Bohumil Hrabal – Tsjechische schrijver

In de voetsporen van een tedere barbaar
18 minuten leestijd
Bohumil Hrabal in 1988
Bohumil Hrabal in 1988 (CC BY-SA 3.0 - Hana Hamplova - wiki)
Dit voorjaar verschenen er nieuwe, in het Nederlands vertaalde teksten van de Tsjechische schrijver Bohumil Hrabal (1914-1997). Bovendien werd eind mei zijn zomerhuisje in Kersko als museum geopend. Aanleiding voor Lex Veldhoen, die in het verleden al vaker over Hrabal schreef, om opnieuw naar TsjechiĆ« af te reizen en markante plekken in Hrabalā€™s leven te bezoeken, zoals cafĆ© U Zlateho Tygra in Praag, de brouwerij in Nymburk waarnaast hij woonde en zijn buitenhuisje in Kersko.

Op zoek naar Bohumil Hrabal

EĆ©n van Hrabalā€™s boeken gaat over een ober: Ik heb de koning van Engeland gediend. In zijn vroegere, gemoedelijke Praagse stamkroeg hangt nog steeds Hrabalā€™s gebeeldhouwde kop aan de zijmuur over de gasten uitkijkend. Ernaast een foto die zijn vriend Tomas Mazal hier maakte, waarbij Hrabal met de vroegere president, collega-schrijver Havel en Bill Clinton aan een tafeltje samen bier zit te drinken.

Twee forse, oudere mannen met voorschoten tappen en reiken er het bier uit aan de klanten. Ik vraag Ć©Ć©n van de obers: ā€˜Heeft u ooit Hrabal bediend?ā€™. Hij antwoordt: ā€˜Nee, toen werkte ik hier nog niet. Maar daar in die achterruimte aan de stamtafel komen nog steeds zijn vrienden samen, ze zitten er nu ook, daar..ā€™. Ik loop er heen. EĆ©n van hen, oorspronkelijk Nederlander, speelt op zijn gitaar en zingt er een liedje bij. Een andere tafelgenoot is regisseur Ivo Krobot, die naar een oude affiche aan de muur wijst: ā€˜Ik heb ooit zijn novelle Al te luide eenzaamheid bewerkt tot theaterstuk.ā€™ Even later wijst hij op de muurbank naast hem: ā€˜Dat was Hrabalā€™s vaste plekā€™.

Herinneringen aan Hrabal in zijn stamkroeg in Praag. Links de foto met Havel en Bill Clinton
Herinneringen aan Hrabal in zijn stamkroeg in Praag. Links de foto met Havel en Bill Clinton. – Foto: Lex Veldhoen.

Een geschilderd portret van Hrabal in zijn stamkroeg in Praag
Een geschilderd portret van Hrabal in zijn stamkroeg in Praag. – Foto: Lex Veldhoen

Hrabal's stamkroeg De Gouden Tijger in Praag en een foto van de schrijver aldaar
Hrabal’s stamkroeg De Gouden Tijger in Praag en een foto van de schrijver aldaar – Foto’s: Lex Veldhoen

Hrabal schreef: ā€˜En zo zat ik in de Gouden Tijger en dacht, … als de goden me welgevallig zouden willen zijn, dan zou ik bij een glas pils de pijp uitgaanā€˜.

Aan de overkant van de Moldau die Praag doorsnijdt, ligt Liben, de wijk waar Hrabal lange tijd woonde, met nog steeds een muurschildering waarop hij meer dan levensgroot staat afgebeeld. Op een heuvel erboven ligt het ziekenhuis, waar Hrabal zijn laatste dagen doorbracht en op 3 februari 1997 overleed.

Werk

Naast Kafka, Ivan Klima en Milan Kundera behoort Hrabal tot de grootste Tsjechische schrijvers van de vorige eeuw. Hrabal (1914-1997) schreef meeslepende boeken vol weelderige zinnen, prachtige zinswendingen, surrealistische en absurdistische elementen. Zijn teksten zitten vol zelfspot en melancholie en vormen ƩƩn grote proclamatie voor menselijk mededogen. Ze handelden over het dagelijkse leven in Tsjechiƫ tijdens de Tweede Wereldoorlog en het communistische bewind. Hij was eerder magisch dan sociaal realist; zijn grote voorbeelden waren Fellini, Joyce, Celine, Schopenhauer en Lao Tse.

