Oorspronkelijk heette het huis in de dertiende eeuw “De Hille”, een verwijzing naar de lokale topografie. Pas in de zestiende eeuw veranderde de naam in “Den gulden Boom”. Het was toen één van de eerste stenen huizen en behoorde lange tijd toe aan diverse gilden, met name aan de huidvetters en de tapijtwerkers.
Wie het huis aandachtig bekijkt, ziet beneden vier Dorische half-zuilen of pilasters die het huis een verticaliserend effect geven. Tussen de ramen van de eerste en tweede verdieping zijn drie halfreliëfs te bewonderen die respectievelijk het oogsten van de hop en het vervoer van het bier voorstellen. De bovenste verdieping wordt opgesplitst in drie delen door vier Korinthische halfzuilen, overvloedig versierd met hopranken en gerstaren.
Bovenop de gevel valt een boogvormig fronton op, afgezet door twee dolfijnen op een sokkel met daarop de vermelding “anno 1698”. Het ruiterstandbeeld op de top stelde oorspronkelijk Maximiliaan van Beieren voor, maar werd later vervangen door een beeld van Karel van Lotharingen. Momenteel is in het brouwershuis de Confederatie der Brouwerijen van België gevestigd, terwijl in de oude overwelfde kelders het Brouwersmuseum een onderdak heeft gevonden.
Lees ook: Bier in cultuur en geschiedenis
…en: 1949: “Drink eens wat meer bier!”
Boek: Alle Belgische Bieren