Płaszów, het beruchte concentratiekamp uit Schindler’s List

In de schaduw van Auschwitz
15 minuten leestijd
1
De villa van Amon Göth met het balkon dat uitzicht had op het kampterrein van Płaszów. De foto dateert uit 2013, voor een grondige restauratie.
De villa van Amon Göth met het balkon dat uitzicht had op het kampterrein van Płaszów. De foto dateert uit 2013, voor een grondige restauratie. (CC BY 2.0 - Jason M Ramos - wiki)

Gebouwd als Joods werkkamp voor de bewoners uit het getto van Krakau, groeide Płaszów uit tot een groot doorgangskamp en concentratiekamp. De verschrikkingen en vreselijke terreur van het kamp zijn indrukwekkend verbeeld in een van de beroemdste films over de Holocaust. Toch bleef het lange tijd een verwaarloosde plaats van herinnering in de schaduw van Auschwitz, zestig kilometer verderop. In 2024 kwam daar verandering in met de herinrichting van het voormalige kampterrein tot een volwaardige gedenkplaats.

Resten van de filmset van Schindler’s List (2023)
Resten van de filmset van Schindler’s List (2023) – Foto: Norbert-Jan Nuij
Wie tijdens een bezoek aan het toeristische Krakau (Zuid-Polen) de drukte van de stad wil ontlopen, kan zuidelijk van de oude stad en de rivier Wisła in een groen en wild begroeid gebied belanden, omgeven door steile wanden. Al snel zal de argeloze wandelaar tussen het groen de roestige restanten van industriële torens ontdekken, betonnen en houten palen met porseleinen isolatoren, een vervallen geraamte van een gebouw volgekalkt met graffiti. Bizar wordt het als blijkt dat een van de paden is geplaveid met stenen, waarop namen staan gebeiteld – zijn het grafstenen? Bij iemand die de beroemde film Schindler’s List (1993) van Steven Spielberg kent, zou nu misschien een lichte siddering door het lijf gaan en zich kunnen afvragen: zijn dit de resten van dat kamp, waar die enge nazi-commandant vanaf zijn balkon op Joodse dwangarbeiders schoot?

Bijna… enkele kleine bordjes onthullen dat het hier gaat om de overblijfselen van een enorme filmset. Uit respect voor de locatie van het echte kamp Płaszów (1 à 2 kilometer verderop), liet Spielberg het hele kamp nabouwen in deze voormalige Liban-kalksteengroeve. Toch was dit tijdens de oorlog net zo goed een plek waar zware dwangarbeid werd verricht. Het maakt het tot een van de wonderlijkste plaatsen van herinnering van de Tweede Wereldoorlog en de verbeelding ervan: eens een ‘schuldig landschap’, maar tegenwoordig als ecologisch beschermd gebied teruggegeven aan de natuur.

Originele foto van Joodse grafstenen die verwerkt zijn in de bestrating van  Płaszów.
Originele foto van Joodse grafstenen die verwerkt zijn in de bestrating van Płaszów. (infocenters.co.il)

Het aangrenzende oorspronkelijke kampterrein, lange tijd een rudimentair wandelgebied, wordt sinds 2024 juist omgevormd tot een waardig herdenkingspark met informatiecentrum.

Werkkamp voor Joden

Vanwege de kalksteengroeve, maar ook de nabijheid van het Joodse getto, een spoorlijnverbinding en fabrieken, valt in het najaar van 1942 de keuze voor de bouw van een werkkamp voor Joden op een locatie bij het dorpje Płaszów, aan de rand van Krakau. Aanleiding is de geplande liquidatie van het getto van Krakau, wat weer een gevolg is van het besluit tijdens de Wannseeconferentie (begin 1942) om de Joden systematisch uit te roeien in vernietigingskampen. Een beperkt deel zou voorlopig gespaard worden om als dwangarbeiders ingezet te kunnen worden voor de Duitse oorlogseconomie, al komt dat meestal neer op een uitgestelde executie: Vernichtung durch Arbeit.