De muurschildering in Praag
De muurschildering in Praag. – Foto: Lex Veldhoen

Hij begon zich pas op drieƫnvijftigjarige leeftijd volledig aan het schrijven te wijden. Daarvoor werkte hij de laatste oorlogsjaren op het station van Kostomlaty en studeerde in 1946 af in rechten. Hij werkte vervolgens als verzekeringsagent, vertegenwoordiger in drogisterijwaren en speelgoed, in een papierverwerkend bedrijf en bij een ijzergieterij in Kladko, waar hij in 1952 een gietijzeren wiel tegen zijn hoofd kreeg, die uit de strop van een hijskraan was gegleden. Hij is daar fysiek nooit helemaal van genezen, had last van zijn been.

Hrabal in 1981 gefotografeerd door Taras Kuscynskyj
Hrabal in 1981 gefotografeerd door Taras Kuscynskyj
Jiri Pelan, Hrabal-kenner en als professor Romanistiek verbonden aan de Praagse Karel Universiteit, analyseert in zijn boek A Full Length Portrait (2019) het werk van Hrabal, waarbij hij stelt dat schrijven voor Hrabal belangrijker was dan leven. Pelan spreekt van een ā€˜collage-stijlā€™. Soms hanteert Hrabal een woordenstroom, een monoloog en hij zei: ā€˜Ik ben geĆÆnspireerd door de zwevende stijl van Chagalā€™s schilderijen’. Pelan ziet een bepaalde periode van zijn werk met taalexperimenten en diverse schrijfstijlen zelfs als een Gesamtkunstwerk en stelt dat Hrabal ā€˜zijn klassiekers goed kendeā€™.

Hrabal had respect voor de gewone man en bezat het vermogen tot verbazing, humor en wist het omgaan met de werkelijkheid treffend te beschrijven. Pelan:

Hij probeerde vooral de magie van het leven in woorden te vangen: het leven als een onvoorspelbaar avontuur en hij was beĆÆnvloed door de ecriture automatique van de Surrealisten. Zoals we van Hrabal zelf weten, schreef hij in de jaren zeventig en tachtig de teksten gewoonlijk in een keer en dan haalde hij er uit waarvan hij dacht dat het tot spanningsverlies zou leiden. Hij zag zichzelf daarbij slechts als een zakspiegeltje: ā€œHet ging niet om mij, maar om de anderen, dingen buiten meā€. Hij streefde ā€˜total realismeā€™ na: ā€˜een non-ideologisch, apolitiek, non-didactief realisme, in zekere zin zelfs een amoreel realisme.

Hrabal wilde zich niet bezighouden met politiek: ā€˜Het is nooit in me opgekomen, zelfs niet in mijn dromen, om de politieke situatie waarin ik leef te veranderen of zelfs maar te willen veranderen. Nooit heb ik de behoefte gevoeld de taal of de wereld naar mijn hand te zettenā€¦ā€™ Terwijl hij apolitiek overkwam, is zijn werk feitelijk politiek beladen. Zo zei vriend en filosoof Egon Bondy in een VPRO-documentaire over de novelle Al te luide eenzaamheid:

Het boek liet ons zien dat je op een menswaardige manier kan overleven, ook in de meest ondraaglijke situaties. Het was een zeer humanistische daad van Hrabal om dit boek te schrijven en uit te geven.

Het werd destijds als ondergrondse (samizdat)uitgave uitgetypt en in dundeeltjes in kroegen verspreid. Toen Hrabal zich in 1979 genuanceerd uitliet over het regime en beloofde loyaal te zijn, keerden veel dissidente vrienden zich tegen hem.

Hrabal op de markt van Nymburk
Hrabal op de markt van Nymburk. – Foto: Lex Veldhoen

Nymburk

Zoā€™n veertig kilometer ten oosten van Praag bevindt zich Nymburk, een slapend provinciestadje met 15.000 inwoners dat model stond voor zijn boek Het stadje waar de tijd stil stond. Onderweg kom ik langs het plaatsje Kostomlaty met het stationnetje waar zich het boek Zwaarbewaakte treinen afspeelt. Het is donderdag, marktdag als ik even later het kleine stadspleintje van Nymburk oprij. Hrabal zit er, in hout gebeeldhouwd, met bij hem een eveneens houten poes tussen marktkraampjes met jonge tuinplantjes, gekruid geurende, gegrilde kip, groente en gevlochten houten mandjes vol aardbeien.

