Archeologen hebben de laatste jaren een beetje pech, en dat komt door Indiana Jones. Door die films denken heel veel mensen dat archeologie bestaat uit het snel leeghalen van oude graven en het zoeken naar heilige voorwerpen
Inscripties zijn ook heel interessant. Vaak zijn het grafstenen en die vertellen dan heel veel over hoe de mensen dachten. Als vrouwen werden begraven, stond er vaak op het graf “ze spinde en deed de wol”, wat blijkbaar de traditionele taken waren van een vrouw.
Toen ik op een basisschool in Hengelo een les verzorgde, werd gesteld door een meisje dat in de klas zat bij mijn nichtje: hoe kunnen we eigenlijk iets over de Romeinen weten? Dat is nou eens een écht goede vraag.
Wat zijn Romeinen eigenlijk? Dat is een makkelijke vraag, maar er is geen gemakkelijk antwoord. Of beter: er zijn verschillende goede antwoorden.
In het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, op een steenworp van het centraal station, is momenteel een tentoonstelling over de manier waarop westerse kunstenaars in de vijftiende en zestiende eeuw keken naar het Ottomaanse Rijk.
Deze zolder behoort niet tot de gangbare bezienswaardigheden in het Teylersmuseum, maar ik vond het interessant te ontdekken wat er zoal bij komt kijken om ons, bezoekers, in staat te stellen optimaal te genieten van een van de allerleukste collecties van Nederland.
In het nawoord van zijn boek 'Terug voor het tafelzilver' herinnert auteur Floris van Dijk eraan dat het internationaal recht erkent dat in oorlogstijd kinderen extreem kwetsbaar zijn.
Een wonderverhaal waarvan er in de antieke bronnen dertien in een dozijn gaan. Doorgaans worden ze beschouwd als precies dat: wonderverhalen.
Op 18 september 2012 kondigde een Harvard-onderzoekster aan dat ze een tekstsnipper had gevonden waarin Jezus van Nazaret werd opgevoerd, sprekend over zijn echtgenote.
Er is een intrigerend fragment gevonden, maar bij het ontdekkingsproces is alle informatie vernietigd die we nodig hebben om het belang te bepalen.
Eigenlijk had ik vandaag wat achterstanden willen wegwerken, maar soms is er een geval van klinkklare kwakgeschiedenis dat om een weerlegging schreeuwt.
Al-Haytham was een van die grote geleerden die de bijl zetten aan de wortels van het Grieks-Romeinse wereldbeeld.
Natuurlijk, ze zijn schokkend, die beelden van de vernietigingen in het archeologisch museum van Mosul en het vandalisme in Hatra. Desondanks zou ik u willen uitnodigen er geen aandacht aan te besteden, hoe deprimerend het nieuws ook is. Ik ga er ook niet naar linken. Voor dat doodzwijgen heb ik drie redenen.
In 1653 werd in Doornik het graf gevonden van de Frankische koning Childerik, die van ongeveer 457 tot ongeveer 481 regeerde over het huidige België en het noorden van Frankrijk. In feite de aloude provincie Gallia Belgica.
Een tijdje geleden blogde ik over de brand van Persepolis. Die wordt genoemd in verschillende antieke bronnen en ik citeerde Diodoros van Sicilië, die het had van een eerdere auteur, Kleitarchos, die het op zijn beurt van ooggetuigen lijkt te hebben gehad.
De schaal hierboven, te zien in het Nationaal Archeologisch Museum in Athene, is een zogeheten “incantatieschaal”. In een bijna eindeloze spiraal staat een tekst die de eigenaar moet beschermen tegen allerlei boze geesten.
Ik beken dat ik er altijd moeite mee heb, met al die Centraal-Aziatische volken die je, als je je bezighoudt met de Oudheid, geacht wordt te herkennen.
Ik schreef gisteren over het ontstaan van het Hashemitische koninkrijk in Jordanië: Abdullah greep er de macht in de jaren na de Eerste Wereldoorlog en verwierf na de Tweede Wereldoorlog de koningstitel, de westelijke Jordaanoever en Jeruzalem. Abdullah maakte serieus werk van de integratie van de westelijke Jordaanoever in zijn koninkrijk en was elke vrijdag in Jeruzalem voor het middaggebed.
Over Jordanië – dat destijds nog Transjordanië heette – heeft Winston Churchill eens opgemerkt dat het was geschapen met een enkele pennenstreek op een zondagmiddag in 1921. Dat klinkt leuk maar is complete onzin.
Het irritante van stukjes waarin je uitlegt wat er verkeerd zit, is dat je vaak in herhaling moet vervallen, bijvoorbeeld omdat kwakarcheologen net als andere archeologen hetzelfde nieuws enkele keren publiceren.
Het zal een van de eerste keren zijn dat een blad over de Oudheid zich niet zal beperken tot archeologie of de klassieke traditie – hoe interessant die op zichzelf ook zijn – of tot het Nabije Oosten dan wel tot Griekenland en Rome. Ancient History Magazine wil echt gaan over de Oudheid als Oudheid.