Hoewel Płaszów officieel geen concentratiekamp maar werkkamp zou worden, zullen de gettobewoners zich niet zich niet te veel illusies hebben gemaakt over hun toekomst. Een Barackenbau-groep uit het getto is in de winter van ’42-’43 al begonnen met het graven van greppels voor de afwatering in de hard bevroren grond en het egaliseren van het heuvelachtige terrein waar de barakken zouden komen. Precies op de plek van twee Joodse begraafplaatsen, die respectloos geruimd worden met als cynische boodschap dat er niet alleen geen toekomst is voor de Joden binnen het Derde Rijk, maar zelfs geen verleden. De grafstenen worden verwerkt in de bestrating van het kamp, en vanuit een zieke minachting voor alles wat Joods is wordt de imposante begrafenishal in Byzantijnse stijl met koepels van binnen gestript en verder gebruikt als paardenstal en nachtverblijf voor koeien en varkens.

Restanten van de in 1944 opgeblazen Joodse Begrafenishal, voor onder meer rituele reiniging van overledenen.
Restanten van de in 1944 opgeblazen Joodse Begrafenishal, voor onder meer rituele reiniging van overledenen. (2023) – Foto: Norbert-Jan Nuij

Zwangsarbeitslager Płaszów des SS- und Polizeiführers im Distrikt Krakau, zoals het kamp officieel gaat heten, komt onder leiding van de Weense SS-Untersturmführer Amon Göth, die een schrikbewind zal voeren. Zijn visitekaartje geeft hij af met de gewelddadige definitieve ontruiming van het Krakause getto, maart 1943, waarbij ongeveer 2.000 Joden worden afgemaakt en 3.000 afgevoerd naar Auschwitz. Göth laat hier al zien dat hij er geen enkele moeite heeft om eigenhandig te moorden, in tegenstelling tot veel andere kampcommandanten die het beulswerk liever aan anderen overlieten.

Kampterrein appelplaats plaszow
Kampterrein met de appelplaats. – Foto: Norbert-Jan Nuij

Leven en dood in handen van Göth

In zijn openingstoespraak op de appelplaats van het kamp zou hij zoiets gezegd hebben als:

Mijn naam is Göth, voor jullie ben ik God, jullie leven en dood ligt in mijn handen. Het doden van 500 mensen is voor mij een kleinigheid. Onthoud dat!

Niemand was veilig voor zijn onvoorspelbare gedrag en emotieloze, haast achteloze moordlust. In de film Schindler’ s List zijn een aantal voorbeelden te zien van zijn psychopathische optreden, zoals het dagelijks doodschieten van gevangenen met een geweer of pistool: tijdens de appels, vanaf het balkon van zijn commandantswoning, of vanuit zijn kantoor. De wrede filmscenes zijn ontleend aan de naoorlogse getuigenissen van kampoverlevenden als Mietek Pemper:

Ik zat in het kantoor van de commandant en schreef voor hem dictaten uit. Terwijl hij sprak, keek Göth naar de spiegel buiten zijn raam, die hij gebruikte om het gebied voor de barakken in de gaten te houden. Plots stond hij op, pakte een van de geweren van het rek aan de muur en opende het raam. Ik hoorde een paar schoten en daarna niets anders dan gegil. Alsof hij het dicteren alleen even had onderbroken om een telefoontje aan te nemen, kwam Göth terug naar zijn bureau en zei: ‘Waar waren we gebleven?’.
Fundamenten van het nagebouwde huis van Amon Göth
Fundamenten van het nagebouwde huis van Amon Göth, voor de film Schindler’s List, met de nog goed zichtbare vorm het beruchte balkon. (2023) – Foto: Norbert-Jan Nuij

De boomlange commandant leidt een weelderig leven in zijn gerenoveerde villa aan de rand van het kamp, waar hij drankovergoten feesten geeft. Hij heeft meerdere auto’s, paarden en twee honden (Rolf en Ralf) die hij regelmatig loslaat op de weerloze gevangenen. Terwijl twee Joodse dienstmeisjes voortdurend in angst leven voor de grillen van Göth – die bijvoorbeeld een Joodse kok doodschiet omdat de soep te heet is – heeft zijn minnares Ruth Irene Kalder de tijd van haar leven. Terugblikkend in de jaren 1970 zegt ze hierover: “Mijn Göth was de koning en ik de koningin. Wie zou dat niet willen?” Over de slachtoffers in het kamp zegt ze: “Dat waren niet echt mensen zoals wij. Ze waren toch zo vies.”