Hij woonde met zijn ouders in Nymburk: ā€˜Wanneer ik uit school kwam, rende ik graag de rivierdijk af naar de losplaats, waar zandschepen lagenā€¦ā€™ is de openingszin van zijn novelle. Er varen nog steeds vrachtschepen over de Laabe en men flaneert langs de oude stadsmuren bij de rivierdijk. Er lijkt weinig veranderd. Nieuw is hooguit dat Nymburk minder grauw is dan in de communistische tijd en dat er pinautomaten zijn gekomen.

Hrabal schrijft over de plaatselijke brouwerij, waar zijn vader rentmeester was ā€˜waar hij een mooie woning en mijn knappe mamma had en waar ik ook was geborenā€¦ de brouwerij waar zijn broer werkte, oom Pepin (ā€¦) die wanneer hij klaar was met zijn werk op de brouwerij, zijn zeemanspet opzette, (ā€¦) een pet die van oom door niemand mocht worden aangeraakt, behalve door de knappe juffers in de bars, waar hij elke dag langsging.ā€™

Over zijn voorliefde voor bier schrijft Hrabal in Gekortwiekt:

ā€¦en daarna snoof ik diep en langzaam, mijn verlangen beteugelend om de inhoud van die driedubbele pul in enen naar binnen te gieten, tergend maar heerlijk langzaam slikte ik die met zwarte granaat versneden licht-lager door, dat zog, zoals mouters dat noemden, ik dronk het heel langzaam en liefdevolā€¦

En in Al te luide eenzaamheid:

ā€¦ik heb in die vijfendertig jaar zo veel pils gedronken dat je wel een vijftigmeterbad, een ruime kuip voor kerstkarpers, met dit lagerbier kunt vullen.

Het cafĆ© was Hrabalā€™s tweede huis en in zijn boeken haalt hij herhaaldelijk grote kannen bier in de kroeg om thuis op te drinken. De brouwerij beĆÆnvloedde ook zijn schrijven. Hij kreeg er: ā€˜…het gevoel voor taal. Omdat de brouwers en voermannen een eigen manier van vertellen hadden (…) vertelden bijna morbide verhalen over bizarre gebeurtenissen.ā€™ Het Nymburkse biermerk is naar een van Hrabalā€™s novelles, PostrizinskĆ© ofwel Gekortwiekt, genoemd. Over de oude stenen brug van Nymburk zie je met grote regelmaat vrachtwagens rijden met die letters groot op het zeildoek.

Ik ga langs bij de brouwerij. Bij de oprit is een golfplaten winkeltje, waar je bier uit de brouwerij kunt kopen en onder een afdakje ernaast zitten een aantal mannen en vrouwen te drinken aan lange tafels.

De plaquette bij de brouwerij in Nymburk
De plaquette bij de brouwerij in Nymburk. – Foto: Lex Veldhoen

De brouwerij wilde een aandenken aan Hrabal in de vorm van een gedenksteen. Toen hem daartoe toestemming werd gevraagd, was zijn reactie Hrabal ten voeten uit, een reactie vol zelfspot en relativering: ā€˜Dat is goed, maar plaats hem dan op zoā€™n hoogte, dat de honden er tegenaan kunnen pissen’. En zo geschiedde. De gedenkplaat is gemaakt van koper, even boven de grond bevestigd en zo donker, zo onopvallend geworden, dat ik er aanvankelijk zelfs voorbij loop.

