Bijna 450 ‘objecten’: forten, schansen, linies en vestingstadjes in een gebied van zo’n 80 x 40 kilometer langs de Belgisch-Nederlandse grens tussen Knokke en Antwerpen – dat zijn de Staats-Spaanse Linies. Een militaire raid in 1583 vormt de eerste aanzet; sommige elementen speelden nog een rol in de Tweede Wereldoorlog. De laatste jaren is er een grote herwaardering van de restanten van de linies. Ze vertegenwoordigen zo’n vierhonderd jaar geschiedenis in en van West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Zeeland. Geschiedenis die het karakter, de verschillen en overeenkomsten van deze gebieden sterk meebepaalt.
Maar nu, eind 1583, leeft Willem van Oranje nog en is Hohenlohe een man van gewicht. Wat is de aanleiding voor zijn raid met tien vendels huurlingen; Neuzen is toch al in Staatse handen? Jawel, maar jonkheer Servaes van Steelant is naar de Spanjaarden overgelopen en de hele omgeving is voor de Opstand verloren gegaan, inclusief Hulst, Axel en Sas van Gent. In 1578 heeft Servaes van Steelant als hoogbaljuw van het Land van Waas de calvinisten nog bijgestaan bij het plunderen van de abdij van Boudelo; vijf jaar later, op 30 oktober 1583, wordt zijn fraaie kasteel in het Oost-Vlaamse Wissekerke zwaar beschadigd door een aanval van de Staatse troepen onder Marnix van Sint-Aldegonde. Marnix laat karrevrachten stro aanvoeren en steekt het slot in brand. Deze actie is het directe gevolg van Servaes’ overlopen naar Spaanse zijde. Een dag tevoren heeft hij de troepen van Alexander Farnese, de hertog van Parma en landvoogd van de Nederlanden, in zijn kasteel ontvangen. Diens overmacht heeft het Land van Waas tot overgave gedwongen. Hiermee komt ook het oostelijk deel van het huidige Zeeuws-Vlaanderen in Spaanse handen en wordt Servaes door de opstandelingen bestempeld tot verrader.
Hohenlohe weet in elk geval het verlies van Neuzen te verijdelen. Een belangrijk wapenfeit voor de Staatsen, omdat Terneuzen de vaart op en vanuit Antwerpen aan deze zijde van de Honte kan vrijhouden. Hij maakt zich op 6 november kwiek meester van het Quartier van Terneuzen. Dit dient snel te worden versterkt. Daartoe werpen de Duitse soldaten ten zuiden van Neuzen een bruggenhoofd op: de Moffenschans.
Turf en lonten
Farnese ziet het Terneuzense bruggenhoofd als grote bedreiging, en niet alleen met het oog op de scheepvaart op Antwerpen en dus hindering van het Spaanse beleg van die stad. Vanuit Neuzen kan ook Gent worden bevoorraad. Al vóór het eind van 1583 beginnen de Spanjaarden een ‘tegenfort’ van de Moffenschans op te werpen, waarschijnlijk de versterking bij Triniteit. Willem van Oranje schenkt Terneuzen in april 1584 stadsrechten.
De oorlog en het opwerpen van verdedigingswerken aan beide zijden raakt nu in full swing in de streek. Het wordingsproces van de complexe configuratie die wij later de Staats-Spaanse Linies zullen noemen is niet meer te stoppen. Aan de genese van deze fascinerende monumentale keten zullen de Spaanse, Staatse en Franse militaire apparaten deelhebben, in een lange tijdspanne van de Tachtigjarige Oorlog tot en met de Spaanse Successieoorlog (1702-1713/1714) – latere aanpassingen niet meegerekend. Want ook gedurende de Franse tijd en de Belgische Revolutie van 1830 spelen de Linies nog een rol.