Foto van Amon Leopold Göth
Foto van Amon Leopold Göth, gemaakt na zijn arrestatie, 1945

Uitbouw en concentratie

Het eerste jaar zijn honderden gevangenen vooral bezig met het afbouwen en uitbouwen van het kamp. Ze leggen nieuwe wegen aan en bouwen barakken, werkplaatsen en zelfs een kazerne. Zware werkdagen, waarbij de dwangarbeiders om vier uur ’s ochtends gewekt worden en na het appel van zes uur naar hun werkplekken marcheren. Niet alleen de mannen moeten zwaar werk doen, maar ook vrouwen worden zowel overdag als ’s nachts ingezet als menselijke werkpaarden. Overlevende Helena Frand:

Ik werkte drie weken in de steengroeves, mijn nachtdienst duurde de hele nacht. De vorst was streng. De wind blies en bevroor onze wangen, onze handen en voeten werden gevoelloos van de kou. In plaats van een stoomlocomotief trokken 70 vrouwen onder mijn leiding vijf lorries vol met stenen.

Onder gevangenen spreekt men van een Mannschaftszug.

In de periode 1943-1944 varieert het aantal gevangenen in Płaszów van rond de 10.000 tot bijna 25.000. Er komen telkens nieuwe groepen Joden bij uit andere geliquideerde getto’s, zoals Bochnia en Tarnów, of uit andere werkkampen, die worden opgeheven.

Tot in het najaar van 1943 worden veel gevangenen van Płaszów ook buiten het kamp ingezet. In de stad zelf werken ploegen dwangarbeiders in bijvoorbeeld een cementfabriek en fabrieken voor spijkers, kleding of medische apparatuur. In het kamp zelf komen werkplaatsen voor het maken van kleding, elektronica, horloges en matrassen, maar ook een complete drukkerij voor de kampadministratie en nazi-instellingen in de omgeving – zoals Bekanntmachungen van bijvoorbeeld doodvonnissen.

Deel van een originele gettomuur in Krakau.
Deel van een originele gettomuur in Krakau. (2023) – Foto: Norbert-Jan Nuij

In de loop van 1943 valt het besluit dat Krakau helemaal Judenrein moet worden. Het plan is om de Joodse dwangarbeid in dienst van de oorlogsindustrie zoveel mogelijk in het kamp zelf te organiseren en te concentreren. In Płaszów wordt daarom een nieuw terrein ingericht (Neue Gelände) voor onder meer een stoffeerderij, bontwerkplaatsen en werkplaatsen van kledingbedrijven: machines en materialen worden aangevoerd uit het getto van Krakau en andere plaatsen. Bijna al deze werkplaatsen komen onder het gezag te staan van de SS-onderneming Deutsche Ausrüstungswerke (DAW). Een deel van de productie van kleding, schoeisel, bont, meubels en andere producten is bestemd voor de kampcommandant, SS-leden in het kamp en de stad en hun families.

Uiteindelijk telt het kamp zo’n tweehonderd barakken en werkplaatsen, zeker twaalf wachttorens en is het terrein van ruim een vierkante kilometer afgegrendeld met een dubbele prikkeldraadomheining van 2,5 meter hoog.