Bohumil Hrabal in 1985
Bohumil Hrabal in 1985 (CC BY-SA 3.0 – Hana Hamplova – wiki)
In 2008 bezocht ik het plaatselijke Heimat Museum in Nymburk, waar een gedeelte aan Hrabal gewijd was. Het museum wordt momenteel gerestaureerd en een deel van Hrabalā€™s spullen is overgebracht naar zijn vakantiehuisje in Kersko. In een kast lagen achter glas gebreide wollen manchetten, polswarmers, die hij omdeed als hij ā€™s winters in Kersko werkte. Er waren fotoā€™s te zien van zijn acht verfilmde boeken en aan een kapstok hing, naast een bokshandschoen en een wandelstok, zijn muts van sabelbont, die hij van een koopman in Moskou kocht en waarmee hij ook gefotografeerd is. De toenmalige directeur, Frantisek Sykora, zei toen over Hrabal:

Vijftig procent van Tsjechiƫ houdt van hem, de andere helft niet, die vindt Hrabal vulgair. Hoewel hij uit een burgerlijk milieu kwam en rechten had gestudeerd, leefde hij te midden van eenvoudige mensen, die hem verhalen in de kroeg vertelden. Tijdens het oude regime gaf hij de lezer hoop.

Tijdens datzelfde bezoek interviewde ik Tomas Mazal, vroegere vriend van de schrijver, die in de communistische tijd met mede-dissidenten samizdat-werken uitgaf. Hij vertelde: ā€˜Ik kende Hrabalā€™s werk en vroeg hem in 1989 een voorwoord voor een boek te schrijven. Hij weigerde dergelijke verzoeken meestal, maar hij mocht me kennelijk en voldeed aan mijn wens. Hij hoorde niet tot een schrijversgroep. Zijn betekenis voor de literatuur is vooral dat hij een leefwijze heeft beschreven die nu niet meer bestaat.ā€™

Mazal vertelt dat Hrabal geen kinderen had: ā€˜Hij vroeg altijd naar mijn kinderen, was zelf een buitenechtelijk kind. Soms zat ik urenlang met hem in een cafĆ©, zonder dat hij een woord sprak, zonder dat het pijnlijk was. De volgende dag belde hij op om te informeren of ik het ook een fijne middag of avond had gevonden.ā€™

Het graf van Hrabal
Het graf van Hrabal – Foto: Lex veldhoen

Een grafzuil en een bron

Vanaf Nymburk gaat het door gehuchten met vruchtbomen in grasveldjes en dahliaā€™s langs de hoofdstraten. Op een hoek in het dorpje Sadska staat een vervallen cafĆ©. Hier vertelde een kelner aan Hrabal het verhaal dat hij de Engelse koning had bediend, welk gegeven Hrabal omwerkte tot een novelle.

Het graf van Hrabal.
Het graf van Hrabal. – Foto: Lex Veldhoen
Langs de weg tussen de velden ligt een kleine, ommuurde begraafplaats, met grijze en zwartglanzende grafstenen en zwartwit fotoā€™s in medaillonlijstjes. In Hrabalā€™s witte grafzuil verbeeldt een gat de symbolisch tunnel, die je moet nemen tussen leven en dood. Er zit een keramisch katje in, dat met voorovergebogen kopje neerkijkt op de overblijfselen van de schrijver. Op de grond ligt een laag kleine, ongelijkmatig gevormde steentjes, die Hrabalā€™s moeder ooit tijdens vakanties langs meren en zeeĆ«n verzamelde. In een mandje hebben bewonderaars voor nog meer gezelschap gezorgd: kleine poesjes, van half vergaan stro, hout, keramiek en er staat een kleine bierpul met daarnaast een ongeopend blikje bier, terwijl in een lantaarntje een pas aangestoken waxinelichtje brandt.

Ik rijd verder naar Kersko, de bosnederzetting waar de ā€˜well-to-doā€™ uit Praag vakantiewoningen met verzinkte daken of chalet-replicaā€™s bezitten.

In een zijweg van het bos bevindt zich een bron in een prieel met een sierlijk, gewelfd afdakje. Hrabal schreef dat er ooit een huisje bij de bron stond waar de beheerder woonde. Boeren, maar ook reumalijders, kwamen zich verkwikken in een bad waar wel zes mensen in pasten en die zo ā€™net als in een kuuroordbad van dat heilzame water uit Kersko van hun reuma genazen.ā€™

Hrabal bij zijn latere graf, toen daar al zijn vrouw begraven lag.
Hrabal bij zijn latere graf, toen daar al zijn vrouw begraven lag.

