Door oude botresten uit België en Slovenië te onderzoeken, heeft de Belgische wetenschapper Tom Boonants nieuwe ontdekkingen gedaan over wat mensen vroeger aten. Zijn analyse laat zien dat het dieet door de eeuwen heen sterk kon veranderen.
Boonants onderzocht zogeheten calciumrijke stalen, waaronder beenderresten. De botresten, gevonden bij opgravingen in België en Slovenië, werden onderzocht op de hoeveelheid en samenstelling van het element strontium. Omdat strontium via voeding in het lichaam wordt opgenomen, kunnen deze metingen inzicht geven in het eetpatroon en de herkomst van voedsel. Boonants ontdekte zo dat het dieet van mensen door de eeuwen heen opvallend kon verschillen.
Voor zijn onderzoek gebruikte de Belg geavanceerde massaspectrometrie, een techniek waarmee de samenstelling van elementen in botresten tot op het kleinste detail achterhaald kan worden.
Het onderzochte botmateriaal uit België werd enkele decennia geleden aangetroffen bij de archeologische vindplaats Eenbeekheide in Destebergen. Uit het onderzoek blijkt dat de mensen die hier tijdens de metaaltijden leefden, aanzienlijk minder zout binnenkregen dan streekgenoten in de latere Gallo-Romeinse tijd. Dat is volgens Boonants opvallend, omdat veel sites uit vooral de IJzertijd in het huidige België – vooral in het westen – juist in verband worden gebracht met zoutproductie en -handel.
We kwamen tot de conclusie dat de Gallo-Romeinse populatie wellicht meer zout gebruikte voor de bewaring van hun voedsel: ze pekelden veel van wat ze produceerden, onder meer vlees en vis.
Slovenië
Ook het onderzoek naar de botten van de Sloveense sites leverde volgens Boonants verrassende resultaten op. In sommige urnen werden gecremeerde resten van meerdere personen aangetroffen. Analyse van één zo’n urn suggereert dat het dieet door de jaren heen waarschijnlijk veranderde.
In één van de onderzochte urnen uit Slovenië trof Boonants de gecremeerde resten aan van minstens twee personen, van wie de overlijdensdata minstens vijftig jaar uit elkaar liggen. Analyse van het botmateriaal wees uit dat beide individuen uit dezelfde geografische regio afkomstig waren, maar toch een verschillend dieet hadden. Boonants:
Wat hiervan de precieze oorzaak is, weten we niet. At het later gedateerde individu bijvoorbeeld meer groenten, of meer zout? Heeft er een specifieke gebeurtenis plaatsgevonden dat tot een dieetverandering heeft geleid? We kunnen het momenteel niet met zekerheid zeggen. Aanvullend toekomstig onderzoek zou hier mogelijk meer informatie over kunnen verschaffen.
Tom Boonants is verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en voerde het onderzoek uit in het kader van zijn doctoraat binnen de onderzoeksgroep AMGC, die zich toelegt op de studie van chemische en isotopische sporen in natuurlijke en archeologische materialen.