Naziconcentratiekamp Płaszów
Naziconcentratiekamp Płaszów

Eén zwart brood per week

Door deze concentratie van dwangarbeid verslechtert de voedselsituatie in het kamp, omdat een mogelijkheid om extra eten te krijgen (sommige fabrieken in de stad hadden eigen keukens) en het kamp binnen te smokkelen verloren gaat – hoe riskant dat laatste ook was. Overlevende Regina Nelken:

Wij kregen één keer per week een zwart brood uitgereikt. De soep was oneetbaar. Gezien deze omstandigheden voelden degenen die buiten het kamp werkten het als hun plicht om degenen die in het kamp werkten te helpen. Ze namen brood, suiker en sigaretten mee van buiten het kamp en riskeerden daarbij hun leven. Göth heeft eens een hele groep bakkers – het waren er 60 – doodgeschoten omdat hij hen had betrapt met wit brood.

De dramatische kamprantsoenen uit de voedselopslagplaatsen van de SS veroorzaken systematische verhongering en verzwakking. Terwijl de gevangen het moeten doen met watersoep krijgen het SS-personeel en de honden van Göth het vlees uit de keuken. In combinatie met de gebrekkige hygiëne en overbevolkte barakken – waar de gevangenen als sardientjes in een blik bij elkaar liggen – ontstaat het risico op uitbraken van besmettelijke ziektes als vlektyfus. De voortdurende ondervoeding sloopt de lichamelijke en geestelijke gezondheid, maar een gevangene als Helen Beck put kracht uit de wijsheid van een vriend:

Je kunt dertig dagen overleven zonder voedsel, maar je kunt geen drie minuten overleven zonder hoop.

Oskar Schindler
Oskar Schindler
Daarnaast proberen de kampbewoners minder zware klussen te krijgen, met een kans op extra voedsel: bijvoorbeeld in de keuken, de bakkerij, het aardappelopslaghuis, in de kantoren of als huisknecht van SS-officieren. Soms gaat het mis en volgen draconische straffen. Als bij een inspectie een aardappel wordt gevonden, volgt een collectieve straf voor de hele barak van vijfentwintig zweepslagen op de appelplaats: de ongelukkigen moeten hardop meetellen en raken ze de tel kwijt, dan begint de afranseling van voren af aan.

Oskar Schindler en Julius Madritsch

Beter zijn en blijven de werk- en leefomstandigheden voor de Joden die in zes subkampen in de omgeving van Krakau zijn ondergebracht. Het gaat om fabrieken of faciliteiten die vaak om praktische redenen niet naar kamp Płaszów zelf verplaatst kunnen worden. Zoals bijvoorbeeld het militaire vliegveld van Rakowice, een magazijn voor luchtvaartapparatuur in Zabłocie, een kabelfabriek in de buurt van Płaszów, maar ook de beroemde potten- en pannenfabriek van Oskar Schindler.

D.E.F. Schindler-fabriek, Krakau
D.E.F. Schindler-fabriek, Krakau (2023) – Foto: Norbert-Jan Nuij

Deze flamboyante zakenman en nazi-partijlid uit Sudetenland ziet na de bezetting van Polen mogelijkheden in Krakau. Hij neemt van Joodse eigenaren de failliete Rekord-fabriek over, die een doorstart en schaalvergroting krijgt als Deutsche Emailwarenfabrik (DEF) – vaak afgekort tot het Poolse Emalia. Met een wonderlijke mix van opportunisme en mededogen zet Schindler de Joodse arbeidskrachten waarover hij kan beschikken eerst in voor eigen gewin, maar later zal hij ze beschermen en bijna zijn hele vermogen gebruiken om ze het leven te redden. Schindler gebruikt zijn contacten bij de SS, zijn charisma en smeergeld om Amon Göth te paaien en zijn arbeiders te behoeden voor selecties en de ergste mishandelingen. Hij slaagt erin om zijn Emalia-fabriek buiten het kamp te houden en zijn werkers vanaf mei 1943 in barakken naast de fabriek onder te brengen en van extra eten te voorzien.