Hijzelf tapte ook flessen bronwater: ā€˜Dan kniel ik neer bij die steeds stromende mineraalwaterbron, die van tachtig meter diep uit de dieptes der aarde water omhoog spuit…ā€™ . Ook ik tap een flesje zuiver, koel bronwater.

Cassius Clay

Bij een bushalte met houten kattenbeelden rijd ik een onverharde weg in, waar zich het buitenhuisje bevindt dat Hrabal in 1965 kocht. Ik krijg een rondleiding in het onlangs voor het publiek opengestelde vakantiehuisje; wit geverfd met groene kozijnen en er voor een lila hortensia. Voor het hek staat een informatiebord, dat vermeldt dat hij er van 1966 tot 1996 regelmatig verbleef. Zijn vele katten wachtten hem vaak al bij de bushalte op als hij uit Praag aankwam. Hrabal had een haatliefde verhouding met de dieren, mede omdat zijn vrouw Pipsi het te gortig vond worden. In De Novemberorkaan, een verhaal in de bundel De Toverfluit schrijft hij:

Weer ben ik naar Kersko gegaan om de poesjes eten te gevenā€¦ dan rennen ze me uitgelaten tegemoet (ā€¦) en achter hen aan huppelt die Cassius Clay van mij, hij die weet dat ik alleen hem op mijn arm neem, alleen aan hem snuffel ik weleens en ik verberg mijn gezicht in zijn ruige vachtjeā€¦

De bushalte van Hrabal in Kersko
De bushalte van Hrabal in Kersko – Foto Lex Veldhoen

Hrabalā€™s werktafel staat met zijn oude typemachine op de eerste verdieping in een serre-achtige ruimte met een grote glaswand, uitkijkend op de tuin en omringende bomen. Aan de tijd dat Hrabal in de oorlog als perronchef werkte, herinnert een zogeheten ā€˜spiegeleiā€™, een rond bordje op steel, met enerzijds een groene en anderzijds een rode cirkel met daarin een wit kruis, dat aan een muur hangt. Begeleid door een fluitsignaal liet hij machinisten zo weten of zij konden vertrekken..

Hrabal noteerde zelf:

Ik schreef altijd in een spontane stroom. Ik zat met mijn schrijfmachine in de zon en daar schreef ik die teksten van me, die de lezers interesseren(ā€¦) Eigenlijk is dat schrijven van mij, weet u, nou dringt het pas tot me door, ook een soort verdediging tegen zelfmoord. Net alsof ik door dat schrijven voor me uit kan blijven rennen, weg van mezelf.

In het titelverhaal van de bundel De Toverfluit, dat hij in 1989 schreef, stelt hij:

…dan zat ik aan de tafel, soms glijden mijn armen onder me vandaan en herhaal ik een paar keer, Hrabal, Hrabal, Bohumil Hrabal, een mooie overwinning, je hebt het toppunt van leegte bereikt (ā€¦) en alles doet me zeer, ook de weg naar de autobus doet me zeer (ā€¦) iedereen weet waar hij naartoe moet, terwijl ik het toppunt van leegte heb bereikt en niet meer weet waar ik naartoe moet. Ik weet het wel, maar mijn kinderen beschermen me, de poezen in het bos die op me wachten (ā€¦) in het buffet op busstation Florenc koop ik schuldbewust vier gegrilleerde kippenborsten en betaal schuldbewust en zie hoe mijn handen trillen, want ik koop kip voor mijn poezen, terwijl ginds in Afrika kinderen honger lijden (ā€¦) mijn laatste bestaansreden, mijn poezenvolk.
Het vakantiehuisje van Hrabal in Kersko
Het vakantiehuisje van Hrabal in Kersko – Foto: Lex Veldhoen

De buurman

Toen ik het vakantiehuisje in Kersko eerder bezocht, raakte ik aan de praat met Hrabalā€™s buurman, Zdenek Elias, die dertig jaar lang bevriend was met de schrijver. Hij vertelde hoe hij Hrabal leerde kennen:

