In de nacht van 18 op 19 november 1421 werd een deel van het tegenwoordige Nederland getroffen door een watersnoodramp die bekend is komen te staan als de Sint-Elisabethsvloed. Een noordwesterstorm in combinatie met een hoge stormvloed en slecht onderhouden dijken veroorzaakte een overstroming waardoor met name de Grote Waard werd getroffen. Dordrecht en Geertruidenberg zijn de grootste steden in
In de nacht van 18 op 19 november 1421 werden grote delen van Zuidwest Nederland geteisterd door een zware storm. Ook Kennemerland en Westfriesland en het rivierengebied tot aan Tiel en Arnhem hadden er onder te lijden.
Kranten en een tijdschrift publiceerden in de negentiende eeuw de eerste voorstellen om de Zuiderzee af te sluiten. Een dijk tussen Stavoren en Enkhuizen wordt het meest genoemd, voor het eerst in 1834, in het tijdschrift de Algemeene Konst- en Letterbode.
Binnen de Griekse mythologie geldt Boreas als de personificatie van de noordenwind. Hij zou zeelieden een gunstige wind bezorgen door met een schelp vanuit het noorden te blazen. Het noorderlicht (aurora borealis), een sensationeel natuurverschijnsel dat tijdens de kortste maanden van het jaar soms boven de noordpoolhemel is te zien, is van de naam van deze god afgeleid.
Het Dordrechts Museum herdenkt dit jaar de Sint-Elisabethsvloed uit 1421 met een tentoonstelling waarin de vier Elisabethspanelen uit het Rijksmuseum centraal staan. Deze panelen uit de late vijftiende eeuw tonen de overstroming en het leven van de heilige Elisabeth van Thüringen, naamgeefster van de ramp.
Ruim vijftig jaar geleden opende Joop Bakker, die op dat moment minister van Verkeer en Waterstaat was, het sluizencomplex van de Haringvliet, ook wel bekend als de Haringvlietdam.
Wie langs het Veluwemeer binnendoor van Elburg naar Nunspeet rijdt, passeert ter hoogte van Doornspijk de fundamenten van een oud kerkje: de Sint-Ludgeruskerk.
In de zeventiende eeuw vestigde de Amerikaanse kolonist Daniël Holland zich op een verlaten eiland in de Chesapeake Bay in de staat Maryland, aan de Amerikaanse oostkust. Maar storm, overstromingen en onstuimig weer teisterden het eiland, dat een onvaste bodem had van slik en klei, zonder rotsen. Het laatste huis bezweek in 2010.
Vroeger zorgden de Griekse goden voor het weer. Zeus deed de hemel bliksemen, Boreas wás de noordenwind en zorgde voor stormen en golven, Zephyrus blies uit het westen, en Eurus en Notus uit oost en zuid.