Julius Madritsch
Julius Madritsch
Minder bekend is het verhaal van een andere zakenman, die zijn Joodse werkers probeert te beschermen: Julius Madritsch. De Oostenrijker opent in 1940 een kledingbedrijf in Krakau en later in de getto’s van Bochnia en Tarnów. Madritsch’ fabrieken hebben eigen keukens en zijn Joodse arbeiders, die voornamelijk uniformen naaien (20.000 per maand in 1943), worden goed behandeld. Na de ontruiming van de getto’s krijgt Madritsch eind 1943 de beschikking over werkplaatsen voor 2.000 arbeiders in kamp Płaszów zelf – waar hij, net als Schindler, de SS betaalt voor extra rantsoenen, kleding en schoenen. Als Göth een deel van deze Joden wil verwijderen omdat ze te oud zouden zijn voor dwangarbeid, weet Madritsch hem ‘om te praten’ met het argument dat juist de ouderen zijn “meest waardevolle” vakmensen zijn.

Concentratiekamp, doorgangskamp en executieplaats

Vanaf januari 1944 staat Płaszów niet meer te boek als een dwangarbeiderskamp onder lokaal SS-gezag, maar als Konzentrationslager Płaszów bei Krakau (KL Płaszów): een van de ongeveer twintig Stammlager, hoofdconcentratiekampen, zoals Auschwitz en Dachau. Het kamp komt onder rechtstreeks toezicht van het SS-Wirtschafts-Verwaltungshauptamt (WVHA) in Berlijn. Een aparte afdeling D, de Inspektion der Konzentrationslager (IKL) in Oranienburg, houdt toezicht op de kampen en de inzet van gevangenen voor de wapenindustrie.

Reconstructie kampstraat plaszow (1)
Reconstructie kampstraat met Joodse grafstenen (matsevot) voor Schindler’s List. (2023) – Foto: Norbert-Jan Nuij
De tijd dat Amon Göth het kamp kan besturen als een alleenheerser, als een God, is voorbij. Vanaf nu moet hij verantwoording afleggen aan de kampinspectie in Oranienburg en formeel toestemming vragen voor het uitvoeren van executies. Toch zou het voor de overlevingskansen van de Joodse gevangenen in het kamp weinig verschil maken. Aleksandar Biberstein:

Het willekeurig afmaken en neerschieten van Joden hield op… en maakte plaats voor de systematische uitroeiing van de rest van de Joodse kampbewoners.

Vanaf het voorjaar van 1944 wordt Płaszów naast een kamp voor dwangarbeid, steeds meer ook een doorgangskamp voor transporten van duizenden Joden uit Hongarije en kampen in het oosten. Om deze massale aanvoer van nieuwe kampbewoners onder controle te houden, krijgt de inmiddels tot Hauptsturmführer gepromoveerde Göth van hogerhand toestemming om het kamp door middel van selecties te ‘verdunnen’. Een beruchte selectie (in nazi-jargon: Gesundheitsaktion) is die van mei 1944 op de appelplaats. Gevangenen moeten naakt in een rij staan en vervolgens op en neer rennen en oefeningen doen, zodat de SS-artsen kunnen bepalen wie nog fit genoeg is en wie niet. Een van die dokters, Max Blancke is gevreesd vanwege het toedienen van dodelijke benzine-injecties aan chronisch zieken in de ziekenbarak. Uiteindelijk worden ruim 1.500 gevangenen (onder wie meer dan 200 kinderen) geselecteerd voor een Sonderbehandlung en op transport gezet naar Auschwitz-Birkenau, waar zij vermoord worden.

Andere slachtoffers van selecties, ter dood veroordeelde kampbewoners maar ook gedetineerden uit gevangenissen in Krakau worden doodgeschoten op de (Hujowa) Górka, een heuvel aan de rand van het kamp, waar de resten van een Oostenrijks fort liggen. In een open ruimte van vijf meter diep en vijftig meter in omtrek vinden de executies plaats en de naakte lichamen van de slachtoffers worden bedekt met een laagje aarde en stenen, waarna de volgende groep volgt. Bij een van de eerste executies gaat het om een groep van twintig Joden uit Bochnia, die plannen hadden voor een ontsnapping naar Hongarije. Hoewel vanaf december 1943 wordt overgegaan op het verbranden van de lichamen op grote brandstapels, raakt de ‘kuil’ vol. Vanaf februari 1944 gaan de wekelijkse executies onverminderd door op een soortgelijke plek, 300 meter verderop: de Cipowy Dołek (kuip). Voor de verbranding worden de lichamen onderzocht op gouden tanden.

