Dark
Light

De Russische Revolutie: hoe Rusland worstelt met z’n verleden

Tragedie van een volk – Orlando Figes
15 minuten leestijd
Tragedie van een volk
Tragedie van een volk - Orlando Figes
Bij uitgeverij Nieuw Amsterdam verscheen in 2017 ter herdenking van honderd jaar Russische Revolutie een speciale herdenkingseditie van het boek Tragedie van een Volk, het eerste alomvattende werk over de Russische Revolutie in één boek. Het werk geldt sinds zijn voltooiing in 1996 als een historisch standaardwerk waarin de historische revolutie vanuit persoonlijk perspectief wordt benaderd. Speciaal voor de herdenkingseditie schreef auteur Orlando Figes een nawoord bij het boek waarin hij terugkijkt op de Russische revolutie en de ‘voorspellingen’ die hij in zijn boek deed. Je leest dat nawoord hier:

De Russische Revolutie, honderd jaar later

Het is moeilijk een gebeurtenis te bedenken, of een reeks gebeurtenissen, die de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar diepgaander heeft beïnvloed dan de Russische Revolutie van 1917. Eén generatie na de invoering van het sovjetstelsel leefde een derde van de mensheid onder een bewind dat daarop min of meer was geënt. De angst voor het bolsjewisme was een belangrijke factor bij de opkomst van de fascistische bewegingen, die de opmaat zouden vormen tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Na 1945 stortte het exporteren van het leninistische model naar Oost-Europa, China, Zuidoost-Azië, Afrika en Centraal-Amerika de wereld in een langdurige Koude Oorlog, die pas met de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991 ten einde liep (al dan niet voorlopig).

Het einde van de geschiedenis en de laatste mens - Francis Fukuyama
Het einde van de geschiedenis en de laatste mens – Francis Fukuyama
‘De revolutie van 1917 heeft het aangezicht van de wereld veranderd en we beginnen nu pas onder haar schaduw uit te komen’, schreef ik in 1996 in het voorwoord van de eerste editie van Tragedie van een volk. Nu, anno 2017, hangt die schaduw nog altijd dreigend boven Rusland en de fragiele nieuwe democratieën die voortkwamen uit de Sovjet-Unie. Hij is duidelijk voelbaar in de revolutionaire en terroristische bewegingen van onze tijd. Of zoals ik waarschuwde in de slotzin van Tragedie van een volk:

‘De spoken van 1917 waren nog altijd rond.’

In de eerste jaren na de ondergang van de Sovjet-Unie leek dit volgens velen allerminst waarschijnlijk. Zeker in het Westen overheerste de stemming dat de Russische Revolutie voorbij was, dat haar valse goden door de democratie waren ontmaskerd.Op het moment dat de democratische triomf compleet leek, schreef Francis Fukuyama zijn invloedrijke boek The End of History and the Last Man (1992), waarin hij stelde dat de eindoverwinning van het liberale kapitalisme in de grote ideologische strijd tegen het communisme een feit was. ‘Wat we meemaken,’ schreef Fukuyama, ‘is niet alleen het einde van de Koude Oorlog, of het voorbijgaan van een bepaalde periode in de naoorlogse geschiedenis, maar het einde van de geschiedenis als zodanig. Dat wil zeggen, het eindpunt van de ideologische evolutie van de mensheid en het universeel worden van de westerse liberale democratie als de uiteindelijke vorm van menselijk bestuur.’

Toen ik werkte aan Tragedie van een volk, tussen 1989 en 1996, leefde ik als historicus inderdaad met het bevrijdende besef dat mijn onderwerp niet langer in het teken stond van de ideologische strijd uit de Koude Oorlog. De Russische Revolutie was op een nieuwe manier ‘geschiedenis’ geworden. Door de ondergang van de Sovjet-Unie kon deze nu eindelijk als een afgeronde historische ontwikkeling worden gezien, als een gebeurtenis met een begin, een midden en een eind: een fenomeen dat onbevangener kon worden bestudeerd, zonder de druk van de actuele politieke ontwikkelingen of de benauwende politieke agenda’s van de ‘sovjetologie’, die tijdens het bestaan van de Sovjet-Unie het politicologische kader hadden bepaald waarin de meeste westerse studies van de Revolutie werden geschreven.

