn de resultaten waardevol. Ze bieden een goed overzicht van eerdere bevindingen, vullen die aan met nieuwe details en hier en daar een brok echt nieuws.
Over de dekolonisatie-oorlog lezen we in Nederland vrijwel alleen publicaties die de zaken benaderen vanuit Nederlands perspectief. Dat vertrekpunt is op zichzelf wel begrijpelijk. De allereerste vraag bij zulke ingrijpende gebeurtenissen is immers wat ‘we’ hebben gedaan en hoe dan. Maar als het daarbij blijft, ontstaat een eenzijdig beeld.
Tientallen jaren lang hebben Nederlandse autoriteiten hun uiterste best gedaan oorlogsmisdaden van Nederlandse kant in Indonesië te ontkennen, te bagatelliseren en onbestraft te laten. Daarbij werd geregeld stiekem gedaan en vaak de doofpot als instrument gebruikt.
Nederland bleef zo’n vijftig jaar achter met het benoemen van militair attachés bij haar gezantschappen. Zeker voor Nederland was dit geen overbodige luxe met de insulaire ligging van haar koloniën in de Oost.
De Indonesische onafhankelijkheidsstrijd (1945-1950) stelde de Nederlandse krijgsmacht voor onverwachte en grote problemen. Militair-theoretisch werd geen afdoende oplossing gevonden. In de praktijk leidde dat tot opvoering van het geweldsniveau, waarbij de strijdkrachten bereid waren veel Indonesische burgerdoden op de koop toe te nemen.
Omroep MAX zendt vanaf zondag 13 februari de vijfdelige documentairereeks 'Indië in je Ziel' uit. De documentaires bevatten portretten van zowel Indische Nederlanders als Indië-veteranen.
Donderdag 17 februari worden de resultaten van een uitgebreid onderzoek naar het Nederlandse geweld tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog van 1945 tot 1949 gepubliceerd.
Volgens een gastcurator van het Rijksmuseum in Amsterdam heeft het woord 'bersiap' een racistische bijklank en zal het daarom niet gebruikt worden in een grote tentoonstelling over de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië in de jaren 1945-1949.
Zijn maatschappelijke carrière voerde over een hobbelig pad, maar ten aanzien van het koloniale Indië was Dirk van Hogendorp een man die ver vooruit zag.
De naam Indonesië, waar komt die eigenlijk vandaan?
In februari worden de resultaten bekend gemaakt van een groot onderzoek naar de toepassing van geweld in Indonesië in de jaren 1945-1950.