Naoorlogse schattingen gaan ervan uit dat ongeveer 8.000 Joden op deze executieplekken zijn vermoord.

Als de frontlijn in de zomer van 1944 steeds verder naar het westen opschuift worden Joodse gevangenen van het Ausgrabenkommando gedwongen om alle overige lichaamsresten op het terrein van Płaszów op te graven en te verbranden. Een vertwijfelde poging om alle sporen van misdaden uit te wissen. Volgens getuigen wordt de menselijke as – zeventien vrachtwagens vol – verspreid over het gehele kampterrein.

KZ Plaszow
Locatie van het voormalige concentratiekamp met informatiepaneel (CC BY-SA 4.0 – Gordon Roemhild – wiki)

Ontruiming en liquidatie van het kamp

Vanwege de nijpende situatie aan het front wordt vanaf 5 augustus 1944 de noodtoestand afgekondigd en volgt een gefaseerde evacuatie van Duitse instanties, militairen en hun families. Duizenden gevangenen van Płaszów worden op transport gesteld en verdeeld over verschillende concentratiekampen in het Reich. Op 6 augustus worden 7.500 vrouwen naar Auschwitz gestuurd en de volgende dag 6.000 mannen naar Mauthausen. Ook de Poolse gevangenen, die in een eigen kamp op het terrein vastzitten voor ‘heropvoeding’ in de kalksteengroeve, worden afgevoerd naar naar andere kampen, zoals Groß-Rosen.

Midden in het proces waarbij de gevangenen de waardevolle apparaten en machines demonteren voor vervoer naar het hart van het Reich en de barakken slopen, wordt commandant Göth op 13 september gearresteerd en vastgezet vanwege machtsmisbruik en verduistering van Joodse bezittingen. Na verdere transporten blijft een groep gevangenen over om het kampterrein grondig te ontruimen. De laatste Duitsers verlaten het kamp uiteindelijk op 14 januari 1945, samen met de resterende 600 gevangenen (waaronder meer dan 150 vrouwen), die na een dodenmars in Auschwitz eindigen. Omdat de administratie is vernietigd en vele gevangenen uiteindelijk in andere kampen omkomen is het lastig vast te stellen hoeveel mensen in Płaszów zijn vermoord: schattingen lopen uiteen van 6.000 tot ruim 10.000.

Schindlers fabriek in het huidige Brněnec, 2004
Schindlers fabriek in het huidige Brněnec, 2004

Oskar Schindler, die de liquidatie van KL Płaszów ziet aankomen krijgt na onderhandelingen met de SS-autoriteiten en Göth toestemming om zijn ‘Kriegswichtige’ fabriek 300 kilometer westelijker, naar zijn geboortestreek in Moravië, te verplaatsen. Schindler gebruikt bijna zijn hele vermogen als smeergeld om de omvorming van een oude textielfabriek bij Brünnlitz (het huidige Brněnec in Tsjechië) tot een eigen subkamp van Groß-Rosen met munitiefabriek mogelijk te maken. Hij betaalt de SS-bureaucraten vooral met schaarse goederen, zoals tapijten, schoenen, koffie en sieraden, om maar zoveel mogelijk Joden op zijn ‘lijst’ van onmisbare arbeidskrachten te krijgen – ook als ze eigenlijk ongeschikt, te oud of te jong zijn. Hoewel Schindler er nog in slaagt om zestig namen van de uniformfabriek aan zijn lijst toe te voegen, zal het grootste deel van Madritsch’ Joodse arbeiders omkomen in andere kampen. De ruim duizend Joden van Schindlers lijst zullen in Brünnlitz bijna allemaal het einde van de oorlog overleven: veel zijn afkomstig uit Krakau. Zij horen tot de paar duizend gelukkigen. Meer dan 90 procent van de 60.000 vooroorlogse Joden in de stad zal omkomen in de Holocaust.