Russische boer - Sergei Vinogradov, 1897
Russische boer – Sergei Vinogradov, 1897
Intussen gingen de sovjetarchieven open, wat zicht bood op nieuwe benaderingen van de geschiedenis van de Revolutie. Ik besloot me te concentreren op de persoonlijke verhalen van gewone mensen die in de geschiedschrijving tijdens de Koude Oorlog ondergesneeuwd waren geraakt (zowel aan sovjetzijde als in het Westen), omdat de historici uit deze periode een voorkeur hadden voor abstracties als de ‘volksmassa’, sociale klassen, politieke partijen en ideologieën. Omdat ik al sinds 1984 in de sovjetarchieven kwam, leek het me onwaarschijnlijk dat daar nog schokkende onthullingen over Lenin, Trotski of zelfs Stalin aan het licht zouden komen, hoe ijverig de meeste nieuwelingen in de leeszalen er ook naar op zoek gingen. Ik greep liever de kans om te werken met de persoonlijke archieven van minder bekende figuren uit de Revolutie – ondergeschikten uit het partijkader, arbeiders, soldaten, officieren, intellectuelen en zelfs boeren – die nu in veel grotere aantallen beschikbaar waren dan voorheen. Met de biografische benadering die ik uiteindelijk voor Tragedie van een volk koos, wilde ik meer doen dan alleen mijn verhaal verlevendigen met wat ‘human interest’. Door mijn historische analyse te verweven met de verhalen van deze individuen wilde ik de Revolutie opvoeren als een dramatische reeks gebeurtenissen, waarover de mensen die erbij betrokken waren maar weinig of geen controle hadden. Alle betrokkenen hadden één ding gemeen: ze probeerden de loop van de geschiedenis wel te sturen, maar stuitten stuk voor stuk op de wet van de onbedoelde gevolgen. Aan de hand van hun verhalen wilde ik de Revolutie weergeven als een even tragisch als chaotisch gebeuren dat talloze levens heeft geëist en talloze dromen heeft geknakt.

Mijn opvatting van de Revolutie als de ‘tragedie van een volk’ was ook bedoeld als een analyse van de wording en verwording van het hedendaagse Rusland: de mislukte poging om te breken met het autocratische verleden en in 1917 een stabiele Russische democratie te vestigen, en daarna het wegzakken in geweld en dictatuur. De oorzaken voor dit falen van de democratie wortelden, in mijn ogen, in de geschiedenis van het land, de zwakte van de Russische middenklasse, de geringe betrokkenheid bij de publieke zaak, en – bovenal – in de armoede en het isolement van de boeren, het overgrote deel van de Russische bevolking, wier agrarische revolutie ik in mijn eerste boek, Peasant Russia, Civil War (1989), uitvoerig heb beschreven.

Toen Tragedie van een volk verscheen vonden sommige recensenten het boek te somber over het democratische potentieel van de Revolutie. Deze reactie ging deels terug op de marxistische analyse van oktober 1917 als een volksopstand, oftewel een sociale omwenteling die pas in 1924, na de dood van Lenin en door de opkomst van Stalin, haar democratische karakter zou hebben verloren. Maar het oordeel kwam deels ook voort uit de democratische hoop die verscheidene belanghebbenden in het postcommunistische Rusland koesterden. Enerzijds waren er de onverwoestbare idealisten van de Russische intelligentsia, die wilden geloven dat Rusland, nu het was verlost van de erfenis van het stalinisme, nog altijd kon uitgroeien tot een bloeiende democratie. Anderzijds wilden vooraanstaande westerse zakenlieden die een meer pragmatische benadering voorstonden – en niet werden gehinderd door veel voorkennis – graag hetzelfde geloven, omdat ze in Rusland zakelijke kansen zagen.