Ik zat in dienst, het was 1965; mijn moeder schreef dat we hier een nieuwe buurman hadden gekregen, een schrijver. Ik had nog nooit van hem gehoord. Als hij een idee had voor een verhaal kon hij hier dagen aan een stuk werken. Hij schreef de teksten in Ć©Ć©n keer, veranderde hooguit met knip- en plakwerk nog iets aan de volgorde. Ik heb de koning van Engeland gediend heeft hij in minder dan een week geschreven.
De werktafel van Hrabal in Kersko
De werktafel van Hrabal in Kersko – Foto: Lex Veldhoen

Hrabal verbleef er in de zomer vaak langere tijd, in de winter kwam hij elke dag met de bus uit Praag. Elias: ā€˜Als de poezen de bus hoorden – ze wisten precies hoe laat hij kwam – liepen ze naar de bushalte, soms wel dertig katten, waaronder Orange en Pommeranz.ā€™

Elias vertelde tijdens onze ontmoeting ook: ā€˜Hrabal hield van de omgeving van Kersko, omdat het vlak en vruchtbaar land is. Ik was eens in Holland op vakantie en vertelde hem dat het op de omgeving hier leek. Toen hij daarop zelf een keer naar Holland reisde, vond hij het vlakke land, de oude huizen en de geordendheid prachtig: ā€™Het land van de 21ste eeuwā€™. Hrabal was op het einde van zijn leven moeilijk ter been. Elias: ā€˜Hij kon amper lopen. Toen ik hem na een bezoek bij ons hier naar zijn eigen huisje terugbracht, ondersteunde ik hem bij zijn schouders en trok hem op aan zijn broekriem op. Zo liepen we door de sneeuw. Zijn ene stijve been sleepte achter hem aan; hij liet Ć©Ć©n langgerekt streepspoor achter.ā€™

Enkele attributen van Hrabal in zijn zomerhuisje
Enkele attributen van Hrabal in zijn zomerhuisje – Foto: Lex Veldhoen

Bosrestaurant Hajenka

In een Praagse boekhandel heb ik een in het Engels vertaald boek van Hrabal gekocht, Rambling On: An Apprenticeā€™s Guide to the Gift of the Gab, een bundeling verhalen die zich rond Kersko afspelen.

Bosrestaurant Hajenka in Kersko
Bosrestaurant Hajenka in Kersko – Foto: Lex Veldhoen
EĆ©n van de verhalen, The Feast, is het dolkomische relaas over een groot everzwijn die in een veld wordt verrast, als de mais wordt geoogst. Hij wordt aangeschoten door ene Janacek, maar weet te ontvluchten, waarna Janacek met een vriend samen op een fiets, die ze een vrouw hebben afgenomen, het dier achterna jagen tot in een klas van de plaatselijke school, waar een juf de kinderen net vertelt over het verschil tussen een varken en een wild zwijn. Daar schiet Janacek hem voorgoed neer. Maar als ze hem op een tractor aanhanger willen laden, komt de voorzitter van de lokale jachtclub aanlopen, die het dier opeist omdat het zich in zijn jachtrevier bevindt en daar gedood is. Na veel getouwtrek bemiddelt de schooljuf en stelt een gezamenlijke maaltijd voor om de vangst te vieren. En dat gebeurt, in bosrestaurant Hajenka, waar het gebraden zwijn met rozenbottelsaus gegeten wordt tijdens een eet- en drinkgelag.

In datzelfde Hajenka, op een steenworp afstand van Hrabalā€™s zomerhuisje, eet ik de avond nadat ik The Feast heb gelezen, hertenvlees in een paddenstoelen ragout, rijst en een glas Tsjechische cola (Kofola). Op de menulijst staat ook nog steeds wildzwijn in rozenbottelsaus, evenals de tripe soep, die Hrabal in een van zijn verhalen noemt. Aan de houten muur hangt een indrukwekkende zwijnenkop met grote omhoog gekrulde slagtanden (ooit de bron voor The Feast) en in een hoek hangt aan de muur een televisietoestel, waarop continu de filmversie van The Feast (ā€˜Slavnosti Snezenekā€™) van regisseur Jiri Menzel uit 1984 wordt vertoond.