Amon Göth wordt na de oorlog veroordeeld. Hij toont geen berouw en brengt nog de Hitlergroet voor hij in 1946 in Krakau aan de galg sterft.

Het ‘Grijze Huis’, het voormalige SS-kantoor.
Het ‘Grijze Huis’, het voormalige SS-kantoor. – Foto: Norbert-Jan Nuij, 2023

Herinrichting tot museumgebied

Na de oorlog zal het voormalige kampterrein lange tijd een onbebouwd, verwaarloosd gebied blijven, waar de laatste restanten langzaam overwoekerd worden door gras en struikgewas: een wandelgebied waar mensen hun hond uitlaten. Alleen op de grote executieplaatsen komen monumenten: een houten kruis omwikkeld met prikkeldraad meteen na de oorlog en een grote betonnen beeldengroep in 1964 voor de ‘martelaren’ van de nazi-genocide in de jaren 1943-1945.

Na de Oscarwinnende film Schindler’s List van 1993 komt er meer belangstelling voor het tragische verhaal van de weggevaagde Joodse gemeenschap van Krakau. Steeds meer toeristen bezoeken de oude Joodse wijk Kazimierz in de stad en de Schindler-fabriek – sinds 2010 een museum. Toch zal het nog tot 2018 duren voordat er informatieborden komen op het voormalige kampterrein van Płaszów. Misschien begrijpelijk, omdat er nog maar enkele gebouwen en andere restanten zijn overgebleven, maar ook vreemd omdat het hele gebied feitelijk één groot massagraf is.

In 2024 en 2025 krijgt het gebied een herinrichting met nieuwe paden, nieuwe informatiepanelen en een nieuw museumgebouw. Het ‘Grijze Huis’ wordt onderdeel van het nieuwe museumgebied. Dit was het administratiegebouw van de voormalige Joodse begraafplaats en in de kamptijd SS-kantoor met cellen in de kelder. Daarnaast zal een route de bezoekers langs de restanten van de begraafplaats en de begrafenishal, enkele sorteerloodsen en de groeve met (inmiddels afgesloten) tunnelschuilplaatsen voor luchtaanvallen leiden.

Het gerenoveerde commandantshuis van Amon Göth in 2023
Het gerenoveerde commandantshuis van Amon Göth in 2023. – Foto: Norbert-Jan Nuij

Naast het terrein, aan de Wiktora Heltmana op nummer 22, staat nog steeds het huis van Amon Göth dat er tot 2015 vervallen bijlag, maar sindsdien volledig gerenoveerd en ontoegankelijk privébezit is geworden. Bij de voormalige toegangspoort van het kamp (Jerozolimska 8-10) staat nog een vooroorlogs huis dat in de kamptijd als officiersclub dienst deed.

Bronnen

– https://de.wikipedia.org/wiki/Ruth_Irene_Kalder
– Thomas Keneally, Schindlers Lijst, 1982.
– Ryszard Kotarba: a historical guideto the german camp in płaszów 1942–1945, Institute of National Remembrance – Commission of the Prosecution of Crimes against the Polish Nation, 2014. Link: https://ipn.gov.pl/download/1/26511/Kotarba-R-A-Historical-Guide-to-the-German-Camp-in-Plaszow-1942-1945.pdf
– Mietek Pemper The Road to Rescue: The Untold Story of Schindler’s List, Other Press 2008
– https://www.telegraph.co.uk/news/obituaries/8578020/Mietek-Pemper.html
– https://hist1049-20.omeka.fas.harvard.edu/exhibits/show/krakow-plaszow-concentration-c/testimonies-outside-of-zabloci
– https://war-documentary.info/plaszow-concentration-camp-today/
– Nikolaus Wachsmann, KL een geschiedenis van de naziconcentratiekampen, 2015
– https://www.ushmm.org/online/camps-ghettos-download/EncyclopediaVol-I_PartB.pdf

(alle bronnen geraadpleegd januari 2025)

1
0
Reageren?x
×