Deze hoop was geen lang leven beschoren,want toen Vladimir Poetin in 2000 tot president werd gekozen greep Rusland terug op een aloude, autoritaire vorm van landsbestuur. De oorzaken voor dit democratisch tekort deden denken aan die van 1917, zoals ik in Tragedie van een volk had uiteengezet, zij het met één belangrijk verschil. Anders dan de val van de tsaar in februari 1917 was de ondergang van het sovjetbewind in 1991 niet veroorzaakt door een volksbeweging of een sociale omwenteling die zich richtte op democratische hervorming van de staat. In dit geval had de communistische elite zelf de macht uit handen gegeven. En bij gebrek aan wetgeving inzake ambtelijke zuiveringen, die hen in Oost-Europa en de Baltische landen uitsloot van verdere deelname aan het landsbestuur, lukte het deze partijbonzen althans in Rusland al snel onder een nieuwe politieke vlag opnieuw belangrijke posities in de politiek en zakenwereld te bezetten. De geheime dienst KGB, waarin Poetin carrière had gemaakt, hoefde geen openbare verantwoording af te leggen over zijn activiteiten in het sovjettijdperk en kon zijn activiteiten onder de nieuwe naam FSB gewoon voortzetten, zelfs zonder dat de dienst vergaande ingrepen in zijn personeelsbestand hoefde door te voeren.

Russische poster uit de Eerste Wereldoorlog
Russische poster uit de Eerste Wereldoorlog
Net als in 1917 werd het afglijden naar een autoritair bewind onder Poetin mogelijk gemaakt door de zwakte van de middenklasse en de geringe betrokkenheid bij de publieke zaak in het postcommunistische Rusland. Nu de intelligentsia onderworpen was aan de tucht van de markt bleek ze veel kleiner en minder invloedrijk dan ze altijd had gedacht. De intellectuelen verloren hun geloofwaardigheid als het morele geweten van het volk, een rol die ze sinds de negentiende eeuw op zich hadden genomen: ze leefden in een wereld van boeken in een tijd waarin macht en gezag in toenemende mate werden gedefinieerd door massamedia die onder staatstoezicht stonden. Een kwart eeuw na de ondergang van het sovjetbewind stelt de ontwikkeling van publieke instellingen in Rusland nog altijd pijnlijk weinig voor. Waar zijn de beroepsverenigingen, vakbonden, consumentenorganisaties, echte politieke partijen? Het probleem van de democratie in Rusland schuilt evenzeer in de zwakte van het maatschappelijk middenveld als in de onderdrukkende krachten van staatswege.

Maar het grootste probleem voor het democratische project lag in 1991, net als in 1917, in het eenvoudige historische feit dat de Russen er geen echte ervaring mee hadden. Noch de tsaar noch het sovjetbewind had hen – zelfs maar voorzichtig – laten kennismaken met parlementaire soevereiniteit, burgerlijke vrijheden of een regering die rekenschap aflegt over haar beleid. In 1917 verstonden de meeste Russen onder ‘democratie’ dan ook geen staatsvorm maar een sociaal etiket dat ongeveer vergelijkbaar was met ‘het volk’ – met als tegenovergestelde niet ‘dictatuur’ maar ‘de bourgeoisie’. Dit was de reden waarom mensen de daaropvolgende zes, zeven decennia konden geloven dat het sovjetsysteem ‘het meest democratische systeem van de wereld’ was, in zoverre dat het min of meer volledige werkgelegenheid bood, evenals huisvesting, gezondheidszorg en sociale gelijkheid. In hun ogen ondermijnde de economische crisis die op de ondergang van het sovjetstelsel volgde de geloofwaardigheid van de kapitalistische opvattingen van ‘vrijheid’ en ‘democratie’ die ervoor in de plaats kwamen.