Herwaardering
Historici, publicisten en heemkundigen zien al lang het grote belang van de Staats-Spaanse Linies als grensoverschrijdend monumentaal complex. Als zwaartepunt niet alleen van de krijgsgeschiedenis, maar van de algemene historie van het gebied: die van belastingen, inundaties, religieuze strijd, bezetting en onderdrukking, plundering, werkverschaffing, dwangarbeid, totstandkoming van de landsgrens. En zelfs van de immateriële volkskunde of etnografie; aan veel linies en gebeurtenissen in verband ermee zijn mooie sagen en andere overleveringen verbonden.
Bij alle gemeenschappelijkheid is er ook verschil in de perceptie aan weerszijden van de grens, een perceptie die óók historisch is bepaald. De Staats-Spaanse Linies zijn vanuit het noordelijk perspectief vooral een herinnering aan de ontstaansgeschiedenis van de Republiek die een zo belangrijk deel van Nederlands nationaal verleden uitmaakt; voor Vlaanderen staan zij, aldus een recente publicatie, vooral ‘symbool voor het lot van Europees slagveld dat het Vlaamse land eeuwenlang beschoren is geweest’.
Omstreeks de jongste eeuwwisseling raken ook beleidsmakers en overheden overtuigd van het belang van conservering en ontsluiting van de Staats-Spaanse Linies. Men ziet in, dat een integrale aanpak nodig is om de Linies niet alleen cultuurhistorisch recht te doen en te ontsluiten, maar ook om het cultuurtoeristisch (dus economisch) en ecologisch potentieel uit te bouwen en de deels gemeenschappelijke ‘streekidentiteit’ binnen de verschillende regio’s te profileren: wat vroeger scheidde, verbindt nu.
Project Staats-Spaanse Linies
De Belgische provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Antwerpen en de Nederlandse provincie Zeeland slaan aan het begin van de eenentwintigste eeuw de handen ineen. Verschillende initiatieven worden gestart om de Linies waar mogelijk ‘op te poetsen’ en te ontsluiten voor de toekomst. Men ontwikkelt het project Staats-Spaanse Linies met uiteenlopende doelstellingen, zoals de bevordering van de grenseconomie, het creëren van nieuwe natuur(verbindings)gebieden, het beter ontsluiten van de afzonderlijke sites en de visualisering van het militair cultuurhistorisch erfgoed.
In 2006 en 2007 start de restauratie van verschillende forten en verdedigingswerken in het gebied. Er vindt herinrichting plaats van de Olieschans (Aardenburg), de stadswallen van Damme en drie forten van de Linie van Communicatie bij Koewacht (Fort Sint-Jacob, Fort Sint-Joseph en Fort Sint-Livinus). Deze herinrichtingen en restauraties worden in de meeste gevallen gekoppeld aan natuurontwikkeling. IJzendijke krijgt een speciaal museum voor en over de Staats-Spaanse Linies: ‘Het Bolwerk’. In Kallo opent in 2007 het bezoekerscentrum Fort Liefkenshoek; al sinds 1980 werkt de gemeente Beveren aan het herstel van de historische en maatschappelijke waarde van dit fort.
Bij de afsluiting van het project is op zaterdag 6 april 2013 mijn boek De Staats-Spaanse Linies. Monumenten van conflict en cultuur gepresenteerd in de historische kerk en het museum Het Bolwerk te IJzendijke. Dit overvloedig geïllustreerde publieksboek plaatst de Linies in de historische en krijgshistorische context. Het schenkt ook aandacht aan de voorgeschiedenis, spannende episoden, anekdoten en volksverhalen. Maar ook aan landschap en natuur. Een lexicon van vestingtermen en een atlasdeel komen tegemoet aan de naslagbehoefte. De presentatie viel samen met de opening in museum Het Bolwerk van de expositie Staats en Spaans in de clinch. Ook werd de vernieuwde website www.staatsspaanselinies.eu in werking gesteld.
~ Jan J.B. Kuipers
Jan J.B. Kuipers (1953) publiceerde meer dan vijftig boeken voor volwassenen en kinderen, zowel non-fictie als fictie, het merendeel over historische onderwerpen.