Bejaardentehuis

In de novelle Harlekijntjes Miljoenen komt een bejaardentehuis in een slot in Nymburk voor. Hrabalā€™s moeder en oom Pepin sleten er hun laatste dagen in de novelle. Maar het slot is onvindbaar en zo blijkt hoe Hrabal de waarheid heeft verdicht. Toen ik het slot begin deze eeuw bezocht, bevond het zich in werkelijkheid in LysĆ” nad Labem, zoā€™n tien kilometer van Nymburk vandaan. Het functioneerde nog steeds als bejaardentehuis; er werden honderdzestig ouderen verzorgd.

Het slot met de beelden in LysĆ” nad Labem, tegenwoordig bejaardentehuis
Het slot met de beelden in LysĆ” nad Labem, tegenwoordig bejaardentehuis – Foto: Lex Veldhoen

Op het binnenplein zaten twee mannen, de ene zonder benen in een rolstoel, de ander zat in een scootmobiel. Directrice Marie Benikova vertelde toen dat in werkelijkheid alleen oom Pepin hier zijn oude dag had gesleten.

In lange, brede gangen, met (gevaarlijk) opgebold zeil met parketmotief, zaten op stoelen langs de muur bejaarden als stille muizen sprakeloos in fletse vormeloze kleren met afhangende haarslierten te versterven. Op kleine tafeltjes stonden vogelkooitjes met parkieten en kanaries. In een zaaltje wachtte een man met witte omslagdoek en haarvlokjes op de vloer rondom hem, totdat een zuster hem verder zou afknippen.

Bij de eetzaal waren muurschilderingen aangebracht; op Ć©Ć©n wand aangetast door scheuren. Rondom een dubbele eikenhouten deur was een namaak boekenkast geschilderd. In de zaal zelf stonden formica eettafeltjes en stoelen met dunne metalen buispootjes en fletse tafelzeiltjes, die in de hoge, lege ruimte in het niets verbleekten tussen kleurrijke wand- en plafondtaferelen. Een ovaalvormige plafond fresco verbeelde Adam en Eva die uit het paradijs worden verdreven, in plaats van een veldslag met Alexander de Grote, zoals Hrabal beschreef, evenals de bejaarden, die kwijlend, worstelend met hun kunstgebitten, aten in de voormalige balzaal en zo een andere veldslag leverden:

Terwijl de jonge mannen aan het plafond elkaar met net zoā€™n enorme strijdlust vermoordenā€¦ is het net alsof die veldslag tussen de Grieken en Perzen overgeslagen is naar beneden, in plaats van zwaarden, lansen en schilden gebruiken ze hier lepels en messen, vorken en servetten.

De veldslag in de voormalige balzaal, nu eetzaal
De veldslag in de voormalige balzaal, nu eetzaal – Foto: Lex Veldhoen

De door Hrabal tot plafondschildering gebombardeerde veldslag was er echter wel degelijk, maar dan geschilderd op twee muren, met in een weids landschap overal troepen slaags met elkaar, kanonnen die salvoā€™s afvuren en een huis dat in brand staat. In tegenstelling tot het versterven binnen, ging het leven buiten gewoon door: terwijl buxushagen kaarsrecht werden gesnoeid, hakte een restaurateur met hamer en steenbeitel in op het Tsjechische zandsteen van een half ontblote vrouwenfiguur op een sokkel, die hij zo eindelijk weer waardige borsten terug schonk.

Toen ik het slot eerder bezocht, waren de borsten en tepels nog knullig gerepareerd met ruw geknede cementklodders. Hrabal beschreef dat hij zo verliefd was op de beelden dat hij pas na meerdere bezoeken bemerkte dat twee beelden slecht opgekalefaterd waren. Van een oude hovenier hoorde hij dat er tijdens de oorlog een cadettenschool in het kasteel gevestigd was…

ā€¦en wanneer ten besluit van die militaire academie de cadetten tot officier werden verheven, dan bezatten zij zich en schoten met hun militaire pistolen die ze die dag bij hun officiersuniform hadden gekregen, ze schoten in de tuin van het kasteel en verwondden daarbij verscheidene beelden.