De Russische Revolutie - Propagandaposter
De Russische Revolutie – Propagandaposter

De tragedie van de sovjetburger

Voor de meeste gewone Russen, en helemaal voor de Russen van zekere leeftijd die zichzelf als ‘sovjetburgers’ zagen, waren de jaren negentig van de vorige eeuw weinig minder dan een ramp. Ze raakten alles kwijt: een vertrouwde manier van leven; een economisch systeem dat veiligheid bood; een ideologie die morele zekerheid verschafte en mogelijk zelfs enige hoop; een enorm rijk dat gold als een supermacht; een identiteit die etnische scheidslijnen toedekte en tot slot de nationale trots op de sovjetprestaties op het gebied van cultuur, wetenschap en technologie. Het viel hen zwaar zich te voegen naar de harde realiteit van de nieuwe kapitalistische levenswijze, die geen groots ideaal voorstond en waarin de overheid niet langer een duidelijk collectief doel nastreefde. Het vervulde hen van nostalgie naar de sovjettijd. Velen hunkerden naar het mythische verleden zoals ze zich dat herinnerden – of meenden te herinneren – van Stalins bewind. Onder hem, zo wilden ze graag geloven, hadden ze materiële voorspoed, orde en veiligheid gekend, de ‘beste jaren uit de geschiedenis van het land’. Volgens een opiniepeiling uit 2005 verlangde 42 procent van alle Russen en 60 procent van alle Russen boven de zestig jaar naar de terugkeer van een ‘leider als Stalin’.

‘Volgens een opiniepeiling uit 2005 verlangde 42 procent van alle Russen naar de terugkeer van een ‘leider als Stalin’

Al meteen vanaf het begin van zijn bewind stelde Poetin zich ten doel de sovjetgeschiedenis in ere te herstellen. Dit was een belangrijk onderdeel van het programma waarmee hij Rusland weer als grootmacht op de kaart wilde zetten. De hernieuwde trots op het sovjetverleden, inclusief de jaren onder Stalin, bekrachtigde Poetins eigen autoritaire bewind, legitimeerde het als de voortzetting van een lange Russische traditie van krachtige leiders zoals die voor 1917 was belichaamd door de tsaren. De staat zorgde voor orde en veiligheid, althans volgens deze mythe, en dat zouden de Russen meer op waarde weten te schatten dan burgerlijke westerse begrippen als mensenrechten of democratie, die niet bij de Russische geschiedenis zouden passen.

De laatste Tsarenfamilie in 1911
De laatste Tsarenfamilie in 1911

Poetins historische initiatief was populair in Rusland. Het voedde nationalistische gevoelens, de patriottische trots op de overwinning van de sovjets in 1945 en de nostalgie naar de tijd van de Sovjet-Unie. Toen Poetin in 2005 ten overstaan van de Russische Federatieve Vergadering verkondigde dat ‘het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de grootste geopolitieke tragedie van de twintigste eeuw’ was, vertolkte hij de mening van driekwart van de bevolking, die (volgens een peiling uit 2000) de ondergang van de USSR betreurde en het Russische grondgebied wilde zien groeien door de inlijving van ‘Russische’ gebieden, zoals de Krim en het Donetsbekken, die het land aan Oekraïne zou zijn ‘kwijtgeraakt’. In 2014 staken gewapende vrijwilligers met sovjet-achtige vlaggen de Russische grens over om deze twee Oekraïense gebieden opnieuw bij Rusland te voegen. De positieve herwaardering van de sovjet-geschiedenis vormde ook een opluchting voor de Russen die het ‘zwartmaken’ van de geschiedenis van hun land ten tijde van de glasnost vol afschuw hadden aangezien. De media stonden destijds vol onthullingen over de ‘misdaden van Stalin’, wat de officiële geschiedenis ondermijnde zoals ze die in de sovjet-tijd op school hadden geleerd. Velen voelden zich ongemakkelijk bij de vragen die ze zichzelf opeens moesten stellen over wat hun familieleden onder Stalin precies hadden gedaan. Ze wilden niet luisteren naar moraliserende taal over hoe ‘slecht’ de geschiedenis van hun land was geweest. Doordat Poetin hun trots op het sovjet-verleden herstelde, hielp hij de Russen zich weer goed te voelen over zichzelf.

