Dark
Light

De menselijke maat van vluchteling in de jaren ’30

Auteur:
4 minuten leestijd
De grens tussen Dinxperlo en het aangrenzende Duitse dorp Suderwick in de jaren vóór de oorlog (Foto: Grenslandmuseum in Dinxperlo)
De grens tussen Dinxperlo en het aangrenzende Duitse dorp Suderwick in de jaren vóór de oorlog (Foto: Grenslandmuseum in Dinxperlo)

Hoe met Joden werd omgegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog is algemeen bekend. Maar hoe was het in de periode vóór de oorlog, toen Joodse Duitsers aanklopten aan de Nederlandse grens? Een warm onthaal was het allerminst. Een vergeten geschiedenis, volgens het Onderduik- en Verzetsmuseum in Aalten. Vanaf vrijdag 16 oktober is in het Achterhoekse museum daarom de tentoonstelling ‘Grensgevallen’ te zien.

Nadat in Duitsland in 1935 de Neurenberger Rassenwetten werden ingevoerd, die Joden burgerrechten ontnamen, kwamen er grote aantallen Joodse vluchtelingen bij de Nederlandse grens aan. Tot dan toe had Nederland een tamelijk liberaal toelatingsbeleid, maar door de grote toestroom werden de toelatingseisen strenger. Niet alleen vanwege de economische malaise waarin Nederland verkeerde, maar ook door de toename van het antisemitisme. De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) kreeg een steeds grotere aanhang en de Nederlandse overheid vreesde dat meer Joden het antisemitisme nog meer zouden aanwakkeren. Na de Kristallnacht in Duitsland werd die toelating nog strenger. Dat was overigens ook het geval in andere Europese landen en Nederland wilde geen vrijhaven worden voor vluchtelingen. De regering besloot daarom nog slechts 7000 Joodse vluchtelingen binnen te laten, die werden ondergebracht in Kamp Westerbork.

Voor Joden was het echter moeilijk Nederland in te komen. Sinds 1937 werden vluchtelingen zonder bestaansmiddelen geweigerd. Een jaar later – toen de paspoorten van Duitse Joden ongeldig werden verklaard – werden Joden zonder geldig paspoort aan de grens teruggestuurd. Alleen mensen die konden aantonen dat ze gevaar voor lijf en leden liepen, werden toegelaten. Dat was tot de Kristallnacht, waarbij honderden synagogen en Joodse winkels werden vernield, moeilijk te bewijzen. En juist na die nacht van nationale volkswoede werd de grens dichtgegooid.

Grensdorpen

De regels die de overheid instelde werden niet altijd volledig nageleefd door de burgers in de grensdorpen. De tentoonstelling Grensgevallen in het Onderduik- en Verzetsmuseum in Aalten gaat juist over die mensen in het grensgebied, met name in de Aalten, Dinxperlo en Winterwijk. De verhalen zijn beschreven in het boek Grensgevallen, Vluchtelingen tussen 1933 en 1940 van Henk Krosenbrink. Voor het boek zijn lokale politiedossiers uit de jaren ’30 gebruikt om een beeld te krijgen van het aantal vluchtelingen in de regio en hoe de burgers van de grensdorpen op hen reageerden.

Volgens Hans de Graaf van het Onderduik- en Verzetsmuseum was er een groot verschil tussen beleid en uitvoering in de dorpen aan de Duits-Nederlandse grens. “In de grensdorpen werd gehandeld naar de menselijke maat”, aldus De Graaf die van mening is dat de expositie illustratief is voor de hele Nederlandse grens, van Groningen tot Limburg. “Hoe er met de vluchtelingen werd omgegaan verschilde heel erg per dorp, het had veel te maken met de plaatselijke leiders. In Aalten had je bijvoorbeeld in die jaren een hele rechtlijnige burgemeester die strikt de regels naleefde, terwijl de burgemeester van Dinxperloo juist veel mensen binnen liet.”

Het waren vooral Joden, communisten, socialisten en Duitse militairen die in de jaren ’30 aanklopten bij de Achterhoekse grens. Zo’n 1200 werden teruggestuurd, sommigen werden geholpen, anderen beroofd door hun ‘helpers’, die zo wat geld bij wilden verdienen. Enkele van deze verhalen zijn te vinden op de expositie en worden ook beschreven in het boek van Krosenbrink. Wie er ‘goed’ en ‘fout’ was, wordt in het midden gelaten. “Nu met wijsheid achteraf is het makkelijk om te wijzen, maar destijds wisten ze nog niet hoe de geschiedenis zou lopen. Het was niet zwart-wit, maar er zaten veel grijstinten in”, vindt De Graaf.

De vluchtelingen kwamen op verschillende plekken terecht. Sommigen doken onder, anderen vertrokken naar de Randstad. Velen werden tijdens de oorlog alsnog opgepakt door de Duitsers en getransporteerd naar vernietigingskampen. Het gebied rond Aalten herbergde relatief gezien veel onderduikers. Twintig procent van de bevolking was onderduiker, landelijk gezien was dat vijf procent. Waarom, dat blijft gissen voor De Graaf: “Sommigen zeggen dat het vooral de gereformeerden waren die onderduikers herbergden, maar er zijn ook katholieke dorpen waar veel onderduikers zaten. Ik denk dat het vooral afhing van de plaatselijke leiders en het aantal NSB’ers. Bovendien hadden de grensbewoners veel verwevenheid met de elkaar. Er woonden Duitsers in Nederland en andersom.” De vluchtelingenstroom in de grensgebieden in de Achterhoek drukken nog steeds een stempel op de samenleving daar. “Er komen regelmatig mensen in het museum die hier de oversteek hebben gemaakt”, zegt De Graaf. “En er zijn er natuurlijk ook een aantal blijven wonen.”

Ingediënten

De expositie is ook bedoeld om mensen te laten leren van het verleden. “Je kunt nu weer zien hoe mensen verschillend reageren op asielzoekers”, vertelt De Graaf. “Sommigen zijn keihard voor asielzoekers, anderen springen in de bres voor degenen die dreigen te worden uitgezet. In de jaren ’30 was dat verschil er ook.” De Graaf trekt zelf de vergelijking met de PVV van Geert Wilders. “Je ziet nu weer dat in slechte economische tijden er een zondebok wordt aangewezen, in dit geval de islamieten. Het is natuurlijk niet zo dat de geschiedenis zich herhaalt. Dezelfde ingrediënten zijn aanwezig. Maar hoe het afloopt hangt af van hoe je die ingrediënten bereidt”.

De expositie gaat in op vier bepalende historische momenten, de Rijksdagbrand in 1933, de Olympische Spelen in 1936, de annexatie van Oostenrijk en de Rijkskristallnacht in 1938. De tentoonstelling begint vrijdag om 16.00 uur met een presentatie van het boek ‘Grensgevallen’. Om 17.00 uur wordt de tentoonstelling door staatssecretaris Jet Bussemaker geopend. Hij is te zien tot 24 mei 2010 in het Onderduik- en Verzetsmuseum aan de Markt in Aalten. Meer informatie: www.aaltensemusea.nl

×