Dark
Light

IJstijd-giganten neergestreken in Amsterdam

Auteur:
6 minuten leestijd
Giants of the Ice Age (Amsterdam EXPO)
Giants of the Ice Age (Amsterdam EXPO)

Bij Amsterdam Expo kan deze winter een kijkje genomen worden in de prehistorie. De grote reizende tentoonstelling, getiteld Giants of the Ice Age, die er de komende drie maanden te zien is, laat bezoekers oog in oog staan met gigantische uitgestorven zoogdieren, zoals de mammoet, sabeltandtijger, het reuzenhert, de wolharige neushoorn en de holenbeer.

De expositie is ontwikkeld in samenwerking met het Duitse Neanderthal Museum en andere Europese instituten en brengt de laatste wetenschappelijke inzichten over de ijstijd aan de hand van vele originele objecten.

In de ijstijd was Nederland een wildernis. De ruige laaglandsteppe werd bevolkt door grote zoogdieren, zoals de mammoet, sabeltandtijger en wolharige neushoorn. Nergens ter wereld worden vandaag de dag zoveel ijstijdfossielen gevonden als in ons land. De botten worden door vissersschepen van de bodem van de Noordzee gehaald, die tijdens de ijstijd grotendeels droog lag.

Voor de tentoonstelling is daarom ook samengewerkt met Naturalis. De instelling selecteerde uit haar totale collectie van 37 miljoen objecten de meest significante en aansprekende originele artefacten. In de tentoonstelling zijn hierdoor onder meer schedels van een oeros en een wolharige neushoorn te zien, evenals het gewei van een rendier en een keutel van een hyena.

Koud

Tijdens de ijstijden bedekten enorme ijslagen het grootste deel van de landmassa’s die we tegenwoordig als Canada en Scandinavië kennen. Op het noordelijk halfrond duurden winters negen maanden, waarbij wekenlang een temperatuur van minder dan -20 °C heerste. De zomertemperatuur was minstens 10 °C lager dan die van onze huidige zomers.

Wereldwijd daalde het zeeniveau met minstens negentig meter onder het huidige niveau. Siberië en Alaska waren door een landbrug met elkaar verbonden. Grote continentale platen strekten zich vanaf de Noord-Amerikaanse kust van de Grote en Atlantische Oceaan en vanaf Zuidoost-Azië in zee uit en Engeland was geen eiland. Vooral de afgelopen 100.000 jaar was er sprake van een grote onbestendigheid van het glaciale klimaat.

Prehistorische kunst

Prehistorische kunst (Amsterdam EXPO)
Prehistorische kunst (Amsterdam EXPO)
Giants of the Ice Age besteedt onder meer aandacht aan prehistorische kunst die is aangetroffen in verschillende Europese grotten. Op de wanden en de bodems van grotten, tekenden, schilderden en boetseerde de vroege homo sapiens mysterieuze symbolen en afbeeldingen van het dierenrijk. Een aantal bekende grotten waar dit soort vroege kunst is aangetroffen, zijn de grotten van Niaux (voorgebergte van de Pyreneeën), Lascaux, Altamira, Chauvet, Ekaín en Rouffignac.

De kunstenaars van de ijstijd hadden een speciale voorkeur voor paarden en bizons. De keuze voor de diersoorten hangt samen met de tijd en plaats. Elke grot is uniek: in Niaux zijn er meer bizons, in Ekaín meer paarden en in Rouffignac meer mammoeten.

Kunstenaars in de ijstijd beeldden zelden volledige menselijke figuren uit. Vaker zien we afzonderlijke lichaamsdelen die de hele mens vertegenwoordigen: hoofd, torso, handen of geslachtsdelen. Vooral bekend zijn de zogenaamde negatieve handafdrukken.

In de tentoonstelling zijn een aantal nauwkeurige kopieën van het origineel te zien van de indrukwekkende ivoren beeldjes uit de ijstijd, waaronder het paard en twee mammoeten uit de Vogelherd-grot in Duitsland. Deze 35.000 tot 45.000 jaar oude beeldjes zijn de oudste volledig bewaard gebleven voorbeelden van figuratieve kunst uit de geschiedenis van de mensheid. Ze zijn buitengewoon nauwkeurig vormgegeven, perfect van vorm en opmerkelijk expressief.

Mammoeten (Amsterdam EXPO)
Mammoeten (Amsterdam EXPO)

Mammoet

De zogenaamde mammoetsteppe bedekte tijdens de IJstijd grote delen van de gebieden ten zuiden van de ijstijdgletsjers in Europa en Azië: een begroeiing zonder bossen, met gras, zegge, kruiden, dwergberken en poolwilgen. De eindeloze landschappen waren de woonomgeving van veel grote zoogdieren: wolharige mammoeten, wolharige neushoorns, reuzenherten, grottenberen, bizons, rendieren, oerossen en paarden.

De eerste mammoeten graasden in de tropische bossen van Afrika. Zij migreerden pas later naar Siberië en Europa. De wolharige mammoet (Mammuthus primigenius) was goed aangepast aan de kou van de ijstijd. Niet alleen door zijn dikke, langharige vacht, maar ook door een aangepast systeem van zuurstoftransport in het bloed. Alle mammoeten worden gekenmerkt door een hoog, eivormig hoofd en spiraalvormige slagtanden.