Hij begon zijn initiatief in de scholen. Het ministerie van Onderwijs keerde zich tegen geschiedenisboeken die het te kritisch over de sovjet-periode vond, waarna zulke titels feitelijk uit de klaslokalen verdwenen. In 2007 zei Poetin ten overstaan van een conferentie van geschiedenisdocenten:

‘Wat betreft de problematische bladzijden in onze geschiedenis, ja, die kunnen we niet ontkennen. Maar voor welk land geldt dat niet? En vergeleken met sommige andere landen hebben we minder van zulke bladzijden. En die van ons waren niet zo gruwelijk als die van sommige andere landen. Ja, we hebben enkele vreselijke bladzijden gekend: laat ons de gebeurtenissen herinneren die in 1937 van start gingen, laat ons die niet vergeten. Maar andere landen hebben die ook gekend, soms wel meer. Wij hebben in elk geval niet over duizenden kilometers chemicaliën verspreid of boven een klein land zevenmaal zoveel bommen afgeworpen als er tijdens de hele Tweede Wereldoorlog zijn gegooid, zoals de Amerikanen in Vietnam hebben gedaan. Net zomin hebben we andere zwarte bladzijden gekend, zoals die van het nazisme. In de geschiedenis van een land kunnen allerlei dingen gebeuren. En we kunnen het ons niet veroorloven onszelf met schuldgevoelens op te zadelen…’

Poetin ontkende Stalins misdaden niet. Maar hij pleitte ervoor er niet te lang bij stil te blijven staan en er Stalins prestaties tegenover te stellen als de grote man aan wie het land zijn ‘glorieuze sovjetverleden’ te danken had. In een handboek voor geschiedenisdocenten dat in opdracht van de president was geschreven en dat sterk werd aanbevolen voor gebruik op school, werd Stalin neergezet als een ‘bekwaam bestuurder’ die ‘rationeel handelde door een terreurcampagne te beginnen om de modernisering van het land veilig te stellen’.

Propagandaposter voor Jozef Stalin uit 1951. Onderschrift: "Glorie aan Stalin! Aan de geweldige architect van het communisme". Ca. 1935. Bron: www.sovietposters.com
Propagandaposter voor Jozef Stalin uit 1951. Onderschrift: “Glorie aan Stalin! Aan de geweldige architect van het communisme”. Ca. 1935. Bron: www.sovietposters.com

Volgens opiniepeilingen deelden de meeste Russen deze verontrustende houding ten opzichte van het geweld waarmee de Revolutie gepaard ging. In 2007 wees een peiling in drie steden (Sint-Petersburg, Kazan en Lenins geboorteplaats Oeljanovsk) uit dat 71 procent van de bevolking meende dat Feliks Dzerzjinski, oprichter van de Tsjeka (de voorganger van de KGB), in 1917 de ‘openbare orde en veiligheid had gehandhaafd’. Niet meer dan 7 procent beschouwde Dzerzjinski als een ‘beul en misdadiger’. Nog verontrustender was dat bijna iedereen goed geïnformeerd bleek over de massale onderdrukking onder Stalin – de meeste respondenten wisten dat er ‘tussen de 10 miljoen en 30 miljoen slachtoffers’ te betreuren waren – maar dat twee derde van de ondervraagden desondanks vond dat Stalin goede dingen voor het land had gedaan. Velen waren zelfs van mening dat de mensen onder Stalin ‘vriendelijker en meelevender’ waren geweest. Ook al wisten de Russen van de miljoenen mensen die zijn omgekomen, toch leken ze nog altijd achter de bolsjewistische gedachte te staan dat grootschalig staatsgeweld gerechtvaardigd kan zijn om de doelen van de Revolutie te dienen.

