Gego, de roepnaam van Gertrud Goldsmith, is één van die vrouwelijke kunstenaars in een mannenwereld die wat ondergesneeuwd raakte. Nochtans zijn haar kunstwerken een boeiende mengeling van experimenten, van zoeken, van eigen geschiedenis, van observaties, van nadenken…
Rubens en vrouwen. Meteen doemen (denk)beelden van weelderige lijven met een pak cellulitis op. Het barokke ‘schoonheidsideaal’ van de zestiende en zeventiende eeuw. Maar de kijk van Rubens op dames is veel meer dan staren naar klompen overgewicht: de portretten van zijn eigen vrouwen, zijn dochter, zijn opdrachtgeefsters, zijn Madonna’s, zijn Venussen en godinnen verraden een grote tederheid, zelfs bewondering
Max van Dam was drieëndertig toen hij in 1943 in vernietigingskamp Sobibor werd vermoord. De nazi’s maakten hiermee niet alleen een einde aan een onschuldig mensenleven, maar ook aan een veelbelovende kunstenaarscarrière.
"Quadratl-Hoffmann!" Wegens zijn voorliefde voor vierkanten motieven herhaald in vele ontwerpen, kreeg Josef Hoffmann (1870-1959) die bijnaam. Gebouwen, decoratie, meubels, tafelgerei, tapijten, lampen, zelfs lusthoven ontstonden op zijn tekentafel.
Mannen en vrouwen geportretteerd door Frans Hals, lijken zo uit het doek te stappen om met ons te keuvelen, om een glas drinken, te lachen en plezier te maken. De vrolijkheid spat van Hals’ schilderijen. En dat in een streng hervormd tijdperk van de Noordelijke Nederlanden, de Verenigde Provinciën van de zeventiende eeuw. Maar Frans Hals (1582/4-1666) putte uit zijn
Vrouwelijke kunstenaars zijn onderbelicht in de (kunst)geschiedenis. Enkele schrijfsters en schilderessen kregen alsnog naamsbekendheid maar beeldhouwsters – een stoer mannenmétier – lijken onbestaand. Toch hield Maria Faydherbe (1587-1643) zich koppig staande.
Dezelfde initialen als Johannes Vermeer. Dezelfde raadselachtige, verstilde, schijnbaar realistische interieurs van zeventiende-eeuwse Nederlandse huizen, gelijkaardige straatjes, dezelfde tederheid tegenover (anonieme) vrouwen, een terughoudende schilderstijl En toch is Jacobus Vrel – voor het grote publiek – een volslagen onbekende kunstenaar.
Het werk van de Engelse beeldhouwer Henry Moore is wereldwijd in musea en publieke ruimtes te vinden. Zelf vond de kunstenaar dat zijn werk het best in de natuur tot zijn recht kwam.
Vincent van Gogh verkocht bij leven maar één schilderij, 'De Rode Wijngaard in Montmajour', nu in het Poesjkin Museum in Moskou. Dat doek werd in België gekocht. Door een vrouw: Anna Boch, zelf een kunstenares, maar ook muzikante, verzamelaarster, reizigster en visionair.
Loensend kijkt hij boven zijn luit uit. Theodoor Rombouts (1597-1637) schilderde zichzelf als muzikant maar ook als tandentrekker, als vrolijke disgenoot. Rombouts is een ondergeschoven schilder in de kunstgeschiedenis.