Mammoeten waren net als de huidige olifanten sociale dieren. Net als bij olifanten groeiden de jongen op in familiegroepen van vrouwtjes, die door een ervaren matriarch werden geleid. Wanneer stieren de puberteit bereikten, gingen ze alleen of in groepjes van twee of drie rondzwerven. Bij gevaar beschermden de moeders, tantes en grootmoeders de jongen.

Mammoetskelet (Amsterdam EXPO)
Mammoetskelet (Amsterdam EXPO)

Wolharige neushoorn

De wolharige neushoorn kwam oorspronkelijk uit het noorden van Eurazië. Hij kwam op meer plaatsen voor dan enige andere neushoorn die ooit geleefd heeft. 400.000 jaar geleden breidde hij zijn leefomgeving uit tot Centraal-Europa. Zijn dikke bruine vacht beschermde hem tegen de kou. Hij had twee hoorns; de voorste kon wel een meter lang worden. Deze diende als wapen en als sneeuwschuiver tijdens het zoeken naar voedsel. De wolharige neushoorn was een planteneter die vooral korstmossen en grassen at. Hij leek op de tegenwoordige witte neushoorn. Waarschijnlijk leidde de klimaatverandering van 12.000 jaar geleden tot zijn uitsterven.

Andere ‘IJstijd-giganten’ waarbij in de tentoonstelling in Amsterdam uitgebreid stigestaan wordt zijn bijvoorbeeld de sabeltandtijger, oeros, grottenleeuw en grottenbeer.

Origineel compleet mammoetskelet

In de tentoonstelling zijn een groot aantal duizenden jaren oude fossielen en levensgrote modellen van de giganten uit de IJstijd te bewonderen. Een van de topstukken is het originele skelet van een wolharige mammoet dat in 2012 in Rusland werd gevonden in de buurt van de West-Siberische stad Tjoemen.

Het skelet is tussen de 30.000 en 50.000 jaar oud. Waarschijnlijk gaat het om een mannetje. Het skelet bestaat uit 85 procent originele fossielen en is nog nooit eerder in Europa tentoongesteld. Bijna complete mammoetskeletten worden bijna nooit gevonden en zijn dus veel geld waard. Het skelet in de expositie is voor 350.000 euro verzekerd.

Mammoetbaby in de tentoonstelling (Amsterdam EXPO)
Mammoetbaby in de tentoonstelling (Amsterdam EXPO)

Mammoetbaby’s

Ook bijzonder zijn twee nauwkeurige kopieën van de mammoetbaby’s Lyuba en Dima.

Lyuba is de best bewaarde mammoetbaby ter wereld. Ongeveer 37.000 jaar geleden stikte ze in de modder van een rivier die haar kudde moest oversteken. Lyuba was gezond toen ze over overleed. Al haar organen verkeren in goede staat. Voor onderzoekers is dit zeer interessant.

Aan de hand van Lyuba’s babytanden heeft men onderzocht hoe lang zij in de moederbuik heeft doorgebracht. Dit bleek 22 maanden te zijn, net als bij de olifantenbaby’s van vandaag. Een groeilijn in haar tandbeen geeft aan dat Lyuba in de lente werd geboren. Haar tanden zijn gestopt met groeien toen ze een maand oud was: het tijdstip van haar overlijden. Haar lichaam is duizenden jaren in een bevroren modderpoel geconserveerd.

Het bevroren lichaam van het mammoetkalf Dima werd in de zomer van 1977 gevonden. Het was bijna intact, alleen de meeste haren waren uitgevallen. Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat Dima een mannetje was en dat hij bij zijn dood vier tot zes maanden oud was. Hij had een verwonding aan zijn rechter voorpoot. Zijn lichaam was volledig uitgemergeld, de vetlaag verdwenen. Alle inwendige organen waren wel bewaard gebleven. In zijn maag bevonden zich naast grashalmen ook modder en haren. Aangezien er ook in zijn slurf en longen modder zat, kan men ervan uitgaan dat Dima in een moeras weggezakt en gestikt is. Dima is ca. 35.000 jaar oud.

Amsterdam EXPO
Amsterdam EXPO

Nederland in de IJstijd

De tentoonstelling staat ook stil bij de vraag waarom juist in Nederland zoveel fossielen zijn gevonden. Tijdens de laatste ijstijd (110.000-11.700 jaar geleden) lag de zeespiegel een stuk lager kon men gewoon van Rotterdam naar Londen lopen zonder natte voeten te krijgen.

Mammoeten deden dit ook en zij waren niet de enige. Wat nu de bodem van de Noordzee is werd in de ijstijd bevolkt door grote kuddes rendieren, paarden steppenwisenten en wolharige neushoorns. Zij werden op de voet gevolgd door roofdieren, zoals wolven, grottenleeuwen en grottenhyena’s. Nederland was een wildernis.

Dat we vandaag de dag zoveel weten over de IJstijd komt omdat veel van de IJstijd-fossielen zijn opgevist. In de Noordzee wordt veel op platvis gevist. Dat wordt gedaan met speciale netten, die aan de voorkant een zware stalen buis hebben, de kor genaamd. Deze kor zorgt ervoor dat het net over de bodem schraapt. De platvissen die daar liggen schrikken op en worden door het net gevangen. Botten die op de bodem liggen worden ook door de kor losgemaakt en opgevangen in het net. Zo worden jaarlijks duizenden kilo’s fossielen de Nederlandse havens binnengebracht.

De tentoonstelling ‘Giants of the Ice Age’ is tot 1 maart 2015 te bezoeken

×