In de herfst van 2011 keken miljoenen Russen naar het televisieprogramma De tijd als rechter (Soed vremeni), waarin diverse figuren en perioden uit de Russische geschiedenis werden beoordeeld tijdens een zogenaamd ‘showproces’, compleet met advocaten, getuigen en een jury van kijkers die per telefoon konden stemmen. De uiteindelijke oordelen bieden niet veel hoop op een spoedige verandering in de Russische opstelling. Nadat de kijkers bewijsmateriaal van Stalins oorlog tegen de boeren en de rampzalige gevolgen van de collectivisatie hadden gezien, waardoor miljoenen mensen de hongerdood stierven en nog veel meer anderen naar de Goelag of andere afgelegen strafkampen werden afgevoerd, meende nog altijd 78 procent van de kijkers dat de collectivisatie met het oog op de sovjetindustrialisatie gerechtvaardigd was geweest (een ‘vreselijke noodzakelijkheid’). Niet meer dan 22 procent beschouwde deze als ‘misdadig’.

Gevangenen van een Goelag-kamp (Wiki)
Gevangenen van een Goelag-kamp (Wiki)

In politiek opzicht is de Revolutie misschien dood, maar in de geest van deze mensen leeft ze nog altijd voort en zal ze het Russische politieke leven nog jarenlang bepalen.

Herdenking van de revolutie

Dus hoe moeten we de Revolutie herdenken die honderd jaar geleden plaatsvond? In 1889 werd de Franse Revolutie van honderd jaar eerder herdacht door middel van de inhuldiging van de Eiffeltoren, naast de ingang van de Wereldtentoonstelling die dat jaar in Parijs plaatsvond. De toren symboliseerde de waarden die de Derde Republiek aan 1789 had ontleend. Het is ondenkbaar dat er in Rusland een soortgelijk monument zal verrijzen. De herdenking van de Oktoberrevolutie verdeelt het land al sinds de ondergang van het sovjetbewind. In 1996 verving Boris Jeltsin de Dag van de Revolutie op 7 november door een Dag van Harmonie en Verzoening, ‘om confrontaties tussen de verschillende segmenten van de samenleving te voorkomen en te streven naar verzoening’. Maar de communisten bleven de Revolutie op de traditionele sovjet-manier herdenken met een grote demonstratie, met rode vlaggen,spandoeken en al. Poetin probeerde het conflict op te lossen door 4 november uit te roepen tot de Dag van Nationale Eenheid (de dag waarop in 1612 de Poolse bezetting van Rusland was beëindigd). Met ingang van 2005 kwam deze nieuwe feestdag in plaats van de oude op 7 november. Maar de Dag van Nationale Eenheid sloeg niet aan. Volgens een opiniepeiling in 2007 wist niet meer dan 4 procent van de bevolking waar deze dag voorstond. Zes op de tien mensen waren tegen de afschaffing van de Dag van de Revolutie. Ondanks Poetins pogingen zich opnieuw te beroemen op de waardevolle prestaties uit het sovjet-verleden, bestaat er geen historisch verhaal over de Oktoberrevolutie waar de hele natie zich achter kan scharen: sommigen zien de Revolutie als een nationale ramp, anderen als het begin van een grootse beschaving, maar het land als geheel is nog steeds niet bij machte zijn gewelddadige en tegenstrijdige erfenissen onder ogen te zien.