Hrabal buiten aan het werk bij zijn vakantiehuisje
Hrabal buiten aan het werk bij zijn vakantiehuisje – Foto: Tomas Mazel
Vervolgens was er een internaat in het slot gevestigd. De jongens werden er tot metselaar opgeleidā€¦ā€™en wanneer ze eindexamen moesten doen, kregen ze als een van de opdrachten alles aan die beelden met cement aan te vullen wat die officieren eraf hadden geschoten.ā€™

De ‘val’

Hrabal koketteerde in zijn werk diverse keer met zelfmoord. Zo schreef hij in het verhaal Bedrieglijke Spiegels, dat deze zomer in een prachtige uitgegeven bundeltje Huis te Koopā€™ verscheen bij Uitgeverij Pegasus, dat de hoofdpersoon bij zichzelf dacht dat hij, als hij karakter had, van de klokkentoren…

…zou springen, als van een duikplank, met een aanloop, het hoofd recht vooruit (…) en dan zou hij in een boogje met de armen gespreid naar beneden naar de binnenplaats duiken.

Hrabal gefotografeerd door Michal Tuma
Hrabal gefotografeerd door Michal Tuma
In 1997 kwam Hrabal om door een val van een dak op de vijfde verdieping van een Praags ziekenhuis. Hij zou zijn evenwicht verloren hebben tijdens het duiven voeren. Zdenek Elias: ā€˜Onzin. We wisten dat hij zo zou sterven.ā€™ Hrabal had het zijn vrienden al aangekondigd, en ook geschreven: ā€˜Zo vaak had ik van de vijfde verdieping willen springen (ā€¦) omdat ik mijn Pipsi zo langzaam had zien sterven.ā€™ Tomas Mazal zei, toen ik hem interviewde:

Drie jaren voor zijn dood sprak Hrabal regelmatig over zelfmoord, het leek alsof hij de dood langzaam tot zich liet komen. Hij nam als het ware meermaals afscheid van zijn vrienden. Hij maakte er geen geheim van.

Uiteindelijk, op 3 februari 1997, heeft Hrabal de sprong gewaagd.

Hrabal gaf een van zijn novellen – een hommage aan boezemvriend Vladimir Boudnik – de titel Tedere Barbaar. Deze benaming is tevens een rake typering van hem zelf. Samen met zijn wens een gedenkplaat op honden-pishoogte aan te brengen, is dat Hrabal ten voeten uit.

Het werk van Hrabal is in het Nederlands vertaald door Kees Mercks. De vertaling van bovenstaande fragmenten uit werken van de Tsjechische auteur zijn dan ook van zijn hand.

Bohumil Hrabal recent uitgaven

Nieuw verschenen teksten

Eerder dit jaar verscheen bij Uitgeverij Prometheus het boek Een driebenig Paard met daarin teksten in pseudo-briefvorm. In 1989 maakte Hrabal een rondreis langs universiteiten in de ā€˜Veredelde Statenā€™, zoals hij ze noemde. Deze trip was georganiseerd door een Amerikaanse studente, die in Praag Tsjechisch had gestudeerd en Hrabal bezocht had. Deze brieven aan ā€˜Dubenkaā€™ zoals hij haar noemde, heeft hij nooit verstuurd. Met vallen, opstaan, veel drankgebruik en slecht voorbereide lezingen volbracht Hrabal de rondreis, waarover hij heel ontwapenend schrijft. Op de achtergrond speelde de Fluwelen Revolutie zich af in TsjechiĆ«, waarna zijn collega-schrijver Havel president werd. Hrabal looft in zijn teksten de jongeren en kunstenaars om hun moed, die zo deze politieke ommezwaai met hun protesten mogelijk maakten.

Tevens verscheen bij Uitgeverij Pegasus de prachtig uitgevoerde werkje Huis te Koop met daarin twee tekstfragmenten uit de bundel Advertentie voor een huis waarin ik niet meer in wil wonen uit 1965. Ze gaan over de tijd dat Hrabal bij de ijzergieterij werkte.

Link: Overzicht van boeken van Bohumil Hrabal

Lex Veldhoen is journalist en auteur van diverse boeken en uitgaves. Hij schreef en schrijft onder meer voor NRC-Handelsblad, Trouw, HP-De Tijd en het Parool. Zijn specialisaties zijn biografieƫn, reisverhalen en de onderwerpen India, Belgiƫ, Kunst, wetenschap en techniek. Zie ook zijn website lexveldhoen.nl.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×