Welke namen kennen we nog van al die gouverneurs-generaal die de kolonie Nederlands-Indië bestierden? Ja, Jan Pieterszoon Coen is een bekende naam, maar hij bestuurde de Indische gewesten nog namens de onderneming VOC, niet namens de Nederlandse staat. Ditmaal aandacht voor een Indische ‘onderkoning’ met een opmerkelijke levensloop: Dominique Jacques de Eerens (1781-1840).
Begraven ligt De Eerens in de Kebun Raya in Bogor (West-Java). Zijn laatste rustplaats lag oorspronkelijk in wat toen ’s Lands Plantentuin heette of ‘de gouvernementstuin’, bij het paleis in Buitenzorg (Bogor) dat diende als ambtswoning van de gouverneurs-generaal.
Zijn graf maakt deel uit van een klein begraafplaatsje, waar ook zijn jongste dochtertje rust dat slechts vijf dagen heeft geleefd. Dat hij dicht bij haar wilde worden begraven, doet een liefhebbende vader vermoeden. Dat de machtige onderkoning zelf, op zijn uitdrukkelijke wens, zonder eerbetoon ter aarde is besteld, wekt ook sympathie.
Alkmaar
De Eerens werd in 1781 geboren in Alkmaar, maar zijn voornamen, Dominique Jacques, wijzen niet op een oud Alkmaars geslacht. Dat klopt, De Eerens’ vader was een Hagenaar die in Leiden medicijnen had gestudeerd en zich als arts in Alkmaar had gevestigd. Een paar dagen na de geboorte van Dominique Jacques overleed zijn moeder. Diep geschokt gooide pa het roer drastisch om. Hij werd pastoor in Vlodrop en Posterholt bij Roermond, later in Holland.
Zoon Dominique Jacques koos als zeventienjarige voor een militaire loopbaan. Voor een belangrijk deel voltrok die zich in Franse krijgsdienst, want Nederland was destijds door Frankrijk ingelijfd. De jonge De Eerens onderscheidde zich door dapperheid tijdens operaties bij de Duitse stad Würzburg. Ook streed hij aan Franse zijde in Spanje.

Op pad met Napoleon
Hoger en hoger rees zijn ster en in 1812 werd hij zelfs stafchef van de Keizerlijke Garde. Die keizer was Napoleon. Diens vlucht uit Rusland dekte De Eerens op 25 oktober 1812 door achtervolgende Kozakken-eenheden terug te slaan.
Het volgende jaar bevond De Eerens zich bij de Franse troepen in het door Russen belegerde Danzig (nu Gdansk in Polen). Tot twee keer toe werd hij door een kogel gewond, toch wist hij opnieuw Kozakken op afstand te houden. Uiteindelijk moesten de Fransen zich overgeven en werd De Eerens als krijgsgevangene afgevoerd naar Rusland. Maar na eervol ontslag uit Franse dienst kon hij terugkeren naar Nederland, waar hij zijn militaire carrière voortzette en de Militaire Willemsorde kreeg.
Indië
In 1835 begon voor hem een nieuw leven. In februari arriveerde hij met het fregat Diana in Tanjung Priok, de haven van Batavia op Java. In Indië zou zijn carrière zijn hoogtepunt bereiken. Een jaar lang was hij lid van de Raad van Indië, het hoge adviescollege van de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Eind februari 1836 nam hij het hoogste Indische gezag over van gouverneur-generaal ad interim J.C. Baud.
Maar het verleden haalde De Eerens op Java in. Tijdens Napoleons veldtocht in Rusland had hij een (helaas door de biograaf niet nader aangeduide) kwaal opgelopen. In het tropische klimaat werd die erger en dat werd hem fataal. Zijn graf is nog steeds te bezoeken in de Kebun Raya (letterlijk: grote tuin) in Bogor.