Het behandelde lichaam van Lenin, in het mausoleum (wiki)
Het behandelde lichaam van Lenin, in het mausoleum (wiki)
Al even weinig overeenstemming bestond er over de vraag wat er met de oprichter van de sovjetstaat moest gebeuren. Jeltsin en de Russischorthodoxe Kerk stelden zich achter oproepen het Mausoleum van Lenin – waar Lenins lichaam sinds 1924 ligt opgebaard – te sluiten en Lenins stoffelijk overschot te begraven naast dat van zijn moeder op de Volkovo begraafplaats in Sint-Petersburg, zoals hijzelf had gewild. Maar de communisten wilden daar niets van weten en verzetten zich met hand en tand tegen het plan, en dus bleef de kwestie onopgelost. Poetin zei dat hij het geen goed idee vond Lenin uit zijn mausoleum te halen, omdat het de oudere generatie Russen – die zo veel offers had gebracht voor het sovjetsysteem – zou beledigen door te impliceren dat deze mensen in valse idealen hadden geloofd.

Als gevolg van deze verdeeldheid en verwarring zal de Revolutie in Rusland in 2017 waarschijnlijk weinig uitbundig worden herdacht. Hetzelfde geldt voor het Westen, waar de Russische Revolutie in ons historisch bewustzijn naar de achtergrond is verdwenen, deels als gevolg van de afnemende media-aandacht sinds het einde van de Koude Oorlog, nu het Midden-Oosten en de problemen van het islamitisch extremisme onze aandacht opeisen. Het kan ook deels komen door de groeiende zorg om de mensenrechten, die ons morele discours over politieke verandering domineert en ons minder ontvankelijk maakt voor andere waarden, zoals sociale gerechtigheid en de herverdeling van rijkdom, die revolutionair geweld aanjagen.

Maar zoals de gebeurtenissen in de afgelopen jaren hebben laten zien: de tijd van revoluties is nog niet voorbij. De ‘kleurenrevoluties’ op de Balkan en in Oekraïne, Georgië en Libanon, de Arabische Lente en het protest op het Oekraïense Euromajdanplein herinneren ons eraan dat massale betogingen regeringen wel degelijk op de knieën kunnen dwingen, vaker wel dan niet met geweld. In al deze gevallen is het leerzaam de vergelijking met 1917 te trekken. De manier waarop de betogers sociale media inzetten om grote aantallen mensen op de been te brengen had Lenin bijvoorbeeld zeker op waarde weten te schatten. Net zoals de jakobijnen alle revolutionairen in de negentiende eeuw inspireerden, vormden de bolsjewieken een rolmodel voor alle revolutionaire bewegingen in de twintigste eeuw, van China tot Iran, evenals voor de terroristen in onze tijd. Alle methoden waarvan IS zich bedient – de inzet van gewapende strijd en terreur om een revolutionaire staat op te bouwen, de fanatieke toewijding en militaire discipline van zijn aanhangers en het briljante gebruik van propaganda – werden al tijdens de Russische Burgeroorlog door de bolsjewieken beproefd.

tragedie van een volk
Tragedie van een volk – Orlando Figes (€ 29.99)
We moeten niet zelfgenoegzaam aannemen dat de westerse liberale democratieën nooit meer door revoluties kunnen worden bedreigd. De recente opkomst van massale populistische bewegingen in heel Europa zou ons eraan moeten herinneren dat revoluties onverwacht kunnen uitbreken: ze zijn nooit ver weg. De geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw toont aan hoe kwetsbaar de democratie is. Voor zover de westerse democratieën de grote ideologische strijd tegen het fascisme en communisme hebben gewonnen, was het een nipte overwinning die bovendien geenszins was voorbeschikt: het had heel goed anders kunnen lopen. Of zoals ik in 1996 aan het slot van Tragedie van een volk schreef:

‘We moeten proberen onze democratie te versterken, zowel als bron van vrijheid als van sociale gerechtigheid, anders zullen de misdeelden en gedesillusioneerden haar opnieuw verwerpen.’

~ Orlando Figes
Londen, januari 2017

Boek: Tragedie van een volk. De Russische Revolutie 1891-1924 – Orlando Figes

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

×