Een bewerkt telegram zorgde er in 1870 voor dat Frankrijk werd geprovoceerd tot een oorlog met Duitsland. Deze zogeheten Emser Depesche (of Ems-telegram), strategisch aangepast door Otto von Bismarck, leidde zo indirect tot de Frans-Duitse Oorlog en resulteerde in de oprichting van het Duitse Keizerrijk.
Om de impact van het historische telegram goed te kunnen duiden is een blik op de voorgeschiedenis noodzakelijk. Toen Otto von Bismarck in 1862 minister-president van Pruisen werd, was hij vastbesloten om de positie van Pruisen in Europa te versterken en vooral om stappen te zetten richting de Duitse eenwording. Het grondgebied van het toenmalige Duitsland bestond nog uit een lappendeken van onafhankelijke staten en koninkrijken, zoals Beieren, Saksen en Württemberg. Deze gebieden waren sinds 1815 wel verenigd in de zogeheten Duitse Bond, maar genoten ieder wel een grote mate van autonomie. Bismarck wilde al deze losse verbanden graag samenbrengen en meende dat Pruisen in dit verenigde Duitsland de dominante macht moest zijn.
Oostenrijks-Pruisische Oorlog
Een conflict tussen Oostenrijk en Pruisen over het gedeelde bestuur van Sleeswijk en Holstein leidde twee jaar echter tot een nieuwe oorlog. Hoewel Oostenrijk in dit conflict de steun genoot van de het merendeel van de andere Duitse koninkrijken, won Pruisen deze oorlog. Dit kwam mede door het gebruik van een nieuw type wapen, waarmee soldaten knielend of liggend konden vuren en aanzienlijk meer schoten per minuut konden afvuren. De Oostenrijkers gebruikten nog ouderwetse voorladers en moesten staand schieten.
Na deze broedertwist werd de Duitse Bond ontbonden en annexeerde Pruisen de gebieden Sleeswijk-Holstein, Hessen-Kassel, Frankfurt en Nassau. Deze gebieden vormden vanaf dat moment de Noord-Duitse Bond, die met het Verdrag van Praag met tegenzin door Oostenrijk werd erkend. In naam was dit een federale staat met afzonderlijke leden, maar in de praktijk was Pruisen oppermachtig. De koning van Pruisen stond aan het hoofd van de bond en de Pruisische eerste minister werd automatisch bondskanselier. De resterende staten (Beieren, Württemberg, Baden en Hessen-) kregen het recht een Zuid-Duitse Bond te vormen maar zover kwam het nooit.

Op zoek naar een conflict
Bismarck hoopte dat deze vier zuidelijke staten zich vrijwillig aan zouden sluiten bij zijn nieuwe bond, maar dat gebeurde niet. De bondskanselier bleef echter streven naar een groot verenigd Duitsland en meende dat externe dreiging, zoals een oorlog met Frankrijk, een cruciale rol kon spelen in het overtuigen van deze staten om zich toch bij zijn bond aan te sluiten. Zelf de oorlog verklaren aan de Fransen was echter weinig aantrekkelijk. Het was veel nuttiger wanneer de Fransen de zuidelijke Duitse staten binnenvielen en deze Duitse gebieden op die manier als het ware in de beschermende handen van Pruisen gedreven werden. In plaats van als veroveraar zou Bismarck zich dan kunnen opwerpen als verdediger.
Dat het tot een oorlog kwam had alles te maken met een Spaanse koningskwestie. De troon van Spanje was al sinds 1866 vacant en in 1870 kreeg de Duitse prins Leopold von Hohenzollern-Sigmaringen het aanbod koning te worden. De Pruisische koning Wilhelm I zag hier aanvankelijk niets in, maar Bismarck zag kansen en zorgde ervoor dat de koning zich toch achter de kandidatuur schaarde. De bondskanselier wist dat de Fransen nooit akkoord zouden gaan met een Duitse prins aan de zuidgrens. Een monarchale band tussen Berlijn en Madrid werd daar als een grote bedreiging gezien.
Frans-Duitse Oorlog
Een dag later stuurde koning Wilhelm een telegram naar Bismarck waarin hij zijn bondskanselier in nette bewoordingen op de hoogte bracht van de ontwikkelingen. Bismarck rook zijn kans op een confrontatie en lekte een verkorte en aangescherpte versie van het telegram naar de pers dat een stuk provocerender en vijandelijker overkwam dan het origineel. Zowel in de Duitse als Franse pers werd de inhoud van dit telegram uitgebreid besproken.
Onder druk van de oorlogszuchtige pers en de publieke opinie besloot Napoleon III hierna met enige tegenzin de oorlog te verklaren aan de Pruisen, waarmee de Frans-Duitse Oorlog begon. Hierbij speelde overigens niet alleen de Spaanse koningskwestie een rol, de Fransen hoopten met een oorlog ook het proces van Duitse eenwording definitief een halt toe te roepen. Het liep echter allemaal anders.

Hoewel de Fransen vol vertrouwen aan de strijd begonnen en er vast van overtuigd waren ‘de Pruis’ snel klein te krijgen, verliep de oorlog voor Frankrijk desastreus. Bismarck had met zijn legers in de startblokken gestaan en was militair superieur, mede dankzij uiterst moderne Krupp-kanonnen. Daarnaast werd op grote schaal gebruikgemaakt van geavanceerde treinverbindingen waarmee Duitse troepen snel en efficiënt naar het front gestuurd werden. Begin september 1870 boekten de Duitsers bij Sedan een doorslaggevende zege, waarbij keizer Napoleon III zelfs gevangen werd genomen.
Na een omsingeling van Parijs capituleerden de Fransen enkele maanden later en kreeg Bismarck zijn zin: de Zuid-Duitse koninkrijken, die een belangrijke bijdrage hadden geleverd aan de overwinning, voegden zich bij de Noord-Duitse Bond. De eenwording van Duitsland was in januari 1871 een feit en koning Wilhelm I werd in de spiegelzaal in Versailles officieel tot keizer uitgeroepen. Frankrijk had bovendien Elzas-Lotharingen moeten afstaan, wat Duitsland aanzienlijk versterkte.

Nog een telegram
De Duitse geschiedenis kent nog een belangrijk telegram: het Zimmermann-telegram. Dit telegram werd in 1917 door Duitsland naar Mexico gestuurd met de oproep om zich bij een eventuele oorlog tegen de Verenigde Staten aan te sluiten. De onderschepping en openbaarmaking van dit telegram speelde een grote rol bij de Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog.
Otto von Bismarck – “IJzeren Kanselier”
De Duitse Bond (1815-1866)
Duitse eenwordingsoorlogen
Bronnen ▼
-Duitsland in het kort – James Hawes (Balans) p. 126-129
-Duitse passanten – Lo van Driel (Wereldbibliotheek) p.56.58
-Kroniek van de mensheid – Aart Aarsbergen red. (Elsevier) p.874-876